Josef Salvat geeft EKKO glans in De Helling

Electronicazanger klinkt live opvallend analoog

Tekst: Joost van Beek / Foto's: Hannah Jacobs ,

EKKO is dertig en viert dat met een reeks exclusieve concerten. Zo strikte het poppodium de Australische electrocrooner Josef Salvat voor zaterdagavond 2 april. De Australiër blijkt EKKO bij voorbaat te zijn ontgroeid en dus is zijn show verplaatst naar De Helling... die hij ook uitverkoopt. Weet hij het jubileumjaar vanaf de andere kant van het spoor extra glans te geven?


Je kent ze wel, die jonge, met drumcomputer gewapende R&B- en soulzangers die de laatste jaren stilletjes doordrongen tot de nationale ether. Jongens als James Blake, SOHN, Chet Faker en dus ook deze Josef Salvat. Het werk van de Australiër behoort tot de meest toegankelijke en poppy electronicasoul die de laatste jaren bovendreef. Ruim twee jaar terug bracht hij met paar sterke liedjes wat blogs aan het buzzen, afgelopen zomer volgde zijn debuutalbum Night Swim. Die plaat is met zestien nummers best een zware kluif, maar bevat genoeg goede liedjes om de reuring te rechtvaardigen. Daarbij heeft Salvat inmiddels een uitstekende live-reputatie opgebouwd. Rinkelt er nog niks? Misschien ken je hem dan van zijn stemmige versie van Rihanna’s MDMA-ode ‘Diamonds’?

Van ‘Diamonds’ maakt hij een belangrijk moment in zijn show. Salvat staat in een felle spotlight midden op het podium, waar hij zich naar de break van de ingetogen cover croont. Hij draagt zijn woorden met theatrale armgebaren. Een adembenemend mooi moment. 


In het half uur dat daaraan voorafgaat, valt al op hoe ‘analoog’ zijn liedjes live klinken. Waar Salvat het twee jaar terug nog moest doen met een bassist en een laptop vol instartjes, staat hij nu te midden van een straffe band. En ja, dat ademt lekker hoor; stuwende drumpartijen, gefunk op de bas, en op de rechterflank een multi-instrumentalist die zich bedient van toetsen, snaren en (toch) een laptop. We kunnen niet verwachten dat Salvat met strijkers op tour gaat, maar het orkest-uit-een-doosje klinkt wel wat schraal. Komt ook door die sterke band overigens.

Salvat zelf is een vlotte verschijning. Zijn overhemd steekt strak in de broek, boven zijn voorhoofd golft een vette kuif en zijn voeten steken in glanzend leer. Wanneer je naar zijn album luistert, lijkt zijn geluk compleet afhankelijk te zijn van één onbereikbare vrouw, maar hier staat geen geknakte ziel. Salvat gebruikt de volle breedte van het podium, wisselt speels tussen keyboard en microfoonstandaard, vertelt losjes over zijn liedjes en maakt brutale grapjes. Hij blijft binnen de marge van het toegankelijke popliedje, maar toont zich wel veelzijdig. Van de Bee Gees-disco in ‘The Days’ tot de Lana Del Rey-achtige flow in ‘This Life’, het past hem allemaal wonderwel.


Toch is zijn songmateriaal nog niet sterk genoeg om zonder dipjes het eind van de show te halen. Daar staan hele goede liedjes als ‘Paradise’ en ‘Open Season’ tegenover. Ze overstijgen hun studiovarianten met gemak. De onverwacht snerpende gitaarsolo waarin ‘Punchline’ uitmondt, de flard van Chet Bakers ‘You Don’t Know What Love Is’ in de toegift en die minuten onder de spotlight tijdens ‘Diamonds’ bewerkstelligen meeslepende momenten die het optreden optillen. Iets meer van dit én nog twee van die steengoede liedjes en Josef Salvat kan de zomerfestivals langs met een bijkans perfecte popset voor jong en oud.

Wat betreft vanavond: glanzen deed het hoe dan ook.

Gezien: Josef Salvat, zaterdag 2 april @ De Helling