De clip is een korte film die je meeneemt in het leven van een slaaf. De introtrack We Zijn Er van Typhoons album Lobi Da Basi leende zich volgens de rapper perfect voor het project. “Ik wist zelf nog niet veel over mijn voorgeschiedenis. Daar wilde ik wel iets mee doen op mijn album. Toen ik mij erin ben gaan verdiepen, werd ik allereerst boos. Na die boosheid wilde ik kijken naar een manier om die verantwoordelijkheid samen te delen met een nieuwe generatie. De clip is een geweldige aanvulling.”
De video werd opgenomen in Kaapverdië en is zacht gezegd aangrijpend. Samen met regisseur Ivan Barbosa wordt een sfeer neergezet die je werkelijk het gevoel geeft dat je gevangen zit. Het verhaal eindigt met een duidelijk statement: de slaaf draait zich na enkele zweepslagen om en vangt de zweep met zijn hand. Dit beeld vervormt tot een Typhoon die voor een volle zaal met een microfoon in zijn gebalde vuist wordt toegezongen.
Typhoon blijkt overigens niet vies van een korte cursus method acting. Zo vertelt hij hoe hij zich tijdens de opname heeft laten slaan met een stok om te kunnen ervaren wat de slaven werd aangedaan. “Die zweep is natuurlijk niet te controleren. Uiteindelijk heeft de productieleider me met een stok geslagen. Ik ben geen acteur, maar ik wilde gewoon dat het echt over zou komen.”
De clip was er trouwens bijna niet gekomen. De makers vertellen tijdens de presentatie dat hun subsidieaanvraag bij het TAX-videoclipfonds in eerste instantie werd afgewezen, omdat het onderwerp te ‘precair’ zou zijn. “Precair?!”, roept Typhoon. “Dat is juist het hele ding achter dit onderwerp. Dat dit onderwerp zo gevoelig ligt, is juist de reden dat het nu nodig is. Nadat we langs zijn gegaan bij het fonds snapten ze wat we wilden en konden we toch aan de slag.”
Al bekent de rapper dat het maar een fractie is van wat zijn voorouders hebben meegemaakt, toch geeft het een beeld van hoe het eraan toe ging in die tijd. “Ook het vastgebonden zitten aan je polsen. Dat doet na een tijdje echt pijn.” Maar er zit natuurlijk een diepere laag verwerkt in het verhaal. Barbosa: “We willen niet met de vingers gaan wijzen, maar dit is ons verhaal dat we hebben verwerkt in de film.”
Typhoon kruipt in de huid van een slaaf: "Laten we nu het gesprek aangaan"
Video We Zijn Er en de boekpresentatie van Roofstaat maken een 'precair' onderwerp bespreekbaar
Rapper Typhoon kruipt in zijn nieuwe clip in de huid van een slaaf uit het koloniale tijdperk. De video werd afgelopen maandag gepresenteerd tijdens de presentatie van het boek Roofstaat, dat onder andere is uitgegeven door Top Notch. De clip en het boek passen binnen een ontwikkeling die steeds groter lijkt te worden. In een overvol Paradiso zijn sprekers en bezoekers het met elkaar eens: om de multiculturele samenleving te laten slagen, moeten we de grauwe kant van het koloniale verleden benoemen, begrijpen en erkennen.
Uiteindelijk draait het tijdens de presentatie voornamelijk om het boek dat geschreven is door Ewald Vanvugt en de onvermijdelijke discussie die daaruit voortvloeit. Roofstaat is een herschrijving van het boek Nieuw Zwartboek van Nederland Overzee. Toen de 72-jarige schrijver in Bali ging wonen, ontdekte hij op wat voor manier er in Nederland gezwegen wordt over de keerzijde van de Nederlandse kolonialisme en er volgden meerdere publicaties.
Kees de Koning kende de eerste versie van het boek al langer. Hij plaatste een oproep op Twitter en kwam via de zoon van Vanvugt in contact met de schrijver. De Koning vindt het vanzelfsprekend dat hier aandacht aan besteed wordt. “Als je mij vraagt, ‘waar komt die interesse vandaan’, dan vraag ik me af, waar komt die desinteresse toch vandaan? Dat vind ik zorgwekkender. Het is toch juist normaal dat je interesse in hebt in je geschiedenis? Ik vind het abnormaal als je dat niet hebt. En ik vind het nog raarder als je dat moedwillig weghoudt of vermijdt. Heel veel media hebben zoiets van ‘wat moeten we hier mee?’ Als mijn zoontje me dan vertelt dat ze het hoofdstuk slavernij overslaan denk ik bij mezelf: hoe is dat mogelijk?! Dat is een periode die een paar honderd jaar duurde en een hele grote impact had op bevolkingssamenstellingen. Het is vrij heftig om te zeggen, dat sla ik even over.”
Tijdens een panelgesprek kaart Sunny Bergman aan: “Mensen die dit onder de aandacht willen brengen, worden als snel weggezet als radicaal.” Hierdoor is het lastig om de discussie aan te gaan. Kees de Koning is hoeveel mensen zich interesseren voor het onderwerp. “Een uitverkocht Paradiso bij de presentatie voor een geschiedenisboek. Ik weet niet of dat vaker gebeurd is, maar dat betekent wel dat het onder veel mensen speelt. Over de Tweede Wereldoorlog weten we heel veel, maar dat we in 1946 in Indonesië oorlog hebben gevoerd en daarna zelf een land zijn gaan bezetten is toch krankzinnig.”
De schrijver windt in het 786 pagina’s tellende naslagwerk geen doekjes om de geschiedschrijving. Zo vertelt hij uitgebreid over het opiumfortuin van de Oranjes, roofschatten uit voormalig Nederlands-Indië, de omstreden reputaties van zeehelden en natuurlijk het aandeel van Nederland in de slavenhandel. Punten die momenteel nog erg veel onderbelicht worden tijdens bijvoorbeeld kunstexposities en geschiedenislessen.
“Om meer begrip voor elkaar te krijgen, zullen we meer van elkaar moeten weten. Dat begint met de jeugd en het onderwijs. Het koloniale tijdperk is zo bepalend. De verschillen tussen rijk en arm in de wereld liggen hieraan ten grondslag. Praten over één zwarte bladzijde? Er zit niet eens een witte tussen”, betoogt Vanvugt. Aan de ovatie vanuit de zaal is duidelijk te merken dat het publiek zich kunnen vinden in deze visie.
Op de vraag of het boek ook op de schoolbanken moet liggen antwoordt Typhoon: “Ik zou wel zorgen dat het iets beter leesbaar is voor de jeugd, maar het blijft uiteindelijk wel een gedeelde historie. Onze voorouders hebben ervoor gezorgd dat wij nu in vrijheid met deze onderwerpen bezig kunnen zijn. Laten we niet zeggen: het is toch al zo lang geleden, maar juist nu het gesprek aangaan. De verhalen blijven vertellen door de geschiedenislessen op scholen en bijvoorbeeld zoiets als deze clip. Het is deel van ons allemaal en niet alleen maar van een kleine culture groep.”