Voorafgaand aan de release van ‘De Ark De Triomf’, worden berichten naar buiten gebracht dat op dit album een ‘minder hoogdravende’ Jiggy Djé te horen is. Wat daarmee wordt bedoeld, is niet geheel duidelijk. Is de rapper, die op zijn alom gewaardeerde debuut ‘Noah’s Ark’ uit 2006 al niet bepaald hardcore geluiden liet horen, helemaal soft geworden? Heeft hij zich met het verstrijken van de jaren geconfirmeerd aan de ‘doe maar gewoon’-mentaliteit van Nederland? Was hiphop niet ooit bedoeld om bepaalde zaken in de maatschappij aan de kaak te stellen, hoogdravend of niet? Voor hiphoppers uit de provincie Utrecht lijkt er een nieuwe norm te zijn ontstaan: op lokale hiphopfeestjes is iedereen lief en vrolijk, worden ego’s opzij gezet en gaat het allemaal om peace, love, unity en having fun.
Als dit inderdaad de trend is, gaat Jiggy Djé er met ‘De Ark De Triomf’ in mee. In zijn teksten maakt hij zich niet druk, en erkent hij, door de noodzakelijke hiphopgrootspraak heen, dat hij een hele gewone jongen is, inclusief degelijke opvoeding en moreel besef. Meteen al in het eerste nummer, ‘De Hollandse Droom’, vertelt hij de luisteraar dat zijn rappersbestaan één grote droom is: Jiggy Djé is namelijk gewoon Vinnie uit Amersfoort. Dat gezegd hebbende, droomt hij onbezorgd verder met nummers waarin hij zijn aanhang (‘De Ark De Triomph’), zijn supersterrenstatus (‘Superster’) en zijn duurzaamheid (‘Loop Met Me’, ‘Bericht Van De Sponsor: Ik Ben Er Nog’) bezingt. De laatste helft van de bijna negen minuten durende track ‘Ark De Triomph’ bestaat uit bedankjes aan familie, hiphopvrienden, iedereen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Groningen, ... Tsja, aan iedereen eigenlijk. Jiggy Djé is een dankbaar man. En als hij een boodschap brengt, dan is dat een luchtig statement, zoals ‘de jeugd deugt’ (‘Zeggut’).
Zoals de teksten weinig wereldschokkend zijn, is de muziek op ‘De Ark De Triomf’ ongecompliceerd. De productie, glad en gestroomlijnd en met vet aangezet geluid, geeft het album een Amerikaanse sound. Feelgood, een beetje zoals Jay-Z op zijn meer commerciële nummers. Want ook al is Jiggy er zich van bewust dat hij Jay-Z niet is (‘De Hollandse Droom’), de inspiratie is hoorbaar. Ook hoorbaar is dat Jiggy Djé uit dezelfde DAC-stal komt als Diggy Dex en geen onbekende is van Skiggy Rapz (Keynote Speakerz). Deze bijna-naamgenoten hebben een soortgelijke sound, en Jiggy’s stemgeluid doet zelfs af en toe aan dat van Diggy denken. Niet vernieuwend, maar dat lijkt ook niet het doel. Diggy Dex en Keynote Speakerz meldden al eerder dat originaliteit voor hen geen doorslaggevend belang heeft bij het maken van muziek, en Jiggy Djé lijkt zich daarin bij hen aan te sluiten. Hoewel weinig onderscheidend, zit Jiggy Djé met zijn vocalen wel bovenop de beat, en worden de goed gearticuleerde lyrics nergens afgeraffeld.
Als ‘De Ark De Triomf’ iets duidelijk maakt, is het dat Jiggy Djé zich goed voelt. Hij wordt volwassener, maakt zich minder druk en is lekker bezig met ‘zijn ding’. En hoewel een rauw randje lekker was geweest, klinkt de zoete koek op dit album niet slecht. De ritmes kloppen, de melodieën zijn aanstekelijk en de overgangen zijn vloeiend. Het album klinkt professioneel, en Jiggy Djé houdt er genoeg vaart en variatie in om de aandacht van de luisteraar vast te houden. Bovendien werkt Jiggy’s zelfrelativering positief door in toepasselijke en humorvolle muzikale kruisverwijzingen, zoals de sample uit Will Smiths ‘Getting Jiggy With It’ in ‘DOENIEJIGGY’, en het Afrikaanse riedeltje uit Michael Jacksons ‘Wanna Be Starting Something’ (later door Rihanna gebruikt in één van haar monsterhits) in ‘Mama Zei’.
Ergens in het spervuur aan bedankjes op de eerder genoemde track ‘De Ark De Triomph’, laat Jiggy Djé weten dat Pete Philly meedoet op het album. Grote naam, grote verwachting. Het is dan ook geen grote verrassing als bij het beluisteren van dit nummer, ‘Ik Heb Je’, het vermoeden rijst dat dit weleens de meest geslaagde track van het album zou kunnen zijn. Hitpotentie heeft het in elk geval. Op zijn debuutalbum zei Jiggy Djé het al: “Ik ben niet te underground voor de mainstream” (‘JIGGY DJ’E’). Op het laatste nummer van ‘De Ark De Triomf’, ‘Hey DJ’, spoort hij de DJ verder aan: “Hey DJ, draai m’n plaatje, de hele nacht.” En waarom ook niet, want het klinkt best lekker. Maar echt beklijven wil het niet.