Le Guess Who? May Day 2014 - deel 1

Het grootste verslag ooit van de grootste May Day ooit

Tekst: Wouter Bal, Joris Postulart, Michael Royall, Niels Spinhoven / Foto's: Melanie Marsman, Tim van Veen, Tom Roelofs ,

Le Guess Who? May Day 2014 zal de boeken ingaan als de eerste editie waarin TiVre - zoals TivoliVredenburg hier op de redactie al wordt afgekort – de rol van festivalhart op zich nam. En als de editie waarin de temperatuur in Tivoli Oudegracht voor het laatst tot tropische hoogtes steeg. 3voor12/Utrecht was overal tegelijk en doet verslag.

Hiss Golden Messenger
In de schaduw van het Catharijneconvent staat Galerie Jaap Sleper. Het voormalige slachthuis biedt net als in 2013 onderdak aan het meer ingetogen deel van het programma van Le Guess Who? May Day. Zo beklimt Mike Taylor oftewel Hiss Golden Messenger als tweede act van de avond het kleine vierkante podium. Taylor valt op door onopvallendheid. De eind-dertiger uit Dunham, North-Dakota draagt zijn haar warrig, heeft een klein baardje, een zwart t-shirt, blauwe jeans en twee stevige werkschoenen. Taylor is daarnaast ook geen zanger uit duizenden. Adequaat, maar meer ook niet. Hetzelfde geldt voor de manier waarop hij zijn met duct tape gerepareerde gitaar bespeelt. En toch is het publiek doodstil vanaf het moment dat hij a capella zijn set opent met de traditional ‘When I Was A Young Boy’. Taylor weet zijn rootsy folksongs uit te kleden tot de kale essentie; de woorden en de hoogstnoodzakelijk akkoorden. De woorden verhalen onomwonden over heimwee, drugsgebruik, religie en dood. De repeterende akkoorden en tokkels werken hypnotiserend. En als Taylor zijn stem dan knijpt en zijn gitaarsnaren aait in plaats van aanslaat, wordt Galerie Jaap Sleper nog stiller dan het al was. Hiss Golden Messenger is, in al zijn eenvoud, wonderschoon.

Hallo Venray
Het is inmiddels alweer 25 jaar geleden dat het debuut van het Haagse Hallo Venray uitkwam en 22 jaar geleden dat Henk Koorn in hot pants op het podium van Pinkpop verscheen. Daarna verdween de band grotendeels in de anonimiteit, maar de laatste jaren is er (terecht) weer meer aandacht van het grote publiek. Het dit jaar verschenen album Show verdient dat ook, want het staat bol van de mooie, maar grillige en gruizige liedjes. Fijn dus dat de band de kans krijgt om het podium aan de Oudegracht te openen met een show waarin juist dat laatste album een prominente rol speelt. Na de groovende opener ‘Airy’ krijgt het al goed volgestroomde Tivoli een prima show te zien waarbij Neil Young (‘Cranky’) en met name Lou Reed (‘Two Feet’) nooit ver weg zijn. Drummer Henk Jonkers (die we veel later ook nog in de Spiegelbar zien met Chasing Rainbows) speelt alsof zijn leven ervan afhangt en drijft het tempo op, terwijl bassist Peter Konings de nummers van de juiste groove voorziet. Samen met voorman Koorn vormen ze een uitstekend ingespeeld trio dat met afsluiter ‘Hot Pants’ de lat hoog legt voor de bands die nog moeten komen.

Ensemble Economique
En schijnbaar uit het niets is daar de herinnering aan die nachtvlucht over de Sahara. In een zee van donker dreef beneden het toestel een handvol lichtpunten. Vaak zwak flikkerend oranje, soms fel en rood. Het gevoel bij de herinnering, een vreemde mix van de onwerkelijkheid van zoveel leegte en de fascinatie voor deze tekentjes van leven, kwam helder terug tijdens de performance van Ensemble Economique in een schemerig RASA. Brian Pyle, de man achter dit soloproject, bouwt zijn stukken op uit lagen van orgels, vervormde gitaren, stofzuigerachtige industrial, atypisch logge krautrockritmes en vervormde samples van onder andere veldopnames. De desoriënterende soundscapes worden ondersteund door even abstracte videoprojecties. In de zoektocht naar houvast wordt je aandacht als toeschouwer, of je nu wilt of niet, toegetrokken naar de spaarzame momenten van herkenning. Soms is dat een niet te missen sample van bijvoorbeeld Sinead O’Connors ‘Nothing Compares’, maar vaker is het een korte flard uit een soundtrack of een los woord uit een conversatie die de film noir in je hoofd in gang zet. Het tot je nemen van deze muziek is, in tegenstelling tot wat er bij de garagerockshows in De Helling gebeurt, een individualistische activiteit. Waarschijnlijk heeft juist daarom elk van de aanwezigen bij Ensemble Economique iets volstrekt anders beleefd.

Future Islands
De verwachtingen zijn hoog gespannen voor Future Islands in Tivoli de Helling, dat recht tegenover The War On Drugs in Oudegracht staat geprogrammeerd. Het staat dan ook ram vol als de electropop band rondom Samuel T. Herring de set begint met een hypnotiserende track. Herring toont zich een ware entertainer en beweegt zich als door de duivel bezeten over het podium. Hij laat lage grunts moeiteloos overgaan in melodieuze zanglijnen, wat hier en daar contrasteert, maar nooit schuurt met de symfonische 'kick-snare' electropop. Halverwege de set doet de band met 'A Song For Our Grandfathers' even een stapje terug, om zich vervolgens weer vol over te geven aan het strakke, meer up-tempo werk. Future Islands klinkt fantastisch, hypnotiseert en sluit keihard af met 'Long Flight' van het album 'In Evening Air'. Een perfect einde van een topset.

Laetitia Sadier
Natuurlijk komt het grootste deel van het publiek naar Le Guess Who? voor grote headliners als The War On Drugs, Future Islands of Neutral Milk Hotel, maar voor wie wat meer buiten de gebaande paden wil treden of wil ontsnappen aan de drukte valt er ook voldoende te beleven. Zoals bijvoorbeeld in Galerie Jaap Sleper, waar Laetitia Sadier voor slechts een klein groepje mensen staat te spelen. Sadier is vooral bekend van haar jaren bij Stereolab, maar heeft inmiddels twee goed ontvangen soloplaten op haar naam staan. Ondanks het feit dat ze naast de grote acts door het Le Guess Who? team wordt geprezen in de flyer, weet ze slechts weinig mensen de galerie binnen te lokken. Het publiek dat wel is op komen dagen moet alleen nog wel even wachten, want het geluid bevalt de Française totaal niet. Uiteindelijk valt het besluit dat het gewoon niet beter gaat worden en wordt na tien minuten vertraging alsnog gestart. Wat volgt is een wat vlakke set, waarbij Sadier met haar mix van Engels- en Franstalige liedjes blijft worstelen met het geluid en moet opboksen tegen het geweld van de drums. Zonde, want de nummers van ‘Silencio’ en ‘The Trip’ verdienen beter.

The War on Drugs
In de zuurstofarme zaal van Tivoli Oudegracht staan wat mensen te gapen. Ja, ook tijdens het optreden van de veelbesproken The War On Drugs. De laatste maanden is deze band van Adam Granduciel uitgegroeid tot een waar fenomeen. De programmeurs van Le Guess Who? strikten ze ver voordat 3FM hun single 'Red Eyes' uitriep tot megahit, en voordat het nieuwste album van deze veteranen, Lost in the Dream, een van de meest geprezen platen en onverwachte hits van het jaar werd. Maar ondanks het zuurstoftekort op de vloer wordt er vooral meegewiegd en dat is geen verrassing: de band uit Philadelphia beheerst de kunst van frasering als geen ander. Granduciel weet wanneer hij uit het stramien van een popliedje moet stappen, hij weet wanneer hij nog een paar maten moet spelen, of moet blijven hangen in de drums. Inderdaad, de drums zijn het geheim van 'Lost in the Dream'. Ze zijn net snel genoeg om de nummers uit elkaar te scheuren in een mengeling van euforie en melancholie. Granduciel lijkt het te weten en staat het overgrote deel van het optreden met zijn ogen dicht te zwalken op de ritmes van zijn besnorde drummer, die op zijn beurt met een glimlach verraadt door te hebben dat hij iets goed doet.

together PANGEA
Het punkviertal together PANGEA uit Californië speelt vanavond haar eerste show ooit op Nederlandse bodem. De band brengt louter punk- en garage-anthems, in de stijl van genregenoten FIDLAR: rauw, maar catchy. Met een beetje fantasie zou je together PANGEA een zomerse versie van Nirvana mogen noemen, of een grungy versie van The Beach Boys. Kiest u maar. De Helling stroomt aardig vol voor de punkers, maar het duurt een minuutje of tien voordat de eerste pit losbarst bij het harde 'No Feelin''. De pit en crowdsurfers blijven vervolgens komen, maar écht helemaal los komt het niet. Hoogtepunt in de set is het spannend opgebouwde nummer 'Heaven', met de catchy hookline 'When I get up to heaven with a pocket full of sins. I'm a bad ass motherfucker won't you please just let me in', die direct wordt meegebruld door de hele zaal. Deze bad ass motherfuckers mogen van ons zeker binnenkomen, want de typische Californië punkrockers zouden nog wel eens voor heel veel feestjes in Europa kunnen gaan zorgen.


Deel 2 van ons Le Guess Who? May Day verslag lees je hier.

Gezien: Le Guess Who? May Day met onder andere Neutral Milk Hotel, The War On Drugs, Black Lips en vele anderen in onder meer Tivoli Oudegracht, EKKO, ACU, De Helling en Galerie Jaap Sleper op zaterdag 24 mei 2014