Bij binnenkomst heeft menig dertiger zich al in de zaal verzameld, voornamelijk achterin hangend op de banken met een biertje. Op het podium staat er al een rijk aantal instrumenten klaar. Asbest is de band die vanavond het voorprogramma opvult. In het soort pakken dat je je voorstelt bij mensen die op een chemisch lab staan, komen ze op en storten ze een strak potje swingende rock uit over het publiek. Ineens is de zaal een stuk voller; Asbest heeft (bijna) iedereen weggekregen bij de bar. En toch, ondanks dat een enkele enthousiasteling aanmoedigend headbangt, blijft het bij de rest tot ritmisch knikken.
Bij het derde nummer gebeurt iets bijzonders. De drummer vertraagt, evenals het spel van de gitarist en de jongen op de saxofoon grijpt zijn kans om het zwoelheidsgehalte omhoog te gooien. Met de nodige flair volgt er een lange uitgerekte solo die de hele zaal gelijk in de broeierige sfeer van een donkere koffietent uit de jaren 50 doet baden. Bewonderenswaardig.