10. Formation krijgt steeds meer eigen smoel
Ondergetekende zag Formation op Lowlands nog in actie in de X-Ray: een toffe, opzwepende show met een sound die misschien wel erg leentjebuur speelde bij slechts één legendarisch voorbeeld: LCD Soundsystem. Nu is James Murphy zelf terug, maar de nieuwe Londense band heeft daar al op geanticipeerd door een veel gevarieerdere show te spelen. Met ook nieuwe muziek van de sterke EP Under The Tracks. De soundeffecten zijn er sterk op vooruit gegaan in acht maanden. Helaas is het publiek in Rotown – ondanks het ideale tijdstip – een beetje tam. Als er even Happy Birthday wordt gezongen voor de geluidsman is iedereen erbij, bij de show zijn de bezoekers dat niet helemaal. “Come on man, it’s for you guys! Celebrate yourselves!” zegt de frontman enigszins gefrustreerd, als de festivalgangers zelfs een aan hen opgedragen nummer lauwtjes ontvangen. En dat terwijl die song Love van de nieuwe EP (geschreven voor een vriend die enigszins van de bandwagon is gevallen, zo lijkt het) erg fijn is, vooral door de dromerige synth. Maar gelukkig heeft Formation dan nog die snellere electrokoebelfunktracks als Hangin en Back Then om iedereen bij de lurven te grijpen. En de catchy afsluiter Young Ones natuurlijk: “Life goes one, young ones”. Ook na deze festivalroes. Met een gerust hart die nachttrein in. (Sjoerd Huismans)
Kijk ook de sessie van Formation in de Arminiuskerk
Motel Mozaïque 2016: de top 10 volgens 3voor12
Wie maakte het meeste indruk in Rotterdam?
Op Motel Mozaïque vallen elk jaar een hoop spannende, relatief nieuwe acts te ontdekken. Veel van hen zijn vertegenwoordigd in de top 10 van het festival volgens 3voor12. Het beste waren een jonge countryzanger die de stoerste vent kan laten huilen, een betoverende goede folkzangeres en bijzondere analoge vertaling van Boards Of Canada.
9. Robots nemen de wereld over in de Welshe sprookjeswereld van Gwenno
De uit Wales afkomstige Gwenno (spreek uit: ‘Kwan-O’) geniet in Groot Brittannië vooral bekendheid bij indieband The Pipettes én als keyboardist van de tourband van Elton John. Solo op Motel Mozaïque neigt ze voornamelijk naar de jaren 80: machinale beats, diepe bastonen en heel veel samples. Vergeet de typische krautrockbaslijn niet, die komt namelijk élk nummer om de hoek kijken. Dit klinkt wellicht suf en bijna industrieel, maar niet is minder waar: door de volledig in haar moerstaal gezongen songs klinkt het geheel bijna spookachtig en zelfs sprookjesachtig. Haar debuutplaat, Y Dydd Olaf, is een ingetogen krautrockplaat over een obscuur science fiction verhaal waar robots de wereld overnemen. Volgens Gwenno zelf is dit “dystopisch, maar wel erg dichtbij”, wat misschien ook de reden is dat er op de achtergrondbeelden voornamelijk fabrieken en computerspelletjes te zien zijn. Dit maakt het geheel surrealistisch, maar nergens is het geheel apocalyptisch, wat je wel zou verwachten wanneer robots de wereld overnemen. Muzikaal is het allemaal best behapbaar, maar de vocalen beginnen snel zeurderig te worden. De climax, met een afsluiter die juist meer naar major label-dance neigt, is dan wel weer erg goed gevonden. (Jeffrey Zweep)
8. Blossoms heeft bijna alles
Blossoms is interessant. Blossoms is ruig, maar bij vlagen ook klein en aandoenlijk. Voor wie nog niet gehoord heeft van de eigenwijze poprockband: vijf jongemannen met golvend lang haar, een flinke dosis overdrive door de speakers en songteksten die je niet uit je kop krijgt. Luister maar eens naar hitje Charlemagne, dan begrijp je het direct. Op het podium is Blossoms verrassend goed, alleen de presentatie laat hier en daar nog wat te wensen over. Terwijl hun liedjes zich perfect lenen voor veel interactie met het publiek, komt zanger Tom Ogden niet verder dan het publiek de rug toe keren en lachen naar de drummer. De band heeft eigenlijk alle elementen om succesvol te worden, maar is nog een beetje te veel in zichzelf gekeerd op het podium. Maar ach, de muzikanten zijn nog jong en beginnen net aan een kleine tour door Europa. Dus een bak met ervaring kan er zomaar eens voor zorgen dat die liveshow volgend jaar nog veel beter is. (Flip Kloet)
7. VANT laat zien hoe simpel het kan zijn
Twee witte shirts zonder opdruk, twee zwarte. Dat is geen toeval, het is een garderobe die zegt: zo simpel kan het zijn. Terwijl iedereen voor de zoveelste keer roept dat rock dood is, speelt deze Britse band het gewoon in zijn meest eenvoudige vorm. En toch hebben ze een eigen sound te pakken, een mengeling van credible indie in de Pavement traditie met kiddie poppunk en Green Day zonder de musical bullshit. En dat ook nog eens met geëngageerde teksten. We horen statements als 'stop living in fear, put down your gun'. Even later: 'immigration laws can't change over-night' (klopt), en vervolgens ook nog een liedje over de twee factoren die alles bepalen in deze wereld: tijd en geld. Maar boven alles is VANT een leuke band om naar te kijken, fris, energiek en ad-rem. Niet echt vuig, wel wild genoeg om hier de tent op zijn kop te spelen, vooral met meezinghit Parking Lot. Even verslikken ze zich in rivaliteit met de speelstad van gisteren, maar een moment later is de Amsterdam-Rotterdam tegenstelling in een voordeel omgezet. Biertje erbij om het af te maken. Zo simpel is het. (Atze de Vrieze)
6. Nao lacht haar fijne R&B-show naar een succes
Oei, daar is de Annabel even pijnlijk leeg, tien minuten voordat de show van Nao begint. Maar de Britse zangeres zet meteen haar allercharmantse glimlach op en warempel: al snel stroomt de zaal dan toch op zijn minst halfvol. Heel veel muziek heeft ze nog niet uitgebracht. Vooralsnog is Nao vooral bekend van haar hit Bad Blood, natuurlijk bewaard tot helemaal op zijn laatst. Van dezelfde categorie slepende electrofunk is Zillionaire, afkomstig van de nieuwe EP February 15. Nóg verser van de pers is Fool To Love, een Aaliyah-achtige R&B-track die nog een stuk spannender klinkt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over Mura Masa-hit Firefly. Veel van de geluiden komen uit een voorgeprogrammeerde synth, maar het moet gezegd: de band van Nao (bas, gitaar en drums) is echt top. De subtiele gitarist voegt vooral spacy sounds toe aan de muziek, geregeld laat hij zijn gitaar klinken als een synth. De drummer houdt het bij de elektronische pads in de rustigere stukken en ramt pas op de snare als het nodig is. En Nao zelf? Die is de grootste positivo van Motel Mozaïque: ze blijft maar lachen, buikdansen en verontschuldigt zich en passant ook nog even voor de matige PR: “Als je mijn naam googlet, krijg je alleen een Japanse robot. Echt.” (Sjoerd Huismans)
5. Zelfs bejaarden moshen bij Meatbodies
Rotterdam telt dit weekend tal van buitenlandse acts. Uit Los Angeles komen bijvoorbeeld de garagerockers van Meatbodies, en die kennen vanavond geen pardon. Vanaf de eerste seconde wordt de keet volledig afgebroken. Het is vooral kei- en keihard wat er uit de speakers in Rotown schalt en de uitzinnige menigte vindt het fantastisch. Al je hier vanavond je rust komt zoeken, dan ben je aan het verkeerde adres. In de moshpit vooraan bij het podium bevindt zich (geloof het of niet) potjandorie zelfs een bejaarde. Meatbodies herinnert aan de grunge van Nirvana en het vroege, stevige werk van Led Zeppelin. Het is hard, maar gecontroleerd. Een stel begaafde muzikanten die verdomd goed weten wat ze aan het doen zijn - en dat is niet vanzelfsprekend in de zee van garagebands waar we tegenwoordig mee overspoeld worden. De meerstemmige gitaarsolo’s zitten slim in elkaar en zijn heerlijk melodieus. En dan is er ook nog eens ruimte voor dynamische instrumentals. Houd ervan of niet, Meatbodies is gewoon steengoed. (Kees Braam)
4. Protomartyr doet alles op de Protomartyr-manier
Het gerucht gaat dat als je de energie van Protomartyr weet te vangen in een flesje je een sterkere energiedrank krijgt dan Red Bull. Waarom? Omdat frontman Joe Casey – in het verleden omschreven als een aardrijkskundeleraar en bankbediende, maar nu vooral gelijkend op het dronken broertje van David Cameron – zo geconcentreerd standhoudt temidden van alle muzikale chaos om hem heen. Zo rustig staat hij op het podium, als een tiener die z’n eerste spreekbeurt houdt en zich nergens door van de wijs laat brengen. De band begint wat stroef in de volgepakte Rotown en komt halverwege pas echt op gang. Het instrumentale gedeelte is duivels goed, een fantastisch contrast met de wijze waarop Casey de woorden uit z’n strot perst. Aan het einde van de set hebben de heren nog tijd over en spelen prompt de twee beste nummers van de avond. Het is en blijft Protomartyr. Wat een band! (Jeffrey Zweep)
3. S t a r g a z e speelt bijzondere analoge vertaling van Boards Of Canada
Je zou het collectief S t a r g a z e een orkest kunnen noemen, maar daarvoor plaats je ze teveel in de klassieke hoek. S t a r g a z e laat zich inspireren door folk en elektronica en juist die inspiratiebronnen komen vandaag voorbij, met een heel erg naar Godspeed You! Black Emperor neigende cover van Grateful Dead’s ‘What’s Become of the Baby’ als set-opener. Hierna volgt een wereldpremière, het gezelschap speelt namelijk de ‘Hi Scores’ EP van het legendarische Boards Of Canada. Dit Schotse ambient-duo ga je waarschijnlijk nooit live zien, dus dit is misschien wel wat het dichtst bij een live ervaring van deze experimentele downtempo muziek komt. Vooraf verklaart de band dat dit een zo analoog mogelijke vertaling is. Dat wordt wel heel letterlijk genomen: beats worden gemaakt met aluminiumfolie, bubbeltjesplastic en scheurende kranten. Zelfs bezems en schuurpapier worden van stal gehaald om het warme, wrijvende gevoel van Boards Of Canada na te bootsen. Zo komen ‘Turquoise Hexagon Sun’ en ‘June 9th’ wel heel dichtbij het origineel. Op ‘Everything You Do Is A Balloon’ klinkt het geheel iets bombastischer in vergelijking met de Schotten, maar een kniesoor die daarop let. Heel bijzonder optreden. (Jeffrey Zweep)
2. Amanda Bergman betoverend goed in de Paradijskerk
De Zweedse Amanda Bergman tourde al met First Aid Kit en The Tallest Man On Earth en volgens sommigen ligt de sound van haar solowerk in dezelfde lijn. Niet zo gek, want The Tallest Man is tevens Bergmans voormalige echtgenoot… Vanavond op Motel Mozaïque laat ze echter horen dat het veel meer is dan dit. Bij vlagen klinkt Bergman alsof Stevie Nicks een rootsy dreampopband is gestart en de gitaarpartijen afwisselend liet inspelen door U2's The Edge en Dire Straits' Mark Knopfler. Dat klinkt wellicht niet als de perfecte affiche, maar de gitaarpartijen hadden serieus zo op ‘Boy’ of ‘Brothers In Arms’ kunnen staan. Reken daarbij de warme vocalen van Bergman, de heerlijk langzame percussie en de bij vlagen bijna spookachtige synths en het totaalgeluid is prachtig. Het geheel schuurt tegen eentonigheid aan, maar door de verschillende gitaarsounds en de afwisseling tussen uptempo en tragere songs klinkt het in de Paradijskerk net wat avontuurlijker in vergelijking met haar debuutplaat ‘Docks’. Hierdoor weet ze een groot gedeelte van het publiek in haar greep te houden, ondanks de uiterst oncomfortabele houten kerkbankjes. Nee, negentig procent ging vanavond niet voor het zingen de kerk uit, maar liet zich betoveren. (Jeffrey Zweep)
Kijk ook de 3voor12-sessie van Amanda Bergman in de Arminiuskerk
1. Marlon Williams: koning van de country die de stoerste vent laat huilen
'Hooggespannen verwachtingen' is een understatement voor het optreden van Marlon Williams. Iedere vierkante centimeter van Rotown is bezet door nieuwsgierig publiek dat dit aanstormende countrytalent in levende lijven wil zien. Zijn laatste soloplaat kwam uit in februari jl. en werd op de 3voor12-redactie zonder lang nadenken verkozen tot Album van de Week. Williams put op die plaat en tijdens dit optreden uit zo’n beetje elk genre waarop moderne Americana is gestoeld: folk, blues, bluegrass en country smelten samen in een uitgebalanceerd uur prachtige muziek. Of hij nu met een complete band of in zijn eentje met gitaar op het podium staat, Williams zingt zo doordringend en vol passie dat je vanaf de eerste seconde een speld kunt horen vallen in de zaal. Het optreden groeit daarmee uit tot het absolute hoogtepunt van deze tweede avond Motel Mozaïque, met een bijzondere vermelding voor Williams' bluegrass-cover van de Stanley Brothers. Gelukkig belooft hij snel terug te komen, dus laten we hopen dat hij deze zomer nog op een aantal festivals valt te bewonderen. Een goudeerlijke zanger met een aantal ongekend sterke songs en een prachtige stem, waarbij zelfs de stoerste biker het niet drooghoudt. (Flip Kloet)
Kijk ook de sessie van Marlon Williams in de Arminiuskerk