Kraantje Pappie: “Ik luister alleen naar mijn eigen muziek”

Crane II vrijdag in de schappen

Joost van Beek ,

Waar is de Kraan? Nou, sinds een jaar of twee vrijwel overal. Het hing al in de lucht, maar met zijn debuutalbum Crane vestigde Alex van der Zouwen, beter bekend als Kraantje Pappie, zijn naam definitief in de vaderlandse hiphopscene. Sterker, zijn debuut maakte hem plotsklaps de meest succesvolle artiest uit de stal van Noah’s Ark. Zijn tweede plaat is inmiddels af en komt deze week uit. 3voor12 belde met de rapper. “Mensen moeten mij op m’n albums beoordelen.”

De titel van de tweede langspeler wekt de suggestie al; Crane II is het logische vervolg op zijn succesvolle voorganger. “Mijn albums vormen een serie, ik kan je al vertellen dat de volgende plaat Crane III gaat heten. Vandaar ook de Romeinse nummering, II is het verfijnde vervolg op m’n debuutalbum; Crane de Tweede dus. Ik denk vooruit, weet al sinds mijn eerste demo in 2007 in grote lijnen hoe mijn discografie eruit moet zien. Ik heb altijd concepten op de plank liggen. In 2012 was de tijd bijvoorbeeld nog niet rijp om het nummer Daar Lag Je Dan uit te brengen, ik was er nog niet aan toe. Die track staat nu wel op Crane II.”

Daar Lag Je Dan gaat over het ziekteproces van een naaste van Alex, een directe ‘in your face’-track waar direct de dansvloerstamper Mijn Nacht op volgt. Het is de balans tussen persoonlijke nummers en rauwe partytracks die Alex met Crane II opzoekt; “Er staan luisterliedjes op de plaat, maar de insteek is live-georiënteerd. Ik heb veel geleerd van het spelen in discotheken, daar luisteren mensen niet aandachtig naar je muziek. Daarom hebben we nu rekening gehouden met drops en opbouw, de dance-aanpak. De producties zijn weer van Nightwatch (beter bekend als Noisia red.) en gewoon van wereldniveau. Ik lever de teksten, zij het instrumentale werk, we zijn een spannende aanvulling op elkaar. Ik heb die nieuwe tracks nodig in de auto, want ik luister alleen naar mijn eigen muziek. Het is een eer dat andere mensen dat inmiddels ook doen.”

Alex van der Zouwen gold al een tijd als belofte maar sinds de release van zijn debuutalbum gaat het echt hard met de Kraan. Gretig zocht hij de schijnwerpers op, het leverde hem onder andere een baan bij BNN op, waar hij nu de Social Club presenteert. “Vanuit het niets had ik tweeëndertig achterneefjes en nichtjes. Sommige ‘vrienden’ gaan er prat op tijdens feestjes een boekje over mij  te openen, maar nemen niet eens de moeite om m’n album te luisteren. Je leert je vrienden kennen als er faam in het spel komt. Toch voel ik me nog steeds de underdog. Dat is niet zo, maar zo voelt het wel, ik heb maar één echte hit gescoord. Als mijn moeder belt en zeg; ‘Je gaat nu het gras maaien’, moet ik nog steeds zo snel mogelijk naar huis, anders heb ik een probleem.”

Voor Alex staat het artiestenbestaan gelijk aan noeste arbeid. Tot zijn twintigste had hij een carrière als judoka voor ogen, hij was meerde malen Nederlands kampioen. Die topsportdiscipline drijft hem nog steeds. “Ik slaap zo’n vier à vijf uur per nacht, je moet doorrammen. Toen ik sportte op het hoogste niveau betekende dit kots naast de mat, nu is dat slaapgebrek. Je moet gewoon aanvoelen wanneer je wel rust moet pakken. Als sporter heeft je lichaam hier baat bij, als muzikant is het verfrissend om vier maanden geen studio binnen te stappen, dat houdt je namelijk scherp. Die topsportjaren hebben me geleerd om te gaan met tegenslagen. Zowel als judoka als rapper was ik een laatbloeier.”

Die arbeidsmentaliteit drijft hem verder dan studio, poppodium en discotheek. Op dit moment legt hij de laatste hand aan zijn studie aan de Academie van Popcultuur, waar hij afstudeert op Kraantje Pappie, zichzelf dus. “Die scriptie is een soort zelfreflectie, een overzicht van mijn carrière tot nu toe. Het is goed voor me om dat naar ‘HBO-taal’ om te zetten, toch hoop ik dat ik dat papiertje nooit nodig zal hebben. Als ik het teruglees heb ik vrede met waar ik nu ben. Zelfs als de kraanhangers klaar zijn met me, besef ik dat ik heel ver ben gekomen.”

Als gevestigde artiest houdt Alex de nieuwe aanwas in de gaten, een van de redenen dat hij het label Bankpioniers oprichtte, waarmee hij nu acts binnenhaalt. Talentbinding noemt hij dit; “Met talentontwikkeling zit het wel goed, zeker binnen hiphop is de drempel laag. Talent komt sowieso wel naar buiten, het is belangrijk ermee doet. Veel artiesten trekken naar Amsterdam en dat doet ze de das om, ik bleef in Groningen. Ik wil nieuwe talenten dichtbij houden en verwacht veel van Fata, een hiphopcrew uit Deventer. Zij waren de reden dat Bankpioniers nu opgericht moest worden, maar er zijn meer acts die we weg kunnen zetten. Het loopt lekker, ik heb inmiddels twee mensen in vaste dienst genomen.”

Nu eerst de promotietour van ‘Crane de Tweede’, in de zomer wachten vervolgens de buitenpodia; “Ik heb zin om festivals en feesttenten af te gaan. Door de nieuwe single (Feesttent dus) krijg ik belletjes diep vanuit de provincie. [Met zwaar aangezet Gronings accent] ‘Ben jij die jongen van de feesttent, wij hebben een feesttent!’ Ik vind het tof om die shows aan te pakken en voor een sceptisch publiek te spelen. Na een show moet de helft van het publiek mij tof vinden, 10 procent moet dolenthousiast zijn. Ik houd er heel erg van sceptici te overtuigen, ik wil knokken. Ik doe van alles maar mensen moeten mij op m'n albums beoordelen.”

Crane II ligt vrijdag in de winkels.