Fotograaf en videomaker Anton Corbijn heeft de Pop Pers Prijs 2000 gewonnen. Het is de eerste keer dat een beeldend journalist de prijs - die eerder naar onder meer Martin Brill en Jip Golsteijn ging - in de wacht sleept. De Pop Pers Prijs is een initiatief van het Nationaal Pop Instituut (NPI) ter stimulering van de Nederlandse popmuziek en wordt uitgereikt voor het hele oeuvre van een popjournalist.
De prijs werd traditiegetrouw uitgereikt tijdens het Noorderslag Seminar in Groningen. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden van vijfduizend gulden. Naast de Pop Pers Prijs krijgt Corbijn ook het Buma Journalisten Stipendium. Deze werkbeurs is dit jaar voor het eerst uitgedeeld. Het geld, 10.000 gulden, mag Corbijn besteden aan een popjournalistiek project.
Corbijn is al jarenlang internationaal een vermaard fotograaf en videomaker dankzij spraakmakende foto's, hoezen en videoclips van artiesten als U2, Captain Beefheart, Depeche Mode en Nirvana. ,,Hij zet de traditie van de Hollandse meesters voort en is even beroemd als die schilders'', zo valt in het juryrapport te lezen.
Corbijn begon zijn carriere ooit bij Oor. Het was dan ook opmerkelijk dat hij in zijn dankwoord naar dat blad uithaalde. Maar de in Engeland woonachtige Nederlander deed dat naar eigen zeggen 'because I care'. Om beeld een krachtiger en creatiever rol te laten spelen in het blad, moet Oor een fotograaf in de redactie opnemen, stelde hij voor. Er is tegenwoordig een overdaad aan eenvormig en nietszeggend beeld in bladen en op tv, stelde Corbijn. Oor moet zich daar van onderscheiden en doet dat nu onvoldoende.
Op de site van Anton Corbijn valt te lezen dat hij op dit met succes weer met Depeche Mode aan het werk is en dat hij recent foto-sessies met Neu!, Moby en de Nederlande Geheelontkenners achter de rug heeft. Op filmgebied heeft hij onlangs met Beck en Dave Grohl gewerkt.
Fotograaf en videomaker Anton Corbijn sleept Pop Pers Prijs in de wacht
Fotograaf en videomaker Anton Corbijn heeft de Pop Pers Prijs 2000 gewonnen. Het is de eerste keer dat een beeldend journalist de prijs - die eerder naar onder meer Martin Brill en Jip Golsteijn ging - in de wacht sleept.