Programmeur Dave Andriese: “Ik kijk wel in de spiegel voor ik naar buiten ga”

Apemen bassist en rock n roll freak over zijn passie en realiteitszin

Ook deze week weer een ziel ontbloot in Ziel en Zaligheid. Presentatrice Leonieke Daalder sprak met Dave Andriese, bassist van The Apemen en programmeur van o.a. het Waterfront garage-festival Primitive en liet hem zijn levensverhaal vertellen aan de hand van zijn platenkast.

Apemen bassist en rock n roll freak over zijn passie en realiteitszin

Dave Andriese (33), oud programmeur van Rotown, programmeur van het garagefestival Primitive en straks programmeur bij Now & Wow ging al vroeg aan de muziek: “Ik heb het opgezocht, mijn eerste singletje was Waar Moet Dat Heen, Hoe Zal Dat Gaan van Barend Servet. Ik was net twee, maar het staat me nog heel helder voor de geest. Met mijn ouders naar de discograaf in Barendrecht. Vijf minuten later ging ik achterin de auto op het singeltje zitten. Krak, in tweëen…Misschien is dat wel het begin van mijn ziekte, die verzameldrift.” De passie voor de muziek wakkerde op zijn zevende echt aan: “Ik zag mijn eerste Elvisfilm op televisie. Het vuur dat daarvan af spatte, had me meteen te pakken. Dankzij mijn moeder, die een hoop platen van Elvis in de kast had staan, maakte ik ook een goede start. Ik ben ze allemaal heel fanatiek gaan luisteren.” De vlam werd een groot vuur voor alles wat met rock n roll te maken had en ging nooit meer uit. Twee jaar geleden organiseerde Andriese voor Nighttown in Rotterdam nog een Elvis weekend ter ere van de toen vijfentwintig jaar dode ster: “Als je dan al die liefhebbers ziet die daar op afkomen, die verering voor hun idool. Daar is god echt een kleine jongen bij.” Toch bleef het bij Andriese 'slechts' bij bewondering. “Ik krijg er vooral energie van. Maar op een kuifje na heb ik nooit de droom gehad om Elvis te willen zijn. Ik kom misschien een beetje gestoord over, maar heb wel nog een beetje realiteitszin.” Realiteitszin had hij ook al toen het goed ging met zijn eigen band The Apemen. Op het moment dat hij een goede boterham verdiende aan het spelen in die band, wist hij al dat het slechts een tijdelijke fase was waarvan de vruchten geplukt moesten worden als ze rijp waren: “De drang om dit te doen heeft met veel meer dingen te maken dan alleen de droom een keer door te breken en de rest van je leven niks meer te hoeven doen. Het is iets wat er uit moet, de stijl die erbij hoort, niet alleen in looks. Het gaat verder. Ik kan het niet goed uitleggen. Maar als je er eenmaal aan begint is er geen weg terug. Je kan niet zeggen, ik ga vanmiddag Andre Hazes joggingbroek een treetje bier halen. Nee. Ik kijk bij wijze van spreke altijd wel effe in de spiegel voor ik naar buiten ga.” De realiteitszin komt ook naar boven als hij praat over zijn aanstaande eigen kind. Want hoewel hij met zijn eigen band The Apemen flink getoerd heeft en verliefd is op het stadsleven, zorgt de komst van een kleien Andriesse ook voor een kleine aanpassing van de wensen: “We willen heel graag in de stad wonen. Maar het is ook rijkdom als je je kind rustig de deur uit kan laten lopen zonder dat het meteen onder de tram loopt. Ik ben zelf ook heel blij dat ik in de polder ben opgegroeid. In de groene weide spelen, slootjes springen, tegen schrikdraad pissen, stenen door de ruit gooien, dat soort dingen.” Dingen die hij zijn kind ook wil gunnen.