Vorig jaar stond de Brit al op Best Kept Secret en Lowlands, maar dit is de eerste grote festivalshow met debuutalbum Wishes op zak. De plaat die van Rhodes de volgende grote Britse jongen met gitaar zou maken, dat was de verwachting. Een half jaar later is de single (co-productie met Birdy) geflopt en staat de Fuzzy Lop - ondanks die regen - nauwelijks halfvol. Tijd om extra hard je best te doen, Rhodes.
Die verwachtingen rondom Rhodes snap je direct zodra hij zijn mond opendoet. Snikkende Jeff Buckley-uithalen die makkelijk van laag naar hoog schakelen, hier eens fluisterzacht en dan weer hard door de tent galmend. Met de gitaar op standje reverb en een drummer die alles keurig op z'n James Bays inkleurt kun je eeuwig hits schrijven.
Waar schort het dan wel aan?
Die 'hits'. Het is geen wonder dat Wishes hier nooit is aangeslagen: er staan gewoon te weinig goede nummers op. Vooral de ballades achter de piano doen regelmatig aan Kodaline denken, met bij gebrek aan een refrein zo'n veel te drakerig oohoohoo-gehuil. Maar ook bij de gitaarnummers ontbreken simpelweg de hooks: Rhodes is duidelijk een betere singer dan songwriter.
Hoe zit het met die zieltjes?
Vooraan neemt iemand al met verve de rol van Birdy op zich tijdens 'Let It All Go', maar verder dan de eerste vijftien rijen rijkt dit optreden niet. Tussen het veelvuldige geklets in de Fuzzy Lop hoor je sporadisch iemand opmerken dat die jongen op het podium wel echt een mooie stem heeft. Gelukkig schijnt hij ondertussen al bezig te zijn met een vervolgplaat.
Ging die zonnebril nou nog af?
Geen moment.