RAUW in Rotown
Moderne jazz en meer dat ernaar smaakt
Er is geen enkele muzikale stroming na de jaren twintig van de vorige eeuw te benoemen die niets aan jazz te danken heeft. Hoe kan het dan dat de jazz zelf veroordeeld lijkt tot een niche voor liefhebbers die ofwel een aanzienlijke leeftijd hebben, ofwel een aanzienlijke muziekopleiding? Misschien letten we gewoon niet goed genoeg op. RAUW laat in Rotown namelijk zien dat jazz nog springlevend is. Drie acts die compleet verschillende genres lijken te spelen, maar waar jazz de verenigende factor is.
We trappen af met Pietre, een kwartet geleid door Allesandro Fongaro (contrabas), uit het noorden van Italië. Wie in de war raakt door het ontbreken van een overzichtelijke vierkwartsmaat moet even doorbijten. Fongaro is met zijn bas de dirigent die alles bij elkaar houdt, terwijl de overige drie muzikanten hun instrument stuk voor stuk zo enorm de baas zijn, dat het gevoel overheerst dat alles elk moment compleet uit de hand kan gieren. De geoefende luisteraar (die vanavond sterk vertegenwoordigd is) zal snel een leidmotief herkennen, een groove, van waaruit de solo’s je om de oren vliegen.
Door naar Meral Polat. Net zoals bij Pietre spat het vakmanschap ervan af. Als de drummer geheel in jazz-traditie de ruimte krijgt voor een solo, lijkt er een magnetisch veld aanwezig dat zelfs het laten vallen van een drumstick probleemloos over kan laten gaan in een variatie op de beat. Of let op het spel van de multi-instrumentalist die achter de eveneens loepzuivere toetsensectie Turkse psychedelica en Nigeriaanse Afrobeat op ons afvuurt. ‘Kurdish Soul’ noemt Meral Polat het zelf. Wij noemen het ‘fucking goed’ en benadrukken daarbij hoe Meral de zaal compleet om haar vingers windt met haar veelzijdige stem. Het ene nummer rapt ze bijna spugend de zaal in, bij het volgende zit ze vooraan op het podium voor een ballade over verzet. Dit jaar komt er een tweede album uit, dat wij hier vetgedrukt onderstreept op het wensenlijstje hebben gezet.
Afsluitend treedt Bandler Ching uit Brussel aan. Bandler Ching tapt uit het jazz-vaatje van Flying Lotus en Thundercat en doet dat met verve. Op zeer creatieve wijze zet de band effectpedalen in om de meest uiteenlopende klanken uit de basgitaar en saxofoon te krijgen. Live (post)dubstep klonk niet eerder zo fris. Na afloop horen we iemand bij de toiletten zich beklagen dat het ‘weinig muzikaal’ was, met al die effecten en gedoe. We hopen dat de receptie van zijn bejaardenhuis geen avondklok heeft. RAUW bewijst de jazz en het publiek een dienst met deze showcase van oneindige mogelijkheden. Jazz doodverklaren is in Rotterdam sowieso vloeken in de kerk, en als dit het verse talent is ben je er overduidelijk decennia te vroeg mee.