Alsnog herrie met De Amersfoortse Coöperatie?

Over het ontstaan van D.A.C. en de solo-activiteiten van de leden

Edwin van Dalen, ,

Ondanks dat De Amersfoortse Coöperatie al jaren een hechte hiphopcrew is, zijn mc’s Grootmeester Jan, Jiggy Djé en Wudstik alledrie een solocarrière gestart. Kijkend naar hoe de groep ontstaan is en wat de heren zelf over de soloprojecten zeggen, lijkt het er echter op dat een en ander geen slechte invloed zal hebben op het collectief. Met het talent binnen de groep in gedachten moet ook D.A.C. het in zich hebben om nog flink te groeien.

Over het ontstaan van D.A.C. en de solo-activiteiten van de leden

De Amersfoortse Coöperatie; een naam die bij het mainstream publiek nog steeds weinig belletjes doet rinkelen. Jammer eigenlijk, want D.A.C., zoals de crew zichzelf nog altijd presenteert, heeft met haar vele talentvolle leden en lange geschiedenis genoeg in huis om de Nederlandse nummer één hiphopact te zijn. Maar hééft D.A.C. dat talent nog wel in huis? Met de recente ontwikkelingen op sologebied lijkt de coöperatie zoals die in 2000 ontstond op een laag pitje te staan. Om te achterhalen hoe D.A.C. tot dit punt gekomen is, duiken we in het verleden van de hiphopcrew. Darin en Clenn, met die twee namen kreeg D.A.C., begin jaren negentig, voor het eerst gestalte. Zet het Engelse voegwoord tussen de twee namen en je begrijpt waarom. Met de rapgroep die het uiteindelijk zou worden had D.A.C. toen echter nog niets van doen. Darin en Clenn begonnen namelijk met het maken van instrumentale hiphop en zouden daarmee doorgaan tot het moment dat ze vonden dat vette teksten hun beats wel eens zouden kunnen opleuken. Dit resulteerde al snel in een samenwerking met mc Grootmeester Jan. En hoewel het aanvankelijk bij een korte samenwerking bleef omdat Grootmeester Jan druk was met zijn hiphopgroep Vlieg, zou het later een vruchtbare combinatie blijken. Nog steeds bestaande uit een gezelschap van twee deed D.A.C. mee aan verschillende talentenjachten en hiphopavonden. Op één van die hiphopavonden, georganiseerd door Howard Komproe, kwamen Darin en Clenn een groep bekenden van school tegen. Rappers Hux B en Diggy Dex stonden met hun vaste dj die avond ook op het podium, onder de naam De Profeten. “We vonden onszelf toen natuurlijk gruwelijk”, zegt Darin nu lachend. Maar dat De Profeten vooral tekstueel erg dope waren, daar werden Darin en Clenn die avond ook van overtuigd. Zijzelf hielden zich nog steeds liever bezig met beats maken dan met rappen, maar vanaf dat moment zagen ze graag mc’s als Hux B en Diggy Dex in hun studio verschijnen om tekst en rap op zich te nemen. Het is eind jaren negentig en Darin en Clenn werken intussen regelmatig samen met (leden van) Vlieg en De Profeten. Die collaboraties vonden volgens Darin echter nog te weinig plaats. Dit omdat genoemde crews zelf ook druk aan de weg aan het timmeren waren. Ze gaven Amersfoort op hiphopgebied een flinke duw in de rug, samen met veel andere rapformaties als BRAAF! en Vaardigheid. Een andere lokale bekende was Oh Shit Jiggy, de leverancier van een opgefokt mannetje met veel letters op zijn lever: Jiggy Djé. Darin en Clenn kwamen hem tegen op een feest en nadat Jiggy daar een beat van de mannen hoorde stond hij de volgende dag voor de deur om zijn kunsten te vertonen. “Ik vond de raps van Jiggy wel oké”, vertelt Darin nu, “maar het was vooral erg chill dat hij zo productief was”. Jiggy sleepte ook nog Mr. Fonc de studio in, een creatieve producer met wie de coöperatie uiteindelijk vorm begon aan te nemen. Het was ook rond deze tijd dat Vlieg en De Profeten zich officieel bij D.A.C. voegden en de drie letters kwamen te staan voor een naam die de lading volledig dekt: De Amersfoortse Coöperatie. Onder die naam begonnen de heren nummers te maken en, in wisselende samenstelling, optredens te doen. Op een van die avonden moesten ze het podium delen met Halfbloed, een rapcrew die niet al te veel indruk maakte. D.A.C. deed dat wel, en niet alleen op het publiek dat bij het optreden aanwezig was. Wudstik was mc en zanger bij Halfbloed en geïmponeerd door de show van D.A.C. Andersom was dit echter niet het geval. “Ik vond het optreden van hun toen heel zielig”, zegt Jiggy Djé zelfs. Toch sloot Wudstik zich na goedkeuring van Darin aan bij D.A.C. en in 2000 was de kern compleet: drie man voor de beats en vijf voor de raps, klaar om ‘herrie te maken in de Nederlandse hiphopscene’, zoals ze zelf op hun website zeggen. Die herrie begon gestalte aan te nemen met het plaatsen van tracks op internet, welke weer leidden tot meer optredens. De vrouwelijke Utrechtse mc Tifèn vond toen de crew al een positieve en energieke uitstraling hebben: “Ik vind het vooral knap hoe ze met zoveel man op een podium strak georganiseerd overkomen”. Na een mislukte poging in 2000 besloot D.A.C. in 2001 nog een keer mee te doen met De Kleine Prijs van Amersfoort. Ze bereikten de finale en wonnen deze met een, voor die gelegenheid samengestelde, live band. Drummer Kroes en dj UrbQ (toetsen en bas werden onder handen genomen door Darin en Mr. Fonc), bleven hangen en vormen sinds die tijd de nummer negen en tien van de coöperatie. De gewonnen finale leverde een plaats op in Het Geheim van Utrecht en met dezelfde samenstelling wist D.A.C. ook daar uiteindelijk te winnen. De eerste stap naar een nationale doorbraak werd gezet met het bereiken van de finale van De Grote Prijs van Nederland eind 2002. In datzelfde jaar kwam het eerste album Didactici uit en samen met de tweede plek èn de publieksprijs in de GPVN leverde dat veel publiciteit op. Dit resulteerde in een druk 2003, veel optredens op onder andere Lowlands en De Uitmarkt en de release van de single Springstof. Het jaar erna namen de heren de tijd om een tweede album op te nemen, Professioneel Chillen, wat begin 2005 uitkomt. Het had de definitieve doorbraak kunnen zijn, dat was het niet. Waarom niet? “Ik denk dat we als grote groep toch niet zo goed in het plaatje van de commerciële radio- en tv-zenders passen, maar gebrek aan promotie heeft ook zeker meegespeeld”, aldus Darin. Rond dat moment in 2005 beginnen de eerste solocarrières zich te ontwikkelen. Grootmeester Jan is de eerste van de mc’s die een soloalbum lanceert. Met de titel Collaboratorium laat hij niets aan de verbeelding over. Er draaft veel hulp uit de Nederlandse hiphopscene op om een steentje bij te dragen aan het album, waaronder ook Wudstik en Jiggy Djé uit de D.A.C.-stal. De plaat ontvangt uit werkelijk alle hoeken lovende recensies en lijkt het begin van een zich snel ontwikkelende solocarrière van Grootmeester Jan. Ondertussen zijn ook Jiggy Djé en Wudstik zelf druk bezig met het schrijven van eigen nummers. Zal dit de voortgang van De Amersfoortse Coöperatie in de weg komen te staan? De biografie op de website van D.A.C. houdt op na een korte vooruitblik op het jaar 2005. Al met al lijkt dit niet veel goeds te voorspellen voor de grootste hiphopcrew van Nederland. Inmiddels heeft ook Jiggy Djé Nederland getrakteerd op zijn soloalbum. Met zijn andere groep Kohfie Konnect had hij met de track Dikke Neus via internet al wat van zich laten horen en zijn soloalbum Noah’s Ark borduurt voor een deel voort op deze losse rapstijl. Zijn album wordt gesteund door een intensieve Noah’s Ark clubtour door heel Nederland en onder deze naam heeft de rapper ook zijn eigen label opgericht. Of dit alles tot een hit in de Top 40 leidt interesseert Jiggy eigenlijk niet. Hij zegt namelijk op eigen kracht vooral de mensen willen te bereiken die zijn plaat zouden kunnen gaan kopen, en dat lukt tot nu toe prima. Degene die op het moment de hoogste ogen lijkt te gooien op sologebied is Wudstik. Zijn album Mijn Wereld kwam uit vlak voor dat van Jiggy en hij laat daarop horen dat zijn wereld een andere is dan die van D.A.C.. Zijn album bevat verschillende genres als soul, rap en jazz en deze originele combinatie leverde hem, al snel na de release, een Essent Award en daarmee een optreden op Lowlands op. Ook Raymann is Laat werd aangedaan en zijn eerste single Doemalauw kwam veelvuldig op tv voorbij. De opvolger Breek komt eraan en met de vocale kundigheid van Wudstik lijkt een doorbraak dichtbij. Het solo album van Diggy Dex verschijnt op 21 november en ook Darin brengt binnenkort zijn debuut uit. Deze laatste vormt samen met mc Juiceisdunaam De Colombiaanse Bloedgroep, refererende aan de roots van beide vrienden. Rest alleen de vraag wat dit alles voor D.A.C. zal betekenen. Maar vragen over het voortbestaan van D.A.C. doen volgens de heren zelf niet ter zake. Wanneer Darin toch de solo-ontwikkelingen bekijkt ziet hij die alleen maar positieve dingen opleveren. “Het publiek wordt steeds groter doordat er nu fans afkomen op de afzonderlijke kwaliteiten van de mc’s”. Uiteindelijk zullen die ook in aanraking komen met D.A.C”. Want dat de coöperatie zal blijven bestaan, daar is volgens Darin geen twijfel over mogelijk. Ook Jiggy Djé sluit zich hier volledig bij aan: “De titel van onze laatste plaat Professioneel Chillen zegt genoeg. We zijn een groep vrienden die graag samen muziek maakt en dat zal niet veranderen”. Met de ervaring die nu opgedaan wordt kunnen de kwaliteiten binnen de groep alleen maar groeien. D.A.C. heeft het als creatief collectief dus zeker ook nog in zich om door te breken naar het grote publiek. De ontwikkelingen op sologebied lijken dat alleen maar te beamen. De verschillende hoofdrolspelers uit D.A.C. zijn de komende dagen afzonderlijk live te zien: Wudstik, woensdag 15 november op Crossing Border en zaterdag 18 november in De Kelder, Amersfoort Jiggy Djé & Spacekees, donderdag 16 november in EKKO (gepresenteerd door Boemklatsch) Diggy Dex, dinsdag 21 november in Bitterzoet, Amsterdam (releaseparty cd) en donderdag 30 november in EKKO (gepresenteerd door ROF!) Grootmeester Jan, dinsdag 21 november in Bitterzoet, Amsterdam (releaseparty cd Diggy Dex) en als slagroom op de taart: D.A.C., vrijdag 15 december in De Kelder, Amersfoort