ZNF: Sir Yes Sir en Ruben Hein: België - Nederland 1-1

Alternatieve rock versus coole swing

Willem Schipper ,

Op de voorlaatste avond van het Zeeland Nazomer Festival staan op het hoofdpodium de Belgische Sir Yes Sir en de Nederlandse Ruben Hein. Maar, allereerst dient bij deze double bill een eervolle vermelding te gaan naar de Zeeuwse Steady New Sounds, een viertal jonge honden die het publiek in de PopAanZee-tent opwarmen met een lekker brutale portie onversneden rock.

D-woord
Sir Yes Sir is alweer een puike Vlaamse band. Er zit blijkbaar iets in het water daar. Zoveel goeds blijft maar sinds jaar en dag opduiken aan onze zuidgrens. Sir Yes Sir speelt licht alternatieve rock, puntig en met een neiging tot ontsporen, waarbij uiteraard ter vergelijking vroeg of laat het gevreesde d-woord opduikt. Allez, ook de redactie van 3voor12/Zeeland zal het eens zeggen dan: dEUS. Destijds toch wel oeraanstichter van een onafzienbare golf geweldige Vlaamse bands waar iedereen in de ‘scene’ aldaar eens bij heeft gespeeld, ruzie mee heeft gehad, als voorbeeld heeft gebruikt of naar geluisterd heeft in vormende jaren.
De baas
Inderdaad, ook Yes Sir Yes brengt nu eens radiovriendelijke, dan weer woest schurende muziek, met een hoofdrol voor frontman Tijs Delbeke, nonchalant met hemd, baardje en woeste haardos. Als blikvanger en dynamisch middelpunt stuurt hij de groep bevlogen aan, waarbij het aanvankelijk wat bedaarde concert een hoogtepunt bereikt in het kekke ‘Little Bit’. Eenmaal los volgen diverse hoogtepunten, zoals het duistere ‘The Owl en Ideas for a Waste of Time’ dat net als diverse nummers van dEU... (Nee! De redactie schrijft het niet nog eens…) een intense finale krijgt. Met de scheurende sax van Alban Sarens, volgens Delbeke de James Dean van Antwerpen, wordt een knetterende sound neergezet waarmee maar weer eens is aangetoond dat de Belgen ons qua dwarse muziek doorgaans de baas zijn.
‘Funkiness’
Na de pauze lijkt het even of Tijs Delbeke zijn hemd heeft verwisseld voor een smoking en vlinderdas. Maar, het is toch echt Ruben Hein, met een vrijwel identiek baardje en wild kapsel. Deze kledingwissel blijkt veelzeggend: waar Yes Sir Yes dwars en puntig opereert, daar zoekt Ruben Hein het eerder in charme, swing en deftige ‘funkiness’. De Nijmeegse Hein wordt wel omschreven als de Nederlandse Jamie Cullum, wat wel ergens hout snijdt gezien zijn ambities als allround entertainer en gelet op de jazzy injecties in zijn muziek. Maar hij zou net zo goed de Nederlandse Jamiroquai genoemd kunnen worden, als we op zijn stemgeluid en zijn fijne neus voor funky tracks af gaan.
Knallend
Aanvankelijk lijkt enig lichtgewicht hem parten te spelen bij de eerste nummers, maar met het prachtige ‘How I Wish’ weet hij het publiek subliem in te pakken. Daarna gaat het volle vaart met superieure en vaak superfunky tracks, waarbij het nogal eens frisser klinkt dan op de plaat, en er ook stevig gerockt wordt. Begeleid door een zeer getalenteerde band, met een glansrol voor de voortdurend grimassen trekkende Valentijn Bannier, pakt Ruben Hein het Abdijplein volledig in. Met prijsnummers als ‘Faith & Fear’ en ‘Hopscotch’ weet hij de avond tot een knallend einde te brengen.