PP25: The Royston Club overwint de hitte met speels gemak
Welshmen serveren vrolijke Stage 4-indierockset
Dat er ieder jaar zo’n zeshonderd indiebands worden opgericht, is geen goed bewaard geheim. Nog altijd duiken er jonge gasten op die klinken alsof ze rechtstreeks uit het voorprogramma van The Strokes of Arctic Monkeys anno 2007 zijn geplukt. En jawel: ook op Pinkpop krijgen we dit jaar een flinke schep nostalgisch gitaarwerk geserveerd, recht uit het tijdperk waarin The Kooks nog als een van de coolste bands gold. De tijd vliegt, nietwaar?
The Royston Club is precies zo’n band, die - laten we eerlijk zijn - niet bepaald de gitaarmuziek heruitvindt. Maar dat is buiten hun blik aanstekelijke indierocksongs - die inderdaad ergens tussen The Kooks, Circa Waves en The Wombats in zweven - gerekend. Want zodra ze aftrappen met ‘The Patch Where Nothing Grows’, zie je het gebeuren: nieuwsgierigen verlaten hun zwaarbevochten schaduwplekjes om toch maar even te komen kijken. En terecht: dit is zo’n track met een refrein dat vijftien jaar geleden moeiteloos de festivalanthem-status had bereikt.
Zanger Tom Faithfull straalt een natuurlijke cool uit in zijn all-black outfit (gedurfd, met de zon pontificaal op je harses) en haalt zonder moeite elke noot. Van publieksfavorieten als ‘Mrs Narcissistic’ en ‘Mariana’ tot het nieuwe ‘Glues To The Bed’, ze maken de Stage 4 eindelijk écht los.
Het moment:
Links vooraan gaat een koppel compleet uit hun plaat: bij elk nummer springen ze alsof er geen uitgedroogd gras maar een trampoline onder hen ligt. Kletsnat tot op de onderbroek.