3voor12 bespreekt Album van de Week (18): Radiohead

Langverwachte negende album is emotioneel en intens

Atze de Vrieze ,

Het moest wel. Voor de wereldtour van Radiohead volgende week vrijdag in Amsterdam begint, moest de langverwachte LP9 er wel zijn, toch? En jawel, na een week raadselachtigheid en twee indrukwekkende videoclips was daar zondagavond A Moon Shaped Pool, een album vol verdriet en angst, maar ook met weergaloze arrangementen en flarden hoop.

Vijf jaar. Zo lang hoefden Radiohead-volgers nog nooit te wachten op een nieuw album. En toch was de Britse band nooit echt weg. Gitarist en arrangeur Jonny Greenwood maakte de afgelopen jaren per slot van rekening een hoop soundtracks, Thom Yorke maakte een album met Peppers-bassist Flea en heel af en toe sijpelde wat berichten door over het nieuwe album. Dat zou er komen, bezwoer Jonny Greenwood een jaar geleden aan 3voor12, vlak voor zijn optreden met klassiek werk op Best Kept Secret. ‘We hebben nu wel iets te lang stil gestaan, waardoor het opstarten veel tijd kostte. We werken nu periodes, af en aan. Vanmiddag ga ik met Thom werken aan een nummer waarmee we gisteren begonnen zijn. Kijken waar het toe leidt.’

In goede harmonie
Wat we op dat moment nog niet wisten, was dat de zanger op dat moment in scheiding lag met zijn partner Rachel Owen. ‘In goede harmonie uit elkaar’ luidde zijn officiële verklaring een paar maanden later, maar dat betekent uiteraard niet dat het een pijnloze breuk was. De meest concrete aanwijzing dat die allesbepalende gebeurtenis zijn weg gevonden heeft in de plaat vinden we in het slot van Daydreaming, een traag meanderende pianosong. Eind vorige week verscheen dat nummer al met een videoclip waarin Yorke ruim zes minuten lang deuren opent, te interpreteren als flashbacks en herinningen, maar ook als nieuwe mogelijkheden. Hij eindigt in een besneeuwde grot, waar hij zich neervlijt naast een haardvuur dat misschien net genoeg warmte afgeeft. In de slotminuut horen we niet alleen spooky strijkers - tussen treurig en angstaanjagend - maar ook een stukje omgekeerde tekst, dat door fanatiekelingen ontcijferd werd als ‘half of my life’, een onmiskenbare verwijzing naar de 23 jaren die Yorke deelde met Owen voor ie op 46-jarige leeftijd van haar scheidde.

De verleiding is groot om veel songs vervolgens die kant op te interpreteren. Zo lijken de twee songs die volgen op Daydreaming het traject van een ingrijpende breuk te volgen. Na het ruwe ontwaken uit de dagdroom in Daydreaming (‘It’s too late, the damage is done’) volgt de gitzwarte ontreddering in Decks Dark als de breuk definitief is, en een merkwaardig maar herkenbaar soort opluchting in Desert Island Disk. ‘Waking, waking up from shutdown / From a thousand years of sleep,’ zingt Yorke, en even later: ‘Different types of love are possible’. Na jaren in dezelfde dynamiek zijn er ineens nieuwe mogelijkheden die voorheen nooit een optie waren. Het zijn kalme songs: Daydreaming heeft een meanderende piano en heel ingetogen zang, subtiele strijkers en dat robotachtige backwards gemompel, terwijl de gitzwarte tekst van Decks Dark gecounterd wordt met een engelachtig koor. Bijzonder stijlvol gearrangeerd, zoals eigenlijk de hele plaat. 

Heksenjacht
Maar het is ook een valkuil om er een scheidingsplaat van te maken. Al was het maar omdat veel songs al een lang leven hebben en dus zeker niet specifiek over het onderwerp geschreven zijn. Afsluiter True Love Waits bestaat al sinds de eerste jaren van de band en belandde zelfs in 2001 al op Live-album I Might Be Wrong, terwijl Ful Stop en Identikit al gespeeld werden tijdens de tour van 2012. Er zijn daarnaast ook songs die overduidelijk niet gaan over persoonlijke perikelen. Eerste single Burn The Witch gaat over de heksenjacht op vluchtelingen die momenteel in veel Europese landen gaande is, terwijl The Numbers gaat over een maatschappij waarin mensen tot nummers worden gereduceerd. The Numbers is een van de beste en muzikaal ook meest opvallende nummers van de plaat, geworteld in de Britse folkhistorie, met een stevig door strijkers gestuwde apotheose. Er zijn weinig albums waar je zo heen en weer geslingerd wordt tussen ontroering en verbijstering over de productie.

Elementen die we zien in de ‘scheidingssongs’ duiken ook op in andere nummers, en eigenlijk in het hele oeuvre. De beklemming van een verbroken relatie staat naast de ‘panic attack’ in Burn The Witch. Fascinerend is ook het contrast in de videoclip tussen deze thematiek en het poppenspel, dat bij iedere Engelsman juist het gevoel oproept van een harmonieuze, beschermde maatschappij. Het vrolijk kwetterende vogeltje waarmee Radiohead het nummer introduceerde blijkt keiharde ironie. In Glass Eyes vindt een ik-persoon zijn medereizigers in een trein zo angstaanjagend dat hij uitstapt en rechtstreeks de natuur in vlucht, een terugtrekkende beweging die we Radiohead al veel vaker hebben zien maken. In het luchtige Present Tense vlucht Yorke ook, maar dan in dans. ‘I won't get heavy / Don't get heavy / Keep it light and / Keep it moving / I am doing / No harm / As my world / Comes crashing down / I’m dancing.’ Opvallend: de Braziliaanse ondertoon in het ritme van de song matcht met de overduidelijke verwijzing naar de vecht-dans-sport capoeira. 

Flarden hoop
Toch knap, om in zo’n serieuze plaat toch steeds accenten te plaatsen waarvan je opveert, of het nu flarden hoop in de tekst zijn of muzikale elementen. Zo zit je elke keer weer op het puntje van je stoel om te horen waar het heen gaat, en vaak word je beloond in de allerlaatste minuut. Net als in The Numbers gebeurt dat in Burn The Witch met strijkers. Die zijn het hele nummer lang sowieso al allesbepalend, maar in de laatste maten worden ze losgelaten om het vuur angstaanjagend hoog op de stoken. Het donkere Identikit krijgt aan het eind ineens een prachtige gitaarsolo die je eigenlijk niet aan zag komen, al was het maar omdat gitaarsolo’s in een conventionele songstructuur eerder ergens tussen een couplet en een refrein geplakt zitten. 

Maar het mooiste slotakkoord is True Love Waits, dat nummer dat al sinds 1994 circuleert en volgens de band nooit naar tevredenheid vastgelegd werd in de studio. Nu dan, en misschien is het juist die verbroken relatie die ook zo’n beetje in die tijd begon, die de stukjes op hun plek deed vallen. Het True Love Waits dat de meeste mensen kennen (de Oslo-opname op I Might Be Wrong) heeft een akoestische gitaar als basis, en die is vrij basic. Dat geldt ook voor de befaamde opname uit Brussel in 1995. In zijn uiteindelijke, definitieve vorm heeft het nummer een geweldige, ongrijpbare piano-ondersteuning gekregen, waarin de noten alle kanten op afdwalen, bijeen gehouden door Yorke’s stem. Eerst is er al de bittere twist: de ware liefde wacht… op een spookachtige zolder. En dan is er als slot die ene zin, die ineens niet meer zo krachtig klinkt zoals vroeger, maar eindigt in mineur: ‘Just don’t leave’.