Vier Portugezen, waarvan de helft drummer, openen de Jack Daniel's Stage vandaag. Paus is de naam. Denk aan de hyperactieve pop van Everything Everything, maar dan zonder de refreintjes en hooks, en met een enkel noise-stukje schiet het hier en daar zelfs richting een band als HEALTH. En zoals je met twee drummers mag verwachten, ligt de nadruk vooral op het slagwerk, met veel wisselende ritmes. Kortom: veel energie, weinig melodie. En dat is toch wat lastig zo als begin van de dag op een festival als dit, vooral als de subtiliteit het grootste gedeelte van de set ver te zoeken is: Paus verliest zich net wat te vaak in spierballenvertoon. En het geluid bood toch al weinig plek aan de synthesizer die achterop het podium staat op gesteld. Tel daarbij op dat Paus tweederde van de show voor een man of 30 à 40 staat te spelen (pas het laatste kwartier druppelt nog wat BZB-publiek binnen), en de eindstand is een met veel machtsvertoon afgeschoten losse flodder.
De ontkerkelijking heeft dus ook het katholieke Schijndel bereikt? Ha-ha-ha. Leuk hoor. Paus is in dit geval niet eens een verwijzing naar die man in Rome, maar gewoon Portugees voor ‘toverstokken’. En magie is heidens.
Maar ik zag toch een non de merch verkopen? Nee, gefopt. Gewoon een degelijk uitziende dame met een zwarte capuchon over haar witte muts.
Oké. Maar ik kan deze band dus voortaan gewoon ontwijken? Nee joh, dit moet supergoed werken ’s nachts, in een kleine zweterige festivaltent! Maar Paus is hier totaal mispaas- euh, -plaatst. (FV)