Vrijdagmiddag maakte minister Marja van Bijsterveldt bekend wat haar plannen voor de Publieke Omroep zijn. Bekend was al dat Hilversum een flinke bezuiniging tegemoet kan zien, maar de precieze invulling volgde vandaag. Erik van Heeswijk, hoofdredacteur digitaal van de VPRO (waar 3VOOR12 onder valt) wordt niet vrolijk van de brief, maar ziet mogelijkheden. “De minister constateert heel terecht dat mediaconsumptie veranderd is. In de uitvoering haalt ze echter alle innovatie uit het bestel. De publieke omroep krijgt als opdracht daar te zijn waar het publiek is, maar de strikte regels bemoeilijken dat tegelijk.”

De huidige themakanalen blijven bestaan, maar omroepen moeten hun activiteiten voortaan uit hun eigen middelen bekostigen. Het kabinet wil daarnaast sterker toetsen of de publieke omroep marktverstorend is ten opzichte van commerciële partijen. Nieuwe diensten moeten met dat criterium voorgelegd worden in een goedkeuringsprocedure, waarbij commerciële media inspraak hebben. “Wij denken dat we binnen de redelijke grenzen blijven”, zegt Van Heeswijk.

De publieke omroep zal zijn activiteiten op internet sowieso met 35% terug moeten brengen, waarbij als criterium gehanteerd wordt dat activiteiten gekoppeld moeten zijn aan ‘programmatische activiteiten’. “Activiteiten op themakanalen en web only activiteiten moeten uit verenigingsgeld betaald worden. De VPRO legt toe op alle eigen activiteiten. Je kunt niet simpelweg zeggen dat bepaalde activiteiten uit verenigingsgeld betaald worden, en andere niet. De VPRO moet nu een schadeformulier opmaken. Ik hoop dat we iets van onze innovatiedrive kunnen behouden.”

Voor 3VOOR12 ziet Van Heeswijk geen concreet gevaar. De website is nauw verbonden met het programma op 3FM. “3VOOR12 is en zal altijd een belangrijke titel van de publieke omroep blijven. Ik zie de website door deze brief niet direct onder vuur komen. Ik zie zelfs kansen nu de samenwerkingsmogelijkheden met kranten en festivals versoepeld worden. Of 3VOOR12 een flinke bezuinigingsopdracht tegemoet kan zien, weet ik op dit moment nog niet.”