Album van de Week (7): Jessica Pratt
Prachtig verstilde folk als troost voor de moderne mens
Het nieuwe album van Jessica Pratt klinkt als een instant classic. Quiet Signs heeft iets tijdloos: aan de ene kant vol melodische herinneringen aan de folk van de sixties en seventies, aan de andere kant met een rust en stilte die we in de alsmaar voortdenderende 21e eeuw steeds beter kunnen gebruiken. Dit derde album is de eerste plaat die Pratt niet thuis opnam, maar in een professionele studio. Dat betekent echter niet dat ze haar intieme geluid nu heeft volgepropt en gladgestreken: Quiet Signs is, de titel zegt het al, misschien wel haar stilste plaat ooit. Met kale, maar warme arrangementen op akoestische gitaar, piano en een piepklein beetje orgel of dwarsfluit creëert Pratt ruimte in je hoofd.
De Californische songwriter zingt met een bijna geknepen stemgeluid, vaak eigenlijk onverstaanbaar, waardoor je soms denkt dat je naar melancholische Franse sixtiespop zit te luisteren. Zo nu en dan doemt er ineens een zin ineens toch heel helder op, zoals halverwege ‘This Time Around’: ‘It makes me want to cry’ - opvallend direct voor Pratt, maar tegelijkertijd met een open einde. ‘Mensen kunnen hun eigen betekenissen op de teksten projecteren,’ zo vertelt ze tegen Pitchfork, ‘en met de melodische aanwijzingen het materiaal gebruiken als een soort copingmechanisme. Dat vind ik belangrijk.’
Quiet Signs heeft een troostende, tijdloze magie; een prachtig copingmechanisme voor al je moderne sores.