Maand van de popfotografie: In de dance kan de fotograaf zelf uitgroeien tot superster

"Ik vlieg achter elkaar van Bogota naar Santiago naar Buenos Aires"

Atze de Vrieze ,

Drank, drugs, spectaculaire decors, prachtige mensen die euforische momenten beleven, de eeuwig durende extase van de beat. Het is niet moeilijk om de aantrekkingskracht van het nachtleven uit te leggen, en ook niet dat fotografen daar bij willen zijn. Deel 3 in de serie over popfotografie in Nederland: de fotografie van de nacht.

"Heb je een kaartje?"
Het gaat goed met de dance in Nederland. Nederlandse dj’s reizen de wereld over, of het nou grote EDM-kanonnen als Hardwell en Martin Garrix zijn, of meer underground-dj’s als I-F of Tom Trago. In eigen land zijn er de afgelopen jaren alleen maar festivals bij gekomen, de een nog spectaculairder dan de ander. En toch is het van oudsher en tot op de dag van vandaag moeilijk om in de reguliere media informatie te vinden over feesten en festivals. De kranten schrijven er weinig over, op tv zie je bijna nooit house-evenementen. Niet vreemd dat het internet dat gat gretig vulde. Zo’n tien jaar geleden waren er talloze platforms en communities waar dance-liefhebbers elkaar vonden. Facebook was er nog niet, en dus zochten mensen gelijkgestemden op sites als Partyflock en BeatFreax. En met de opkomst van die platforms explodeerde ook de fotografie van de nacht.
 
Tot een paar jaar geleden was het doodgewoon: partyfotografen met een stapel visitekaartjes en een camera, op pad om zoveel mogelijk mensen vast te leggen. Het waren vaak hippe vogels, mensen die tussen het werken door ook nog wel een minimal shuffle in huis hadden of een biertje dronken, maar die toch vooral flink om zich heen schoten. Het publiek was er zelfs zo aan gewend dat je zelfs als 3voor12-journalist met camera om je nek op dancefestivals voortdurend werd aangesproken: "Mag ik op de foto? Waar ben je van? Heb je een kaartje?" “Het is content”, zegt Karian van den Broek over Partyflock, nog altijd de bekendste dance community van Nederland. Je gaat naar een feestje, schiet honderd foto’s, en de mensen klikken er massaal op. Veel mensen vinden het leuk zichzelf terug te zien op foto’s. Bedenk je wel: tien jaar geleden had je nog geen iPhones met goede camera’s en een professionele camera mocht je niet zomaar meenemen naar een evenement. Wij deden dat voor je. Nu is het heel anders, en toch staat de fotogalerij nog altijd in de top vijf van de meest populaire onderdelen op onze website.”
 
Awakenings: 10 fotografen voor 8 podia
De opkomst van de smartphone is niet het enige dat veranderd is voor sites als Partyflock. Steeds meer dance-organisaties keken met afgunst naar de fanschare die de platforms aan zich bonden. Content, traffic, sociale media en vooral een eigen community, dat is de droom van ieder festival. Bovendien: waarom zou je jezelf wat betreft de beeldvorming van je festival afhankelijk maken van het perspectief van anderen? Awakenings Festival gooide een jaar of vijf geleden het roer radicaal om. Geen partyfotograaf is er nu meer welkom, maar het festival wordt tot in de details vastgelegd. Maarten van Beusekom van Awakenings: “Op een gegeven moment werden wij er ook helemaal gek van. Iedere maandag na een evenement krijgen we mailtjes: ‘hoi, ik ben gefotografeerd door een jongen met een roze bril en een paardenstaart, hij was van de website party nogwat.’ Dat was er niet een, dat waren er tientallen.”
 
Zelf je event vastleggen is een flinke investering. Tijdens een gangbare avond in de Gashouder (één podium), lopen de hele avond drie fotografen rond. De acht podia van Awakenings Festival worden vastgelegd door een team van maar liefst veertien mensen. Maarten van Beusekom legt uit. “We hebben tien fotografen die alle highlights vastleggen, twee mensen die voortdurend geheugenkaartjes aan het wisselen zijn, iemand die foto’s bewerkt en monteert, en iemand die het uitserveert. Je moet bedenken: bij belangrijke momenten met vuurwerk en lasers willen wij iemand op het podium hebben, maar ook iemand bij de front of house. Er gaan vijf meetings aan vooraf om dat soort momenten door te spreken, om tips te geven over het typische gedrag van bepaalde dj’s, en alles moet zo snel mogelijk online. Drie dagen na je festival zijn mensen alweer met het volgende weekend bezig. Hoe anders ging dat vroeger. Ik weet nog uit de begintijd van Beatfreax. Digitale fotografie bestond nog niet. Een foto moest eerst ontwikkeld worden, vervolgens gescand en een maand later had je dan foto’s op je website.” 
 
Geen drugsgebruik in beeld
Awakenings werkt met een redelijk vast team. De kern bestaat uit het duo Huybert van de Stadt en Brenda van der Meulen (samen Photo Company) en Dennis Bouman, een veelgevraagd fotograaf die ook voor onder meer Rauw werkt. Ze werken in opdracht van het festival. Dat betekent dat ze alle ruimte hebben om bijvoorbeeld vanaf het podium te fotograferen, cruciaal op grote festivals als Awakenings. En toch moeten ze zich natuurlijk wel houden aan de opdracht van de organisator, die niet als doel heeft zijn evenement vast te leggen zoals het is, maar zoals het idealiter wordt ervaren. “Dat betekent niet dat we net doen of de zon schijnt als het regent”, zegt Maarten van Beusekom. “Maar we hebben wel een idee over wat we willen. Niet van die standaard partypics van vriendengroepen met de armen om elkaars schouders, niet alleen maar mannen of alleen maar meisjes. En publiek fotograferen, daar moet je niet te lang mee doorgaan. Op een gegeven moment zitten mensen op een ander level, en dat is voor niemand leuk. Op Awakenings Festival stoppen we om vier uur met het fotograferen van publiek.”
 
‘Een ander level’, dat klinkt lekker neutraal, maar het gaat dan natuurlijk om drank en drugs. Het eerste is al problematisch, het tweede ligt zelfs buitengewoon gevoelig. Geen enkel festival kan het zich veroorloven foto’s van slecht-gaand publiek online terug te zien. Het is een vorm van zelfcensuur die zeker vanuit organisatoren volstrekt te begrijpen is. In het verleden doken dat soort beelden via partyplatforms wel op, dat leverde altijd smalende stukken over 'stampertjes' op bij GeenStijl. Partyflock is er tegenwoordig voorzichtig mee, zegt Karian van den Broek. “Wij zijn ons meer bewust geworden van wat we fotograferen. Laat ik het zo zeggen: wij zijn als platform afhankelijk van twee partijen: de organisatoren en onze leden. Die hebben allebei belang bij foto’s waaraan ze graag herinnerd willen worden. In de eerste uren is iedereen nog fris. De vrouwen hebben zich mooi opgetut, na een uur of drie op een event als Qlimax is het bloedheet, zweten mensen, wordt er drank en drugs gebruikt. Natuurlijk komt het nog wel eens voor dat iemand met verwijde pupillen op de foto staat, maar bijvoorbeeld openlijk drugsgebruik laten we zeker niet zien, ook geen jointje.”
 
"Ik vind andere fotografen vaak lui"
Terughoudendheid dus. Begrijpelijk, maar toch ook jammer. Want dat is toch ook waar het nachtleven om gaat: je verliezen, los gaan, met zijn allen toeleven naar die piek ergens aan het einde. Vrijwillig de camera uitzetten na de eerste uren, dat is net als na drie nummers bij een concert uit de fotopit gestuurd worden, zoals gangbaar is bij rockbands. Raymond van Mil is fotograaf bij onder meer Vice. Hij was verbijsterd toen hij voor het eerst op een groot festival na drie nummers weggestuurd werd. “Ik snapte absoluut niet waar dat voor nodig was”, zegt hij. “Zelf probeer ik als het even kan gewoon door te fotograferen, eventueel met een telelens vanaf verder weg. Bij dance evenementen is het voor mij wachten op het juiste momenten, de highlights van de avond. De momenten dat mensen echt tot leven komen, dat ze zich laten gaan. Ik ben geen afstandelijke fotograaf. Ik loop door het publiek heen, het liefst met een biertje in mijn hand. Maar inderdaad, dat resulteert best vaak in verzoeken achteraf of een foto toch offline mag. Dat moet dan maar. Dat is mijn kritiek op andere fotografen: ik vind ze vaak heel lui. Ze zijn niet echt geïnteresseerd in de avond, niet bereid de diepte in te gaan. Je moet er bij blijven, als het even kan tot de laatste plaat.”
 
Raymond van Mil spaart je niet. Hij wil juist dat moment vastleggen dat je staat de twerken tegen een lilliputter dragqueen, of het detail van die vreemde hand op de bolling in een mannenbroek. Zijn werk beperkt zich alles behalve tot de dj achter de draaitafels. “Ik werk meer in reportagestijl”, zegt hij. “En daarbij wil ik liefst zoveel mogelijk de vrije hand. Als ik door organisaties ingehuurd word, doe ik wel mijn best om de meer vrolijke aspecten van een feest te vangen, maar de boel foppen kan ik niet.” Van Mil werkt naast Vice onder andere voor het Volkshotel in Amsterdam en Rauw. “Joost van Bellen houdt van mijn stijl”, zegt Van Mil - gezien zijn voorliefde voor extravagante actiefoto’s niet vreemd. “De Titty Twister is mijn favoriete plek op Lowlands, maar eigenlijk nog mooier vind ik garagerockfestivals als Klikofest en Sleazefest. Daar vind je alles wat je wilt als fotograaf: de dynamiek van bandjes, het publiek dat los gaat, daar komt alles tot leven.”
 
"Veertig man stond mijn naam te scanderen"
Waar Raymond van Mil een sterke persoonlijke voorkeur heeft voor de underground, gaat Rutger Geerling al jaren op tour met de grote jongens. Hij begon ooit bij een snowboardblad, en door zijn uitgever werd hij ook op pad gestuurd naar een gabberfeest. “Van gabber hield ik eerlijk gezegd niet zo, ik was een echte trance-head. Dat is echt mijn muziek, en de energie en sfeer van zo’n zaal is verslavend.” Met vijftien jaar ervaring is hij een bekende figuur geworden in de dancewereld, zelfs internationaal. “Ik was laatst in India”, vertelt hij. “De organisatie van het grote festival Sunburn twitterde trots dat ze ‘de beste EDM-fotograaf ter wereld’ hadden ingehuurd. Ik zat op mijn hurken op het podium, en opeens begonnen veertig mensen mijn naam te scanderen. De respons die ik de laatste jaren krijg is overweldigend, zo ontzettend gaaf. Met name dankzij de Amerikaanse mentaliteit heb ik de conclusie getrokken dat ik zelf ook een kunstenaar ben, en een merk. Eigenlijk andersom: eerst een merk, dan een kunstenaar. Ik heb tegenwoordig ook shirts met mijn logo erop. Ik sta ergens voor, zet mezelf neer.”
 
Rutger Geerling leeft het leven, maar vooral krijgt hij de vrijheid om te maken wat hij wil. Een normale fotograaf moet het doen met een shot vanaf de mengtafel als hij een groot podium wil vastleggen, Geerling wordt op grote events wel eens met een helikopter over het terrein gevlogen. “Als ik geen volledige toegang krijg, kom ik sowieso niet. Maar als een organisator me veel geld betaalt om een evenement vast te leggen, is hij daar logischerwijs ook wel toe bereid. Sowieso is het in de dance heel gebruikelijk om op het podium te fotograferen. Maar ik ben wel iemand die registreert. Een Amerikaanse collega van me - Kirill Was Here - wordt betaald als een soort gangmaker. Hij gaat in de weer met flessen champagne, waarmee hij vrouwen onderspuit, tamelijk seksistisch. Het gekke is: als je hem tegenkomt is het een heel aardige, rustige jongen. Zo werk ik zelf niet, ik ben geen onderdeel van hetgeen ik vastleg.”
 
Het verhaal van Geerling klinkt grotesk en ongelofelijk commercieel. De meeste fotografen plaatsen zichzelf liever niet op de voorgrond, maar dat het in de EDM anders gaat, is nu ook weer niet zo verbazingwekkend. In het kielzog van de grote dj’s en producers uit de Nederlandse school, beleefde ook de fotograaf een internationale doorbraak. Geerling is al vanaf eind jaren negentig bezig met het vastleggen van de scene. De carrière van Tiesto bijvoorbeeld volgde hij vanaf het begin tot aan de grootste pieken, zoals hij dat nu ook doet bij Hardwell. “Zelf ben ik twee jaar geleden op Ultra Festival in Miami ‘ontdekt’. Vanaf dat moment geldt: the sky is the limit. Ik vlieg achter elkaar van Bogota naar Santiago naar Buenos Aires. Een weekend later ben ik dan bijvoorbeeld in Zuid-Afrika of Australië. Soms sta ik op een dansvloer met een glaasje Jägermeister in mijn hand en denk ik: over exact twee dagen breng ik mijn kinderen naar school.”