Veere, Grote kerk, vrijdag 4 juni: De Classic!Fever finale was geheel gevuld met luistermuziek. Muziek die een brug vormt tussen pop en heel andere muziekgenres zoals klassiek en jazz. Een opgepoetste finale omdat er behalve de zeven finale acts ook nog eens een klein dozijn professionele muzikanten waren bij gesleept. Die laatsten kwamen vooral uit de klassieke hoek en zorgden met violen, harp en cello voor hier en daar een subtiele inkleuring bij de eigen nummers van de finalisten Jay Minor & The Early Birds, Black Key, Bente Alice, Veerle Koens, Grouse, Janine van Osta en Ilse Voorhoeve.
Na vier voorronden met 25 acts bleven er voor de finale op vrijdag 4 juni 7 acts over die in het eerste deel hun muziek in een korte show lieten horen. Jay Minor en zijn Early Birds deden wat we de laatste tijd van ze gewend zijn; een show met gevoelige en knap gearrangeerde freaky folksongs. Een band vol talenten die elkaar perfect aanvoelen en aanvullen. De verrassing van de finale kwam ook uit die Early Birds. In de solo bijdrage van Janine van Osta ging een wereld aan emoties en mooie, soms onnavolgbare, melodieën schuil. Ze heeft een eigenzinnige timing in haar stem en zonder uit een rol te vallen slingert ze met een ongekend gemak van vrolijk naar diep droevig en van jazzy naar americana. De Johnny Cash cover ‘Empire of Dirt’ weet ze daarmee zelfs een nog diepere lading te geven dan in het origineel. Met een schijnbare vanzelfsprekendheid maakt ze er een eigen nummer van.
Geen wonder dat Janine als winnaar uit de bus kwam, ook al waren de andere acts stuk voor stuk van hoge kwaliteit. Veerle Koens, pas vijftien, kan op de dwarsfluit evengoed de emoties halen zoals Janine dat met haar stem en gitaar doet. De meer klassiek geschoolde zangeres Ilse Voorhoeve had het lef een aantal liedjes van Brecht en Weil a capella te zingen. Voor het bekende ‘Mack The Knife’ riep ze de hulp in van Jay Minor, Loek van de Linden en Roos van Brakel en leek een nieuwe veelbelovende band geboren. Bente Alice, onder aanvoering van zangeres en tekstschrijver Bente Hout, laat vooral in de akoestische versies van hun popliedjes horen hoe knap die wat melodie en tekst in elkaar steken. Celia Swart en Sarah Seutel, twee saxofonisten die ook piano spelen en zingen lijken een eigen stijl te hebben gevonden die het midden houdt tussen jazz, pop, singer-songwriter en filmmuziek. Een duo, aangevuld met drummer benjamin, om in de gaten te houden.
De finalisten lieten in het tweede deel van de avond horen wat ze samen voor elkaar krijgen. Daarvoor hadden ze ’s middags in een grote oefensessie voor het eerst één en ander uitgeprobeerd. De vier meiden van StraatRuis vormden met hun meerstemmige zang in dat gedeelte een ideale backing vocals, maar imponeerden evengoed met hun originele eigen arrangementen van onder andere ‘Summertime’ en ‘Go To Sleep’ uit de film ‘Brother Where Art Thou’. Samen met de strijkers, harpisten en saxofonisten kwam het in dat deel tot een mooi slot met een kippenvel uitvoering van Snowpatrol’s ‘Run’ en daarin een hoofdrol voor Grouse zanger/gitarist Michiel Vermue en gitarist Jens Nijs. In deel 1 lieten die twee al horen ook steeds beter met hun eigen nummers als akoestisch duo uit de verf te komen. Bij deel 2 namen ze alles en iedereen op sleeptouw inclusief de ingehuurde professionals. Een finale die laat zien dat samen muziek maken tot bijzondere resultaten kan leiden en in ieder geval schreeuwt om een vervolg.