Vive La Fête weet van geen ophouden

Verleidelijk, schreeuwend en kreunend

Tekst: Janna Schoonakker Foto's: Andre Joosse ,

De zaal van Gebouw-T stroomt langzaam vol met mensen die wel zin hebben om een feestje te bouwen vanavond. Een gevarieerd publiek, van jong tot oud en van verschillende nationaliteiten. Het eerste uur worden we in de stemming gebracht door “Mister Waterput” DJ Gilly Verrest met een lekker gevarieerde mix van oude en nieuwe dansbare plaatjes.

Vive La Fête staat inmiddels te popelen om het feestje verder op te bouwen. De band is 15 jaar geleden opgericht door Danny Mommens en zijn lief Els Pynoo. Dit jaar is, na een bijzonder lange periode van stilte, een nieuw album van de band verschenen. ‘Produit de Belgique’. Hoewel hun repertoire door de jaren heen weinig is veranderd beschikt de band nog steeds over een tomeloze energie en straalt het enthousiasme er van af. Hierdoor blijven de liveshows van deze Belgische band interessant en succesvol voor de fans van het eerste uur, maar ook voor allen die hen nog niet kenden.
 

Live worden Mommens en Pynoo ondersteund door Roel Van Espen (toetsen), Ben Brunin (basgitaar) en Gino Geudens ( drums ). Het geluid van Vive La Fête bestaat uit dansbare synth-pop met invloeden van new wave en rock. De lyrics neemt Els Pynoo voor haar rekening. Vaak zijn het eenvoudige teksten met veel herhaling. Het gaat dan ook vooral om de manier waarop ze worden gebracht: verleidelijk, schreeuwend en kreunend. Pynoo springt, schopt en kronkelt over het podium met een onuitputtelijke drive. Om het plaatje compleet te maken is ook aan de looks van de band een bepaalde mysterieuze uitstraling gegeven. Pynoo komt vaak op met gewaagde outfits en de rest van de band zijn alle in het zwart gekleed met lang haar en een geschminkt masker voor hun ogen. Dit heeft de band al menig optreden op catwalks over de hele wereld opgeleverd.

Over het concept van de band is dus wel goed nagedacht, maar dat betekent niet dat het ook een bloedserieuze band is. Hun kracht is vooral dat ze doen waar ze zelf lol in hebben. Het management is daarom aan de kant geschoven. Ze zitten niet te wachten op commerciële producties met Engelstalige teksten. Frans past bij hun stijl, net als hun arrogantie en humor. De band is inmiddels ook een hechtere groep geworden. Met zijn allen gaan ze af en toe flink te keer in opzwepende solo’s. Pynoo ragt dan lekker mee op haar (onversterkte) ukelele, wat lachwekkend en aandoenlijk tegelijkertijd is.
 

Tussen de nummers door is het vooral Mommens die contact probeert te leggen met het publiek en bijvoorbeeld een minuut stilte vraag voor het overlijden van de vrouw van de bekende Vlaming Eddy Wally. Ook is het Mommens die tijdens het spelen alles uit de kast haalt en ineens inzet met een passage uit Jesus Christ Superstar of Electric Six’s ‘Danger! High Voltage’. De band staat er bij te kijken alsof dat niet was afgesproken, maar improviseren vrolijk een nootje mee. Ook als de officiële set is beëindigd, en Pynoo moe achter de coulissen verschijnt, lijkt het of Mommens de smaak dan pas goed te pakken krijgen. Hij blijft maar “Danger, Danger” roepen en zijn gitaarrifje pingelen (wat Electric Six toch duidelijk beter beheerst). De band laat zich nog even overhalen om mee te doen, en ook de zaal vermaakt zich prima, maar een kwartier verder druipen de bandleden één voor één af en legt ook Mommens uiteindelijk met tegenzin zijn gitaar er bij neer. De DJ neemt het van hem over en het publiek feest nog even na tijden de ‘Waterput Swing’.