Het verhaal van Howler is dat van een jonge band uit Minneapolis, die op een cruciaal moment een flinke duw in de rug kreeg. Rough Trade pikte het vijftal op en bracht afgelopen zomer debuut-EP This One's Different uit. Daarop hoorden we hoekige, rauwe garagerock gegoten in pakkende popliedjes, waarna eerst Pitchfork en vervolgens de immer gretig hypende NME Howler meteen tot belofte voor 2012 bestempelden. Dat stempel is voor menig bandje de nekslag, maar niet voor Howler. De band is gelukkig goochem genoeg om de twee beste nummers van het debuut - This One's Different en I Told You Once - mee te nemen naar deze plaat.
3voor12 bespreekt Album van de Week (6): Howler
Surfend op golven van vrijheid en zelfbeklag
Alsof je met je surfplank over een snikheet Californisch strand naar de branding rent, die golf pakt en die een hele middag lang domineert zonder je shades en brandingbrede glimlach los te laten. Dat gevoel dat je ook had toen Wavves met hun King Of The Beach album kwam en wat nu zover weg lijkt. Howler dus. Het zomerse album van de groep is het Album van deze winterse Week.
Denk aan het hoekige geluid van de eerste Strokes plaat Is This It, aan onbezorgde indiepop met Beach Boys/Beatles koortjes, aan de verveelde, narrige surf- en garagerock van Wavves met even gruizige als opruiende grunge referenties. Het zit er allemaal in en nog zoveel meer. Maar wat zegt dat over Howler? Is het vijftal onder aanvoering van frontman Jordan Gatesmith een van de betere copycats, hebben ze een gelukkige greep in de grabbelton van de recente popgeschiedenis gedaan? Het is een goede greep dat zeker, maar Howler laat meteen horen meer in de mars te hebben.
Gatesmith heeft ook een wat verveelde stem, maar zo zeurderig als Julian Casablancas (Strokes) of Nathan Williams (Wavves) wordt het nergens. Hij legt meer gevoel in zijn schorre meeslepende stemgeluid, waardoor je hem best een album lang kan hebben. Ja: twee van de betere nummers stonden dus al op de EP, maar Howler etaleert over de hele lengte een fijn gevoel voor rake popliedjes. Op dit full length debuut noteren we negen klasse songs (van de elf) en eigenlijk maar een niemandalletje: America, maar misschien is dat wel zo bedoeld. Gatesmith toont zich immers - ook in de albumtitel - kritisch over zijn land.
In Wailing (Making Out) en Pythagorean Fearem klinken de jongens als de jonge, wel sprankelende broertjes van The Strokes. Het snelle Back To The Grave en de downtempo distorted rockende Too Much Blood zijn vervaarlijk als Wavves en tegelijk zo catchy als kauwgom onder je zolen. Back Of Your Neck en Beach Sluts vertolken het ultieme vrijheidsgevoel: voor de haaien uit surfen en je daarna op het strand laven aan beer en babes. Zo onbezorgd is het leven van Gatesmith overigens helemaal niet, in zijn teksten klinken ontevredenheid, twijfel en liefdesleed door.
Ok: King of the beach zit er in de lage landen nu even niet in, maar met Howler op de doppen waan je je toch zeker King of the ice of snowboard champ. En ja dat kan ook binnen: deze vrijdag staan ze in Paradiso. Voor de band ziet de toekomst er met een vier album deal (twee resterend) met Rough Trade op zak sowieso zonnig uit.