’T Hof van Commerce: wereldberoemd in België

The Sloofs als voorprogramma van Izzegemse hiphop grootheden

Gijs Kamphuis ,

De nieuwe cd van ’T Hof van Commerce heet ‘Stuntman’ en wie naar Studio Brussel luistert hoort de West-Vlaamse hiphop met regelmaat langskomen. In thuisland België is de groep nog altijd ongemeen populair. Om te zien of ook Nederland nu eindelijk klaar is voor ’t Hof, geven de heren een try-out show in de Pit in Terneuzen. Ze worden vergezeld door de rappers van The Sloofs. Samen maken ze de wie-praat-het-snelst-het-meest-plat-dialectavond, compleet.

The Sloofs uit Eeklo hebben duidelijk fans meegenomen en zijn misschien daarom goed op dreef. Minder bekend, dus niets te verliezen moeten dit duo gedacht hebben. Ze gooien het dan ook over een minder serieuze boeg dan de illustere hoofdact. Al maken ze ook hiphop in het dialect (Meetjesland) en zijn ze daar al behoorlijk bekend. In Terneuzen lijkt nog niemand echt warm te worden van deze sympathieke rappers. Maar met een schijt-aan-alles-mentaliteit en de single ’Ik ben nie zot’, moet dat toch snel gaan veranderen. Want mocht ’T Hof van Commerce er ooit de brui aan geven dan kan het stokje direct door naar dit grappige duo.

Legendarisch is het debuutalbum ‘En In Izzegem’ nog steeds. ’T Hof Van Commerce introduceerde in 1998 een compleet nieuw genre in Vlaanderen, hiphop met teksten in het West-Vlaams dialect. Rappers ‘Leverancier’ (Flip Kowlier), ‘Dommestik’ (Serge Buyse) en DJ 4T4 (Kristof Michiels) waren in één klap wereldberoemd in België. Die status heeft de groep nooit losgelaten. Want hoe goed ook: een doorbraak bij het Nederlandse mainstream publiek is altijd uitgebleven. Iets wat Flip Kouwlier met zijn solomateriaal overigens wel lukte. Misschien is het daarom dat de vonk vanavond nooit echt over wil slaan. Pas tegen het einde lijken de heren mc’s wat los te komen en zoeken ze het publiek op. De tijd er voor is het publiek vooral aan het luisteren en meedeinen op oud materiaal als ‘Niemand Grodder’ ‘Zonder Totetrekkerie’ en ‘Dikkenekke’ van het meest succesvolle album van ’T Hof, ‘Rocky 7’.

Als een soort good cop, bad cop, wisselen Kowlier en Buyse elkaar af. Kowlier als de softe, beetje domme Belg. Buyse als de norse meer afstandelijke Vlaamse boer. Nog steeds een gouden combinatie die ook dit optreden goed werkt. Aangevuld met een sporadisch mee rappende 4T4. Zijn guitige voorkomen en Limburgse tongval staan in schril contrast met het Izzegems gemompel van de andere twee, maar is daardoor een welkome, grappige, afwisseling. 

De heren zijn duidelijk ouder geworden en dat is te horen aan de tekstuele rijmelarij van heden. Hoewel vaak nog steeds grappig en scherp. Als in ‘Kletser Ip de Biln’ of ‘Gie Teegn De Wereld’, is ‘Voe De Show’ gewoon slecht afgekeken bij de Tröckner Kecks.

Het beste nummer van de avond (en van het nieuwe album) is zeker ‘Iederjin Is Goed’. Als na een uur de koek op is en de huidige single ‘Wupperbol’ als toegift wordt ingezet blijft er toch een beetje onbevredigd gevoel achter.
Al met al is ’T Hof het nog zeker niet verleerd, maar ik heb ze wel eens beter aan het werk gezien. Misschien is Terneuzen toch al teveel Nederland om hun oer Vlaamse humor en denkwijzen te snappen. Maar als dat al zo is, dan blijft ook bij dit album een echte doorbraak in ons land dus uit.