Squarepusher: “Ik wil mezelf volledig wissen”

Nieuwe album Damogen Furies nu op de Luisterpaal

Atze de Vrieze ,

Voor de meeste mensen maakt hij onluisterbare herrie, maar fans van Tom Jenkinson alias Squarepusher volgen hem al jaren nieuwsgierig naar de uithoeken van de elektronische muziek. Hij probeerde ooit melodieuze producties te maken, en hij schakelde wel eens een Japanse robotband in om tot een album te komen. Nu is er Damogen Furies, een razendsnel en messcherp klinkend album. “Ik houd van extremiteit, maar ik ben ook dol op tunes.”

Jenkinson heeft een dikke sjaal om zijn nek, en af en toe kucht hij even tussen twee zinnen door. Het is midden februari, en de Brit is in het Muziekgebouw aan ’t IJ voor een optreden met het Metropole Orkest. Dat ik iets noteer over zijn fysieke staat zal hem vast niet bevallen, want als iets er voor producer Squarepusher niet toe doet, dan is het wel zijn persoonlijk wel en wee. Squarepusher werkt in concepten, en die probeert hij zo serieus mogelijk uit te voeren.

Damogen Furies is zijn veertiende album alweer, en het is net zo compromisloos als de vorige dertien. De enorme glassplinter die op zijn gezicht af suist op de hoesfoto, zegt eigenlijk alles. Maar ook een optreden met een klassiek orkest neemt de Brit zeer serieus. Zoals het de eigenwijze producer betaamt, liet hij het orkest iets heel anders doen dan je normaal gesproken hoort als een orkest en een popgroep samenkomen. “Ik heb geprobeerd alle cliches te vermijden. Niet alleen in wat ze spelen, maar ook in de delivery. Geen vibrato, geen modulaties. Die technieken zijn gaan staan voor gevoel, emotie en contact. Voor mij bereiken ze het tegenovergestelde.”
 
Wat is het alternatief?
“Je moet weten dat voor dit project geen nieuw materiaal gebruikt is. Het is gebaseerd op mijn laatste project, en veel van de oorspronkelijke elektronische elementen zitten er nog in. Ik ben heel erg geïnteresseerd wat er gebeurt als je bepaalde elementen laat spelen door een ander instrument. Daarmee verander je de context van die noten. Misschien naïef van mij, maar in eerste instantie dacht ik dat het altijd zo werkte. Ik weet nog dat ik een jaar of tien geleden meedeed aan een project met het London Sinfonietta. Dat was een ‘hands-off’ project vanuit mijn perspectief. Ze vroegen of ze met mijn muziek mochten werken, en dat mocht. Maar toen ik op een dag de repetitie inliep en na afloop vroeg welk stuk ze zojuist gespeeld hadden, bleek het mijn eigen werk te zijn. Ik zeg niet dat het per se slecht was, maar het voldeed niet aan mijn verwachtingen. Het leerde me in elk geval niets over het proces dat ik net omschreef, omdat ik geen idee meer had hoe ze van mijn stuk waren gekomen tot het uiteindelijke resultaat.”
 
Je hebt het over het verwisselen van instrumenten, maar we kennen je toch vooral van elektronische instrumenten en de basgitaar. Heb jij net als Nile Rodgers en zijn ‘Hitmaker’ gitaar een instrument dat je overal op gebruikt?
“Ik heb net een bas gekregen die ik in mijn vrije tijd gebruik, een heel slecht ding eigenlijk, maar dat is goed. Het kan me niet schelen als dit ding kapot gaat of gejat wordt, en dat is een bevrijdend idee. Het brengt het instrument terug tot wat het is: een tool. Ik geef toe, ik heb ook instrumenten waar ik om geef, maar ik ben zeker geen fetisjist die meent dat instrumenten persoonlijkheid hebben.”
 
Als je een instrument compleet beheerst, verlies je dan je interesse?
“Ik geloof niet in de complete beheersing van een instrument. Ik speel al jaren op een viersnarige bas, ik heb nog steeds niet alle mogelijkheden ontdekt. Kun je nagaan als ik aan een zessnarige ga beginnen. Op mijn nieuwe album gebruik ik overigens alleen instrumenten die ik zelf gebouwd en geprogrammeerd heb. Ik vind dat om meerdere redenen interessant. Ik vind het leuk, dat bouwen, dat is de basis. Ik vind het ook technisch interessant wat er gebeurt als je meerdere elementen bij elkaar plaatst. Maar het heeft ook te maken met wat ik net zei, een afwijzing van het idee dat een instrument bijzonder kan zijn of veel geld waard.”
Wat ik interessant vond aan je album: doorgaans krijg ik nieuw muziek met een tracklist, artwork, bio, soms een begeleidend schrijven van de maker. Nu was er helemaal niets. Die titels zijn expres betekenisloos?
“Ja. Ik vind het interessant dat de willekeurige letters die ik samenvoeg tot een nieuw woord gaandeweg betekenis krijgen in het gebruik ervan. Bij mij thuis heeft geen enkele track een titel. Hooguit de mappen op mijn harde schijf, maar dat is meer praktisch dan dat het ook maar de vaagste hint geeft hoe een luisteraar het moet interpreteren.”
 
Heb je als doel om extreme muziek te maken?
“Was het maar zo simpel, echt. Mijn muziek is altijd eerlijk en geeft weer waar ik op het moment van maken in geïnteresseerd ben, maar het is niet altijd vooruitstrevend. Ik ben gefascineerd door extremiteit, maar ik houd ook van ‘tunes’. Mijn muziek is een strijd. Ik zet twee dingen tegen elkaar neer die niet echt samengaan, en van tevoren weet ik zelf niet eens welke van die twee moet winnen. Het lukt me niet altijd om een idee zo scherp uit te voeren als ik zelf zou willen, maar dat moeten we dan maar beschouwen als het menselijke element.”
 
Je bent er goed in om noten als het ware te laten ‘crashen’, vooral als je supersnelle tracks maakt. Wat doe je technisch gezien precies met die beats?
“Wow, crashen, dat klinkt interessant. Ik weet eerlijk gezegd niet precies wat je bedoelt. Het doet me denken aan die keer - lang geleden - dat ik eens een geweldige recensie las in een blad. Ik dacht: dit moet ik horen, dit moet geweldig zijn. Onderweg naar de platenzaak vormde zich een heel idee in mijn hoofd hoe die plaat moest klinken. Eenmaal daar bleek het slechts een inwisselbare drum ’n bass plaat te zijn, maar die review had me wel geïnspireerd om het dan maar zelf te gaan maken. Dat idee krijg ik nu ook bij jouw omschrijving: crashende beats, dat moet ik maken. Om toch een soort antwoord te formuleren: ik denk dat plotselinge verandering in het algemeen mij interesseert. Ik houd ook van die momenten dat mensen in gesprek met elkaar zijn en iemand iets zegt waardoor het ineens stil valt. Plotseling zie je iedereen terug grijpen naar dat moment even ervoor, waarop alles nog begrijpelijk was. Precies dat doe ik ook graag met geluid. Ik hou van op elkaar knallende geluiden, ik houd van abruptheid en irrationele veranderingen in muziek.”
 
Je muzikale broer Richard D. James alias Aphex Twin heeft onlangs zijn archief omgekeerd op Soundcloud. Jij moet ook een enorm archief hebben.
“Ja, dat klopt. Ik heb misschien dertig procent van wat ik gemaakt heb uitgebracht. Maar ik denk wel dat ik alles uitgebracht heb wat de moeite waard was. Maar wat denk jij: zou het anders zijn gegaan als hij hij een boxset had uitgebracht met tien cd’s? The Aphex Twin archive, compleet met een boekwerk waarin je de studio set-up kunt zien? Zou je het dan serieuzer nemen?”
 
Dat is het cliche van de muziekindustrie, zo is het altijd gegaan. Kijk naar de Basement Tapes van Bob Dylan, die je nu voor 140 euro kunt kopen.
“Ja, het is cliche, maar zou het anders zijn?”
 
Ik weet het niet. We zijn er inmiddels aan gewend dat alle muziek zomaar beschikbaar is. Ook iets dat in een boxset verschijnt, komt ook terecht op Soundcloud of YouTube.
“Dat klopt, een boxset is niet meer dan een manier om geld te verdienen. Maar het maakt wel uit hoe jij persoonlijk ermee in aanraking komt.”
 
Wat ik zelf interessanter vond, de paradox van anonimiteit. Hij uploadde zijn materiaal op een anoniem account. We kunnen eigenlijk niet weten of hij het echt is, hij is slechts een nummer. Maar ALS hij het is, dan is het wel Aphex Twin die hoogstpersoonlijk tracks zit te uploaden. Directer wordt het niet. Het past ook bij zijn experiment om zijn eigen persoonlijkheid in zijn muziek te injecteren. Hij heeft de stem van zijn vrouw gebruikt op zijn laatste album. In interviews praat hij over hoe zijn kinderen hem proberen te imiteren. Jij doet dat helemaal niet.
“Nee, ik probeer mezelf juist te wissen. Volledig. Ik wil er niet zijn. Soms menen mensen iets in mijn muziek te herkennen dat ze ‘het karakter van Squarepusher’ noemen. Dat zijn denk ik de elementen die ik simpelweg niet heb kunnen verwijderen. Ik ben niet bezig mezelf naar voren te brengen, ik vind dat pervers.”
 
Ben je niet heel streng voor jezelf?
“Mogelijk, maar misschien is het ook de reden dat ik hier nog steeds ben.”
 
Tegelijkertijd bewonderen mensen jou als persoon, als muzikant. Sommigen noemen je zelfs een genie.
“Dat is precies de reden dat ik al zeker tien jaar niets over mezelf gelezen heb.”
 
Je draagt geen helm of masker op het podium, een truc die meerdere elektronische acts gebruikt hebben. Hou je er eigenlijk van om op het podium te staan?
“Nee. Jaren geleden stond ik vaak achter de speakers te spelen, maar tegenwoordig hangen die in veel zalen hoog in de lucht. Nowhere to hide! Ik weet nog dat ik in de begindagen van de house en rave juist dat zo aantrekkelijk vond: de dj was een soort faciliteerder van een collectieve ervaring. Hij had geen bijzondere positie. Dat voelt voor mij heel natuurlijk. Nee, ik voel me niet thuis op het podium, maar ach, ik voel me eigenlijk nergens thuis, dus wat dat betreft is er geen verschil.”