Album van de Week (30): Billie Marten
Folk singer-songwriter kiest op vijfde plaat voor een groter bandgeluid
Het is een onschuldig handigheidje voor sommigen, maar vandalisme in de ogen van anderen: dog ears, oftewel ezelsoren. Je weet wel, die vouwtjes in de bladzijden van je favoriete roman, waar Billie Marten als echte dierenvriend en kortstondige literatuurstudent haar vijfde plaat naar vernoemde. Op Dog Eared breidt de Engelse folkmuzikant haar muzikale pallet flink uit, en kiest ze voor grove penseelstreken en bandleden met een eigen wil. En al die frisse nieuwe keuzes leiden tot een album waarop ze zichzelf in alle opzichten overstijgt.
Marten is pas 26 lentes jong, maar tegelijkertijd een oude rot in het vak. Al in 2014 tekende ze als prille 15-jarige een platencontract bij Sony, met een indrukwekkende catalogus aan gestripte folksongs en miljoenen streams tot gevolg. Ze heeft dus meer dan genoeg ervaring opgedaan om het eens over een heel andere boeg te gooien. De tijd was rijp om te ontsnappen uit haar zelfgebouwde singer-songwriter-kooi, en een stap te zetten richting een voller bandgeluid. En op zo’n moment schakel je natuurlijk niemand liever in dan producer Philip Weinrobe, die o.a. werkte met Adrianne Lenker, Buck Meek en Florist. Hij toont zich wederom een meester in het maken van kabbelende folk-arrangementen, vol kalmerende tokkels op gitaren met rubberen bruggen.
Ze namen de plaat op tijdens een bloedhete zomer in New York, waar Marten tijdens het schrijf- en opnameproces door een volledige band werd bijgestaan. De muzikanten waren vrij om allemaal hun eigen ideetjes toe te voegen aan Martens ruwe demo’s. Die botergladde riedels van bassist Josh Crumbly, de nonchalante 6/8 blues jam op ‘No Sudden Changes’, die fuzzy gitaren op ‘Clover’: Dog Eared klinkt als een echte teamprestatie – alsook een oefening in dingen uit handen geven.
Met Dog Eared brengt Marten ook de nodige ezelsoren aan in haar eigen leven. Elk liedje voelt als een gemarkeerd fragment, dat het om uiteenlopende redenen verdient om uitgelicht te worden. Een kind dat patronen zoekt in het tapijt van haar oma (‘Feelings’), of een kat die gelukzalig in de schaduw ligt te chillen (‘Crown’) – Marten toont aan dat zowel de belangrijke als de onbenullige momenten het leven vormgeven. Met Dog Eared brengt ze een ode aan die herinneringen en hoe ze langzaam vervagen. Het is een plaat om nog heel lang te onthouden en nog heel vaak bij terug te keren. En als je straks niet meer weet waar je ook alweer was gebleven, kent Marten daar nog wel een trucje voor.