Was gisteren door de hitte en OV-perikelen een beetje een valse start, vandaag maakte Best Kept Secret dat meer dan goed met een geweldige tweede festivaldag vol hoogtepunten. Al dat moois past met moeite in een lijstje, maar uiteindelijk was glashelder wie dé act van het moment is, viel er een traantje van ontroering en zagen we twee overdonderende bands uit België: eentje met loodzware riffs én de headliner met drie drummers en hele grote knoppen.

11. The Streets

Mike Skinner van The Streets heeft net de Big Five gespot in de Beekse Bergen en wil de safari doortrekken op de mainstage. Komt dat effe goed uit: binnen vijf liedjes springt hij op iemands schouders (‘net een zebra!’), al snel buitelen de eerste crowdsurfers als aapjes over elkaar en dan ziet Skinner zijn kans schoon: hij wil het nieuws halen. Met een slang van crowdsurfers. Hoe dat werkt: je zwiept zoveel mogelijk mensen de lucht in, zet ze op en rijtje en laat ze elkaar bij handen en voeten grijpen als een meterslange human centipede. Gaat natuurlijk hartstikke mis, maar als aan het einde die meterslange crowdsurfslang bijna tot het water reikt voelt het toch alsof hier een nieuw festivalrecord is neergezet.

10. Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs

Pigsx7 maakt heavy metal, stoner en psychrock met de mentaliteit van een WWE-showworstelaar die zich klaarmaakt voor de finale. Heavy, een tikkie camp en klotsend van de testosteron dus. Als vanzelf willen juist de gasten crowdsurfen die eigenlijk iets te groot, lomp en zwaar zijn om te crowdsurfen. Het is ook net te rustig, dus voor je het weet sta je met z’n vieren een zweterige beer te sjouwen die je helemaal niet kent. Huts, voet in je gezicht! Telefoon kwijt! Bier door de lucht! Wat maakt het uit dat er statiegeld op dat bekertje zat, opeens zijn alle hersencellen dood en is het holbewonersbrein alles dat rest. IKKE. MOET. BEUKEN!

9. The Pill

‘Is this a European adapter or something?’ grappen de meiden. Ja, het is geen lekker begin voor The Pill’s tweede show van vandaag (wat was die Muziekgieterij-sessie heerlijk!): er wil maar geen geluid uit Lily’s gitaar komen. Complimenten voor het snelle schakelen, na een klein intermezzo wordt hun ‘silly bimbo punk’ weer vrolijk ingezet en kan het moshen beginnen. Vol overtuiging schreeuwen ze hun liedjes uit over de strubbelingen van het blond zijn of betrapt worden in bad. En wat hebben die meiden lol op het podium; als kwispelende hondjes springen ze om elkaar heen en delen lachend een microfoon. Maar het zijn ook gewoon volwaardige rocksterren hoe ze over het podium bewegen, met hun typische buiginkjes naar elkaar en dan weer achterover. Hoppa, schop dat been maar in de lucht! Conclusie: ‘This is the best show we’ve played, I will tell my grandmother about you guys.’

8. ⁠Lucy Dacus

Welja, een van de allermooiste liedjes over onbereikbare liefde ooit geschreven, achteloos vooraan in de set gespeeld. ‘What if we don't touch? What if we only talk about what we want and cannot have?’, zingt Lucy Dacus in het hunkerende ‘Ankles’, dat natúúrlijk eindigt met het toegeven aan de onbedwingbare lust. En vervolgens ’s ochtends samen de kruiswoordpuzzels in de krant oplossen en een kopje thee drinken. Het is nóg mooier geworden, nu we weten dat het waarschijnlijk over Julien Baker gaat, bandgenoot in hun supergroep boygenius (met ook Phoebe Bridgers). 

Vandaag mag Dacus op keihard gillende meiden rekenen wanneer ze boygenius-hit ‘True Blue’ speelt (met nog zo’n ijzersterke zin: ‘I can’t side from you like I wide from myself’.) En besef, al ver voordat Dacus te maken kreeg met flauwvallende überfans maakte ze ook al mooie liedjes. Ze sluit af met ‘Night Shift’, nog zo’n liedje vol hartverscheurende details. De rest van haar band kleurt wel erg braafjes binnen de lijntjes, maar Dacus is charmant op een nonchalante manier. Ze wandelt over het podium met een kopje thee, het zakje hangt er nog in, zwaait af en toe naar wat fans alsof ze hen persoonlijk kent. Leuk ook dat Nederlander Nana Adjoa een liedje mag meezingen (‘zij speelt vandaag Hozier’).

7. L.A. Sagne

Een bassist in roze glittershirtje, een gitarist in leren chaps, een drummer met ‘male drummer’ op de borst en een achteloos schreeuwende zangeres: het zit wel goed met de stage presence van LA Sagne. Maar daar blijft het godverdomme niet bij -- tijd voor een tsunami aan moshpits en de gekste, hardste, leipste show van de dag. Tara Wilts heeft zó’n lekkere nonchalante houding terwijl ze de piepkorte garagepunk-nummers door de microfoon brult. Boos zijn we! Het is een loeistrak gespeelde show met overvloed aan circle pits, uitgedeelde Salmari shots (‘tegen de hitte’), aangestoken sigaretten en vooral heel, heel veel zweet. Worden we op de valreep nog getrakteerd op de billen van gitarist Lazlo Rogier ook!

6. Soulwax

Het is een bekend fenomeen in de festivalwereld: je boekt een band met de verwachting van een nieuw album, maar dat wordt uitgesteld. Daar zit je dan met een headlinerset vol oude liedjes. Bij Soulwax gaat dat anders. De Belgen zijn weer eens eindeloos aan het schaven aan nieuw werk, maar spelen dat vervolgens wel gewoon. Vanavond zelfs vijf nummers achter elkaar, tijdens het overdonderende middenstuk van de set. Vorig jaar op Lowlands speelden ze daar ook al een aantal van, maar toen voelde dat nog meer onaf, en een beetje naakt in het halve daglicht. Deze show is veel overtuigender dan die van een zomer geleden.

Lees hier de hele recensie.

5. TV on the Radio

Dikke kans dat IEDERE festivalganger onder de dertig – behalve Teun, onze favo 14-jarige muziekexpert – effe z’n wenkbrauwen optrok, toen Best Kept Secret de poster presenteerde: TV On The Radio, qu’est-ce c’est, en waarom staat die act dikgedrukt naast Eefje, Soulwax, Deftones, Wilco en Michael Kiwanuka?

Yup, TV On The Radio is een nogal vergeten band, en dat terwijl de Brooklynites in de zeroes de New Yorkse muziekscene totaal op z’n kop zetten, met een artier geluid dan hun tijdsgenoten The Yeah Yeah Yeahs, The Strokes en LCD Soundsystem. Ongrijpbare alt-rock/post-punk/gospel/soul/-whatever-brouwsels waarin zóóóveel gebeurd, om vervolgens te morphen in een meer straightforward rockband. Deze eerste Nederlandse show in tien (!) jaar is een reünietour, en ze hebben geen tijd te verliezen: de band – uitgebreid met drie extra koppen, en drummer/bassist/toetsenist Jeleel Bunton die de gitaar oppakt om de zieke gitarist/producer Dave Sitek te vervangen – vlamt de songs er werkelijk doorheen, vrij maar strak in vorm. En Tunde Adebime, nog altijd een begeesterde frontman die als een gospelzanger over het podium heenstormt, heeft al binnen één liedje het zweet over zijn gezicht druipen. Geen geklets, knallen maar.

4. Amenra

Daar is Amenra, de duistere trots van België. Dit jaar hebben ze zowaar Metallica van de troon gestoten in De Zwaarste Lijst van StuBru. Dertien van de zeventien edities stond de band van James Hetfield bovenaan in die populariteitslijst, maar dit jaar overwon Amenra’s ‘A Solitary Reign’. Ze spelen hem vanavond als slotsong van de set, en komen daar nog het dichtst bij serieus riffen in de buurt. Vaker is de muziek van Amenra een overweldigende bulldozer van geluid: trage sloopkogels van ritmes, gitzwarte gitaarakkoorden waar toch ook melodieën komen bovendrijven. En zanger Colin van Eeckhout, die kotst alle ellende eruit in ijzingwekkend gekrijs, maakt gebaren dat-ie zijn ogen eruit trekt, staat met zijn rug naar het publiek te headbangen om zich door de duisternis te laten verzwelgen. En dan… dan is er opeens de verstilde pracht middenin de donkere poel van ‘Plus près de toi’, waar Colin ook ijl, hoog en breekbaar zingt. Het kleine ‘Heden’, met een basdrum die klopt als een hart. En daar gaan ze weer, het duister in, terwijl de hele tent welhaast bezworen is, traag mee staat te headbangen.

3. Kae Tempest

‘Soon child, you’re gonna find release!’ Wauw. Kae Tempest was altijd al een performer die de aandacht afdwong, al voor zijn gendertransitie straalde hij een gigantische rust uit in zijn performance. Maar… dat lijkt nog dieper te gaan. Op het podium: een herboren mens, een zelfverzekerde man die zich met nog diepere stem richt tot zijn jongste zelf, en die aanspoort om door te zetten. ‘This is peace to the kid that came after.’

Het is de nieuwste single van Self-Titled, de aanstaande plaat die werd getekend door zijn gendertransitie. Hij speelt er nog twee liedjes van. Als eerste ‘Diagnoses’, een aanklacht tegen de labeltjes die op worstelende mensen worden geplakt. En ook ‘Statue In The Square’, een gebalde vuist voor transmensen in deze doodenge tijden, de activisten die nu met de nek worden aangekeken maar later zullen worden geëerd met standbeelden. Opvallend dat de beats heavier zijn dan eerst, alsof hij niet langer bang is dat de boodschap bedolven raakt. Ze worden gespeeld met één synthmens, die het zelf ook niet drooghoudt bij de hoopvolle voorlaatste song. ‘I’m beginning to fade, but my sanity’s saved ‘cause I can see your faces.’ Ja, dat komt wel binnen ja.

2. Jacob Alon

‘En dan gaan we nu zingen over poppers en Grindr’, grinnikt de Schotse Jacob Alon. Niet direct de meest voor de hand liggende onderwerpen voor zulke breekbare folk, hè? Maar voilà, toch blijkt er een hartverscheurend mooi liedje in te zitten. ‘This is a place where love goes to die’, weent Alon. Veel van hun muziek gaat over queer schaamte, over de paradoxale angst om lief te hebben, om überhaupt te ZIJN. ‘Want kennelijk is ons bestaan al een probleem voor sommigen’, zegt die, verwijzend naar de oorlog tegen queer en het anti-trans-beleid in Amerika. 

Zowel het kunstige gitaargetokkel hoog op de hals van diens akoestische gitaar (in een minder conventionele stemming) als het indringende stemgeluid doen wel denken aan Adrienne Lenker. Dat wordt mooi omlijst met hun beste vriend op accordeon. Lief verhaal houdt ‘Cob’ ook over Best Kept Secret: dit was het allereerste festival dat-ie op 19-jarige leeftijd bezocht. ‘Maar toen was ík niet zo vroeg uit bed, hoor!’ Zo innemend en cute dat heel Best Kept Secret Jacob Alon het liefst in een doosje zou willen stoppen en meenemen. Het perfecte antikaterontbijtje op deze tweede dag. Als je het niet erg vindt ook al wat alcoholtraantjes te plengen.

 

1. Kneecap

Mooi fenomeen na het concert van Kneecap: overal gaan handen omhoog met telefoons, kettinkjes, zonnebrillen en portemonnees. Het was dan ook een slagveld bij de Noord-Ieren, die vandaag voor de allereerste keer op een mainstage stonden. Tot vorige week zouden ze in TWO spelen, maar het rumoer rond de militante rappers nam steeds meer toe. Na controversiële uitingen over de genocide in Gaza roepen sommigen in de media en industrie om een boycot. Maar Kneecap laat zich de mond niet snoeren.

Terwijl voor het podium Palestijnse vlaggen zwaaien en een watermeloen strandbal stuitert, tonen rappers Mo Chara, Móglaí Bap en DJ Próvaí (met Ierse bivakmuts) zich anti-autoriteit op elk vlak. Ze kicken de Britten eruit, steken hun middelvingers op tegen snuffelhonden op raves en herhalen hun statements over Gaza. ‘Wij komen uit Noord-Ierland, wij hebben eeuwenlang aan de verkeerde kant van kolonialisme gestaan’, klinkt het. Wie de fantastische en razend grappige biopic gezien heeft kent het verhaal. Niet huren bij Amazon, gewoon ergens gratis rippen, want fuck Jeff Bezos. Nog één keer opent Kneecap de grootste cirkelpit die het brave Best Kept Secret ooit gezien heeft, met een gulle grijns van de drie leden. I'm hood, low life scum. Best Kept kwam voor een riot en kreeg de meest urgente show van het weekend.

Ook gezien

Remy van Kesteren
Na jaren rond de wereld gereisd te hebben in het keurslijf van een klassiek orkest jaagt harpist Remy van Kesteren nu zijn indiedroom na. Dat doet hij met onder meer Robin Kester, Kim Janssen, Pitou en Nana Adjoa, met muzikale uitstapjes richting folk, triphop en barokke jaren tachtig pop. Het blijft natuurlijk een harp, maar Remy dwingt hem kanten op die we niet gewend zijn. De dag aftrappen met een tedere ode aan het avontuur, mooi toch.

Khana Bierbood
Bij de Thaise psychrockband Khana Bierbood is niet de zanger, maar de gitarist links de blikvanger. Hij lijkt wel tachtig procent van de tijd te soleren, en hij is ook nog veruit de coolste van de zeskoppige band (haar, shirt, benen, moves), dus vooruit jongen: wah wah maar raak, je bent een ster.

Spinvis
Zoals dat gaat: Erik de Jong was geboekt voor een dj-set maar kwam met samplers, gitaren en pedalen. Hij mashupt ‘Jolene’ en ‘Superfreak’, eert Sly Stone en creëert dance spoken word versies van eigen liedjes ‘Smalfilm’ en ‘Ik Wil Alleen Maar Zwemmen’. Gen-z staat te glunderen.

Ciska Ciska
De Belgische indiefolkies Ciska Ciska, geleid door de met vlechtjes getooide Ciska Dhaenens uit Gent, brachten dit voorjaar hun fraaie eerste single ‘Biotope’ uit, een liedje dat Big Thief ademt. Ciska onderscheidt zich met een bijzonder trefzekere stem, maar haar liedjes zijn qua dynamiek en compositie nog niet zo spannend als haar grote voorbeeld.

Jasmine.4.t.
De heartbreaking folkrock van Jasmine.4.t., over haar worstelingen als transvrouw en breuk met haar familie, zou op zo'n vroege-ochtend-slot keihard kunnen binnenkomen... maar waarom die band speelt alsof er iets kapot moet? De basgitarist verliest twee snaren (?!) en moet het podium af, de vioolpartijen sneuvelen ook in de loudness war. Sad life.

Lael Neale
Noem een iconischer duo dan Lael Neale en haar Suzuki Omnichord. Een grotendeels zittend publiek kan tussen de bomen genieten van haar dromerige shoegazey popliedjes. De lange stiltes tussen de nummers en wat technische problemen halen de vaart van de set er enigszins uit, maar ze weet sterk te eindigen met uptempo drumloops en golvende psychedelische synths.

WITCH
Met een schaal fruit in zijn hand komt de zanger van Zambiaanse rockveteranen WITCH het podium op. De band gaat al sinds de jaren zeventig mee, maar ze kunnen het nog steeds. Hier en daar is het wat rommelig, maar ach, rock 'n roll draait om de spirit, en die overstijgt zowel leeftijd als plaats van herkomst. ‘This song was about ladies, but that has changed, ladies are not as important anymore,’ zegt de zanger terwijl hij een half-opgegeten banaan in zijn zak propt. 

TVOD
Lekker begeesterd zooitje, maar TVOD uit Brooklyn New York is ook de zoveelste punky garageband, en rond middernacht is Best Kept Secret oververzadigd in dat straatje. Tammere bedoening dan het zou moeten zijn.

Lander & Adriaan
Traditiegetrouw staat dit Belgische duo in het midden van de zaal, waar ze met hun bijzondere symbiose van digitale synthesizers en loeistrakke drums het nachtprogramma van Best Kept Secret naar hoger niveau tillen. Met een indrukwekkende mix van jazz-fusion, old-school dance-geluiden en krankzinnige ritmes laten ze ons op alle uithoeken van clubcultuur dansen.

Sean Kuti & Egypt 80
Toen zijn vader, afrobeatpionier Fela Kuti overleed, nam zoonlief de zaak van. Het is een politieke muziekstroming: Martin Luther King en Malcolm X kijken toe vanuit het scherm en Kuti roept op om Gaza en Afrika te bevrijden, Europa ‘te verlossen van de nazis’. Maar bovenal speelt de band Egypt 80 bedwelmende nummers met de puls van de Niger die vaak tien minuten doorrazen. De vele fladderbloesjes in de crowd laten zich met de stroming van de betere nummers meeslepen, maar veel songs voelen toch wat oeverloos en langdradig, en missen een swingmeester a la Tony Allen op drums.

Songhoy Blues
Zou het dak er nou af gaan als deze Malinese groep ‘s avonds in een wat kleinere tent zou spelen? Waarschijnlijk wel: hun spel is virtuoos en soepel, het klinkt allemaal als een klok en wat een charismatische gasten. Maar helaas; als opener van de mainstage in de plots vrij intense zon, zoeken mensen liever de schaduw dan dat ze vooraan bij het podium gaan staan.

King Hannah
Hannah Merrick van King Hannah lijkt wel rechtstreeks uit een schilderij van Charley Toorop weggelopen. Ze is een ronduit surrealistische verschijning, met haar priemende ogen en rode jurk. Samen met gitarist Craig Wittle maakt ze intrigerende, trage shoegaze, die meer aandacht verdient dan Best Kept Secret om acht uur ‘s avonds op kan brengen.

Ugly
Ugly’s ex-bandleden van Black Country, New Road staan al ruim een kwartier van tevoren met smart te wachten op het spektakel dat het zestal uit Cambridge zal gaan neerzetten. Wat volgt is een bedwelmende mix van punk, postrock, koorzang en folk. De klap op de vuurpijl is de zesstemmige, fuga-achtige afsluiter, die loepzuiver en met volle overgave wordt gezongen. ‘Godverdomme, man’, zegt de zangeres met een Engels accent, en dat dacht iedereen in de zaal vast ook.

Christian Lee Hutson
‘What are you doing here? Why are you not at Lucy?’ grapt Christian Lee Hutson als hij opkomt. Daar zit een kern van waarheid in, want de programmering is nogal ongelukkig voor de Amerikaanse folkzanger. Zijn set valt samen met die van Lucy Dacus, een artiest die uit dezelfde scene komt (de twee zijn zelfs bevriend). Desalniettemin zijn de nummers bloedmooi, mede mogelijk gemaakt door de violiste die tijdens het strijken een loepzuivere tweede stem zingt. De droge teksten tussen de nummers door en een korte poging tot een cover van ‘Africa’ van Toto geven de show ook nog een leuke knipoog.

Baby Berserk
Dit artsy elektronische trio vindt zijn inspiratie in de Londense punkscene: het is cool, laidback, dansbaar en heel erg fashionable. Niet per se de meest energieke muziek die de Casbah gekend heeft, maar wat kán frontvrouw Lieselot Elzinga het publiek opzwepen met haar verleidelijke podiumkracht en publieksinteractie.

Daufødt
Daufødt heeft een Grammy gewonnen in thuisland Noorwegen en laat in de Casbah zien dat dat méér dan terecht is: de helft van het publiek blijft aan één stuk door kolken in een biergooiende moshpit. Doorweekte shirts en zelfs een bloedneus houdt het publiek over door Daufødts sterke mix van punk en metal, van noise rock naar drone. Wat Annika Linn Verdal Homme zingt mag god weten, maar één ding is zeker, en dat is dat het HARD gaat.

Caribou
Armen in de lucht voor Caribou, die zijn knuffelelektronica met zijn liveband naar een festivalset vertaalt. Een beetje slordig gedaan helaas, maar die nieuwe versie van ‘Sun’ met epische elektronicabreak klinkt te gek en ‘Can’t Do Without You’ is vanzelfsprekend een zes-sterren-song.