Kleurrijk Absynthe Minded nog altijd in topvorm
Gentenaren trappen hun Sunday Painter Tour af in een uitverkocht Paradox
“Het is tof om eens een klus te doen in Nederland, in plaats van al die arena’s in België!” grapt frontman Bert Ostyn, die ooit als eenmansproject Absynthe Minded oprichtte. De inmiddels uit vijf leden bestaande Gentse indierock-/jazzband heeft al heel wat podia gezien en speelt vandaag de eerste Nederlandse show van hun Sunday Painter Tour in de Paradox. Naast hun bekende repertoire komen natuurlijk ook de nieuwe songs van hun alweer achtste album Sunday Painter voorbij. Zoals bijvoorbeeld ‘In The Shade’, waar de mannen de avond rustig mee openen.
Hoewel de sound niet veel verschilt van oudere nummers als ‘Easy’ en ‘Beam’ die volgen, is dat niet erg. De kenmerkende, opwekkende beats van drummer Laurens Smagghe in combinatie met de jazzy accenten die gitarist Toon Vlerick blijven een genot om naar te luisteren. Naarmate de set vordert, groeit het plezier zowel op als voor het podium. Ostyn waagt zich voorzichtig aan wat dansmoves, de drummer en toetsenist hebben hun onderonsjes en de groovy en funky baslijnen van Sergej Van Bouwel hebben een aanstekelijke werking op het publiek. De kleurrijke, nieuwe geluiden en dansbare synths van de nieuwe song 'Sundays Child’ en bluesy gitaren in ‘Jokes and Curses’ dragen hieraan bij. En voor de trouwe fans spelen de Belgen hun allereerste radiohit ‘It Could Be’ uit 2004.
Het jazzfeestje draait 180 graden om wanneer de heren een onverwacht, experimenteel momentje hebben met het nummer ‘Cancel Fest’. De ‘absynthe’, verwijzend naar de hallucinerende stof ‘absint’, is in ons bloed gekropen wanneer de band op volledig uit hun dak gaat op dit chaotische, jazzy nummer met country-invloeden. Na deze muzikale ontdekkingstocht belanden we weer met beide benen op de grond en kunnen we niet ontkennen dat de intieme kant van Absynthe Minded nog steeds favoriet is. Vooral het nummer ‘Natural’, waarin de frontman zijn gitaar aan de kant schuift en op het randje van het podium ons één voor één aankijkt en toezingt met zijn meeslepende, galmende vocalen. In de toegift, waar luid om wordt gejoeld, laten de Gentenaren maar weer eens zien dat ze van vele markten thuis zijn met een uitstapje naar hun ruigere rockrandje. Wanneer alles gezegd en gedaan is, volgt het bedankje van Ostyn: “Merci, en tot de volgende keer,” en wij kijken nu al uit naar die volgende keer.