We leven in 't muzikale tijdperk met iedere dag een nieuwe witte R&B-jongen die overloopt van de emoties. Jack Garratt past met zijn groteske liefdesverdrietteksten - "I promise if you're gonna lock me out I will stay as your ghost", zingt hij op The Love You're Given - natuurlijk ook perfect in die tijdsgeest. Maar wat Garratt onderscheidt, is dat hij zijn pathos aankleedt met veel spannendere arrangementen dan veel van zijn collega's.
Opener Coalesce (Synesthesia pt. II) is bijvoorbeeld een soulvolle, langzaam aanzwellende R&B-track, die klinkt alsof James Blake een blikje Red Bull door z'n dubbele espresso heeft gegooid en toen achter de knoppen is gaan zitten. Sowieso klinkt de productie springerig, nerveus, alsof je elk moment een andere zijstraat in kan worden gebeukt. Dat gebeurt ook regelmatig: Phase is weliswaar in-your-face, maar ook onvoorspelbaar, waardoor je voortdurend op het puntje van je stoel zit. Na wat rustige piano-akkoorden op Far Cry klapt er ineens een dubby bas en een snerpend synthesizertje over het refrein, en als je net gewend bent geraakt aan die hyperactieve elektronische pop, is daar ineens I Know All What I Do: een ballad die als enige begeleiding een soort ambient noise heeft.
Garratt leent veel uit dubstep en af en toe zelfs uit de drum 'n bass, maar hij beschikt - naast wat Sam Smith-achtige falsetjes - over hetzelfde sentiment in zijn zang als Ben Howard, Ed Sheeran, James Bay; dat soort jongens. Weathered had zomaar een liedje van die laatste kunnen zijn. Surprise Yourself met z'n oohoohoooh's ook, trouwens. Een slimme pop-crossover dus? Jazeker. Al zijn de beste popliedjes op het album al single geweest: Breathe Life en Worry zijn welkome momenten van herkenning.
Maar goed, onder dat poppy James Bay-gevoel schuilt wel degelijk een interessante songwriter, die er duidelijk naar streeft iets nieuws neer te zetten door elementen uit allerlei genres uit de context te sleuren en door elkaar te gooien. Het geluid van 2016 is kortom niet echt één geluid, maar vooral heel veel geluid.
En dan is daar plots het laatste nummer: My House Is Your Home. Een akoestische pianoballad waarop je zelfs het krukje overduidelijk hoort piepen en kraken. Na zoveel productioneel geweld ontstaan als vanzelf twijfels over hoe spontaan en authentiek we dat moeten opvatten, maar wat zou het ook: het klinkt wel gezellig. Alsof Jack je continu club in, club uit heeft gesleurd, en je dan de volgende ochtend ontbijt op bed brengt in de vorm van een troostende serenade.