Aan de hand van dat nummer leerden we Indian Askin eind vorig jaar kennen. Begin dit jaar verschijnt een EP waar het op staat, een paar maanden later het album, dat allang af is. Indian Askin nam veel op in de voormalige studio van Rick de Leeuw, met hulp van ex-Kane gitarist Dennis van Leeuwen en een producer genaamd Uncle Pete, die met zeven katten op een boot woont. De band bestaat op de frontman na uit muzikanten met een conservatorium-opleiding, maar Ayala heeft een gezonde vorm van ‘demoitis’, de drang om de rauwheid van zijn oorspronkelijke opnamen te behouden en als basis van zijn songs te gebruiken.
ESNS16 Indian Askin: pure percolator pop
Amsterdamse 12van3voor12-band komend weekend op Noorderslag
‘Zeven sloten?’ ‘Nee hoor, gaat prima,’ smst Chino Ayala. Een mini inkijkje in de band tussen hem en zijn moeder. Chino is de zanger en songschrijver van Indian Askin, een van de meest talentvolle bands van Nederland en daarom uitgeroepen tot 12van3voor12-act, en hij wil zich nog wel eens verliezen in extremen. Om maar een betrekkelijk onschuldige te noemen: ‘Ik heb mijn halve album geschreven op niet-eten en koffie-drinken. Dat liep echt uit de hand, met pure percolator espresso’s in een mok. Op een gegeven moment breekt het zweet je uit. Zo is onze single The Answer tot stand gekomen.’
Die Indiaan uit de bandnaam, dat is hij dus zelf. Vader is een Paraguayaan, die lang geleden in Amsterdam belandde en het aanlegde met zijn moeder. ‘Die had een zwak voor latino’s. Daar is ze inmiddels wel van genezen. Inmiddels woont ze in Monnickendam en heeft ze een Henk als man. Mijn vader is een boef hoor. Je weet hoe het gaat met latino’s. En nog muzikant ook.’ Vader Ayala woont tegenwoordig in Rome, waar hij in de levendige muziekscene markt vindt voor zijn instrument, de harp. ‘Ik heb van mijn vader de gekste dingen geleerd. Zo speelde hij wel eens harp alsof het een side guitar was. Je hoeft een instrument niet te gebruiken zoals het oorspronkelijk bedacht is. Voor mij is alles percussie. Ik zat vroeger aan de keukentafel al te trommelen. Voor veel kinderen verboden, voor mij doodnormaal.’
Hoewel zijn vader eigenlijk weinig snapt van de muziek waar zijn zoon mee bezig is, speelt hij toch een bijrolletje op de aanstaande EP. ‘Hij moest al lachen toen ie het inspeelde, hij snapt echt niets van popmuziek.’ En ook moeder speelt een rol in de totstandkoming van het album. ‘Maar meer op een soort ‘als de kat van huis is’ manier. Als mijn moeder op vakantie ging, zetten wij alle instrumenten in de woonkamer. Mijn stiefvader kreeg tranen in zijn ogen toen ie voor het eerst de single hoor, bij hen thuis opgenomen.’
Die nuchter ongeruste sms van het begin is overigens niet zo verwonderlijk als je naar de EP luistert. Zo zingt Ayala in het nummer Island over een verandering die hij ondergaan heeft, en hoe hij vroeger niet meer dan een hoop stront was, nu een ‘clean man’. Hij schreef het nummer toen hij op een dag weer eens op de bank van zijn broer wakker werd. ‘Nog ongedoucht’, verklaart hij de letterlijke wasbeurt die in het liedje plaatsvindt. ‘In die tijd reisde ik van bank naar bank. Ik had niet echt werk, en ook geen huis. Ik denk wel eens dat dat was om te oefenen met touren.’
In zijn drummer Ferry Kunst heeft hij een soort motor van goede energie gevonden. ‘Ferry, die leerde ik kennen in cafe De Koe in Amsterdam. Ik dacht: wie is die man die Jägermeister voor iedereen bestelt, een drankje dat niemand hoeft. Voor ik het wist stond er ook een glaasje voor mijn neus. Ferry lost elk mogelijke conflict op door de clown uit te hangen. Laatst dreigde er een keer onenigheid in de band, en het volgende moment stond hij letterlijk op zijn hoofd en barstte iedereen in lachen uit. Met hem erbij durf ik wel in een busje te stappen. En dat is wat ik het allerliefst wil: touren.’