Jason Lytle, zanger/gitarist van Grandaddy, bespeurt een trend: “Iedereen is op het ogenblik ‘too cool’. Op feestjes staat iedereen naar de neuzen van z’n eigen schoenen te staren. Contacten leggen gaat steeds moeizamer.” Ook bij cd’s van indie-bands zag de voorman eenzelfde terughoudendheid: De meeste cd’s beginnen met een rustig aftasten: een voorzichtig kennismaken. Wij wilden dat doorbreken. Daarom leggen wij in het eerste nummer meteen al onze kaarten op tafel.”
Nadat de band was uitgetoerd met The Sophtware Slump begon Lytle aan een opvolger te denken: “Ik wist van te voren hoe Sumday moest gaan klinken. We hebben meteen spullen gekocht en heel veel zitten solderen.” Maar echt makkelijk ging het allemaal niet: “Elke dag leek wel een zondagavond. Ik zat enorm tegen de werkweek aan te hikken. We hadden tabak van de muziekindustrie. Er werd teveel van ons verwacht door teveel verschillende mensen. Ik ben hele andere dingen gaan doen: skaten, piano spelen, fietsen en gewoon op bed liggen. Ik wou niet opgeven en toch nog een poging doen.”
Jason Lytle vond uiteindelijk toch een oplossing om weer in muziek geïnteresseerd te raken. Luister naar het gesprek dat verslaggever Sander kerkhof had met de zanger gitarist van Grandaddy.
Grandaddy legt de kaarten meteen op tafel
“Ik wou niet opgeven en toch nog een poging doen”
Zanger/gitarist Jason Lytle zat na de tournee rond het vorige album The Sophtware Slump weer eens in een flinke dip. Bijna gooide hij met zijn band Grandaddy de handdoek in de ring. Toch gaf de band niet op en ondernam nog één poging: Sumday. Sander Kerkhof sprak met de frontman over alles wat daar tussen in gebeurde en meer.