Kameleon Róisín Murphy laat zich niet grijpen in de Gashouder
Hitparade zonder inkoppers
Van een harige knuffeljurk naar een streng, strak directrice mantelpak, en weer door naar een artistieke witte baret. Je hoeft maar met je ogen te knipperen of Róisín Murphy heeft weer een transformatie ondergaan tijdens de eerste van twee uitverkochte concerten in de Amsterdamse Gashouder. Sexy, stoer, serieus, grappig, ze is het allemaal, en soms verenigt ze zelfs dingen die niet samen lijken te gaan, zoals wanneer ze de zwarte-weduwe-look komisch ontregelt door overdadig windmachine-gebruik. De flamboyante ex-Moloko zangeres flaneert graag en achteloos, maar ze is geen pleaser. Ze dompelt haar hele oeuvre vanavond onder in de plagerige sfeer van het album Hit Parade, dat ze maakte met de Hamburgse DJ Koze.
Op voorhand zou je misschien verwachten dat die combi een stomend dansvloer-album oplevert. Murphy’s voorlaatste album Róisín Machine was inderdaad een meeslepende dansmachine, maar Koze had duidelijk genoeg van straightforward vloervullers en inkoppers. De meest opvallende nieuwe liedjes heten ‘Coocool’ en ‘The Universe’ en zijn licht absurdistische slowjams, die eerder thuis zijn in een rokerige nachtclub, Marlene Dietrich-stijl, dan in de Panoramabar. Het zijn ingetogen momentjes vroeg in de show, die nog aardig stomend begon met Moloko’s ‘Pure Pleasure Seeker’. Maar bijna de hele avond houdt Murphy in, zelfs bij energieke meezingers ’Time Is Now’ en ‘Sing It Back’.
Oh ja, Róisín Murphy is een entertainer, die letterlijk en figuurlijk van alles uit de kast haalt, maar er is ook altijd die priemende, schalkse blik als ze je weer eens een ontsporende discogroove in gelokt heeft, of als ze de drop weer eens uitstelt. Het mondt uiteindelijk allemaal uit in ‘Can’t Replicate’, de meest dansbare freaktrack van het nieuwe album, waarbij Murphy zichzelf en de camera, wat vervolgens te zien is op een enorm scherm achter haar. We zien dan ook als in een spiegel onszelf en de Gashouder, de monumentale technodome met het indrukwekkende stalen plafond, waar deze maand heel veel concerten plaatsvinden, van Tinlicker en Fever Ray tot volgende week vier keer Underworld.
Het is een sterke apotheose. Zelfverzekerd, schaamteloos, licht absurdistisch. Om vervolgens af te sluiten met de hoogst irritante scatplaat ‘Ramalama’ en een potje air-boksen. Maar Róisín stuurt haar publiek niet met vraagtekens naar huis: in de toegift kopt ze alle verwachtingen alsnog keihard in met het zalvende zelfmedelijden van ‘Forever More’. De kracht van ongrijpbaarheid.