Utrechtse avond van Popronde 2007 overwegend geslaagd

Gedurfder programma dan vorig jaar, maar nog steeds te kleine podia

Redactie 3VOOR12/Utrecht, ,

Tot twee jaar geleden liet het tijdschema van de Popronde nog wel eens in de steek, maar op dat punt verloopt het rondreizende festival sinds 2006 een stuk gesmeerder - vorig jaar nog iets stipter dan deze keer. De te krappe podia blijven punt van aandacht.

Gedurfder programma dan vorig jaar, maar nog steeds te kleine podia

De Popronde deed vrijdag voor de zesde keer de binnenstad van Utrecht aan. Zoals gepland waren er vooral veel bands van buiten de regio Utrecht te zien, die zich zo aan een nieuw publiek kunnen voorstellen. Van de ruim 25 bands vertegenwoordigden alleen Ponoka, The Happy Few en afterparty-programma kAh (Lilian Hak solo) de directe omgeving van de Domstad. Vergeleken met vorige jaren leek deze editie wat rustiger, uitgezonderd kroegen als De Witte Ballons, maar daar is het ook zonder optredens altijd druk. Ook in De Morgenster was het voor de laatkomers vrijwel onmogelijk nog een band te zien, tenzij je genoegen nam met een plek op straat en door het raam kijkt. Ook de te kleine podia, zoals een verhoging van anderhalf bij anderhalf voor Capacocha in het Ledig Erf hielden niet over. Andere locaties lijken voor zowel publiek als band geen goede keus: net als vorig jaar hebben de bezoekers van het Louis Hartlooper Complex alleen aandacht voor elkaar en het bespreken van de film dan voor de artiest. Positief punt was het brede programma, met enkele gedurfde keuzes zoals The Jim Morrisons in Theater Kikker. Het had weinig met muziek te maken, laat staan met 'pop', maar het was wel gedurfd om ze aan zo'n festival mee te laten doen. De band leek bij sommige mensen nogal wat heftige reacties op te roepen, alleen al vanwege de bizarre entree (de bezoekers kwamen binnen in een donkere zaal en moesten eerst via de trap een eind naar beneden). Popronde 2007 Gezien: vrijdag 12 oktober 2007 - diverse locaties, Utrecht met bijdragen van: Els Oostveen, Misha Nuis, Reinier Asscheman