Tien jaar White Stripes, hoera! Jack en Meg begonnen de band in Detroit als man en vrouw, vertelden de pers vervolgens dat ze broer en zus waren en zijn inmiddels gescheiden. Jack woont nu met vrouw en kind in het zuidelijke Nashville en Meg in het zonnige Los Angeles. Maar dat Jack en Meg nog altijd twee handen op een buik is, kun je goed horen op Icky Thump, het zesde studio album van The White Stripes. En schiet je bij een eerste kennismaking misschien nog in een stuip bij het horen van blazers en doedelzakken, het lachen vergaat je wel bij de volgende draaibeurt. Icky Thump is het beste White Stripes album tot nog toe. En dus zeggen wij: Album van de Week!
Hoeveel boeiende albums kun je maken met z’n tweeën met alleen zang, gitaar en drums als de basisingrediënten? Niet veel, zou je denken en na drie White Stripes albums leek de eindstreep eigenlijk wel zo’n beetje in zicht. Maar het gitaar-drums dogma werd losgelaten en met hier en daar een basje, een orgeltje, een marimba of een gastvocaliste werden Jack en Meg nog altijd beter en beter. Jacks sparde ondertussen met singer-songwriter talent Brendan Benson in supergroep The Raconteurs. Wie afgelopen jaar op Lowlands Jack de Raconteurs-versie van Nancy Sinatra’s Bang Bang (My Baby Shot Me Down) hoorde zingen, kreeg eigenlijk een prima voorproefje van de afslag die The Wtripe Stripes zouden gaan nemen.
Icky Thump is dramatischer, hysterischer en filmischer dan al het eerdere werk. Het album is ook een stuk traditioneler dan de vijf voorgangers. Eerder al hoorde je zijn voorliefde voor indierock, blues en country. Nu hoor je bijvoorbeeld ook mandoline en doedelzak in het folky Prickly Thorn, But Sweetly Worn waardoor de vergelijking met de de oude immigrantenmuziek zich opdringt. Het nummer klinkt naar modder, goud, huifkarren, vuur en goedkope drank. In Conquest schurkt Jack ineens weer met zijn gitaar tegen de Mexicaanse grens aan. Het gitaar-trompet duel dat het nummer tot een kookpunt brengt is een logisch vervolg op de dramatische zang van Jack. Visioenen van zonovergoten haciënda’s in de dorre woestijn dringen zich op. Van noord naar zuid en van oost naar west, Jacks invloeden voor Icky Thump zijn grenzeloos.
En natuurlijk is er nog altijd genoeg plek overgelaten voor The Rock. In titelnummer Icky Thump staat Jacks strottenhoofd stijf van de adrenaline. Beukende drums, een psychedelisch orgel en een vette powerriff doen de rest. De sneer naar het witte Amerika is opvallend: Well, Americans: What, nothin' better to do? Why don't you kick yourself out? You're an immigrant too. Ook op de lick waarmee You Don’t Know What Love Is begint, is er een van dik hout en planken. Meg volgt dreunend elke wending en rost in de refreinen lekker door.
En zo klinken de twee White Strpes op Icky Thump - mede dankzij een goede studio in Nashville - groter en beter dan ooit.
Het blijft een mooi koppel, Jack ‘n’ Meg. Op de hoes blijven ze ook nu weer hun clubkleuren - wit, zwart en rood - trouw. Maar de duik die ze in 2007 in de verkleedkast hebben genomen is dieper dan ooit. Gezeten op een boomstronk zien ze er uit alsof ze eigenhandig het westen nog moeten veroveren. Op hun eigen manier welteverstaan. Ze zullen wel niet rusten voordat werkelijk iedereen weet dat The White Stripes meer is dan ‘the new kid in town’.
Icky Thump staat tijdelijk in de Luisterpaal