Eric van der Westen blijkt een dubbelleven te leiden

Turkse invloeden sijpelen door in melancholieke set met opbeurend slot

Maarten de Waal ,

Tilburg huisvest een massa van talentvolle muzikanten, maar niet iedereen laat zich even veel op de concertpodia van de thuisstad zien. Neem nou Eric van der Westen. Vroeger zag je hem geregeld in Paradox optreden, maar waar is die jongen tegenwoordig gebleven? Het antwoord komt deze kille woensdagavond: Hij heeft er net een tour op zitten in het zwoele Brazilië, maar is de laatste jaren vooral in Turkije te vinden, waar hij onder meer werkzaam is als begeleider van een popidool en dan soms wel voor veertigduizend man staat te spelen. Die Eric toch. Gelukkig kunnen ook wij, nederige Tilburgers, meeprofiteren van zijn landverraad, pardon, ´internationale oriëntatie´, want hij heeft in zijn formatie van vanavond behalve een Amerikaanse slagwerker ook een Turkse kemençe-speler opgenomen. Samen met rastilburgers Mete Erker (tevens half Turks) & Bram Stadhouders en vibrandoneonist Martin Fondse (bekend van zijn gelijknamige Orchestra) vormen zij ´EW´s Secret Life Ensemble´. En dat ensemble blijkt vanavond heel wat bijzondere klanken in huis te hebben.

Nu horen wij om ons heen vaak geluiden, boze tongen zogezegd, die beweren dat orkestjes die allerlei instrumenten bespelen waarvan nog nooit iemand de naam gehoord heeft, maar eens moeten ophouden met die rare fratsen, en het ´gewoon´ moeten houden op de geijkte bezettingen zoals die in loop der jaren in jazz, rock en wat niet al gebruikelijk zijn geworden (over geijktheid valt te twisten, maar instrumenten waarvan men de naam moet opzoeken vallen er dan sowieso buiten). Deze opvatting wordt meestal geschraagd met het argument, dat de meer gebruikelijke bezettingen natuurlijk ´niet voor niets´ gangbaar zijn geworden – zij zouden bij uitstek geschikt zijn voor de vertolking van wat het ook moge zijn dat de componist/songsmid wil vertolken, en daarmee is tevens gezegd dat de meer gangbare instrumenten zich door de test des tijds hebben bewezen als de superieure, en dat je andere geluidsvoortbrengers met een gerust hart links kunt laten liggen.

Met deze opvatting zijn wij het pertinent oneens, en het gebodene van vanavond laat wederom de beperktheid van een dergelijke zienswijze zien. Het traanopwekkende, zoals Eric het treffend omschrijft ´hese´ geluid van Derya Tũrkans kemençe, een klein snaarinstrument dat men als een kind op de schoot plaatst en met een strijkstok bespeelt, waarmee Van der Westen bekend is geraakt middels de middeleeuwse Turkse hofmuziek waar hij zich in verdiept heeft, levert een doorslaggevende bijdrage aan de overwegend melancholieke sfeer die vanavond in Paradox wordt neergezet. Ook het bijzondere trommelwerk van Jarrod Cagwin verdient in dit verband een speciale vermelding, en natuurlijk ook dat andere ongebruikelijke instrument, de vibrandoneon (een echte aanrader voor galgje of scrabble), die iets van de sfeer van oude Franse films in het geheel inbrengt. De bespeler hiervan, Martin Fondse, levert trouwens ook één compositie aan, maar voor het overige is al het werk van de hand van ´EW´. Eric is iemand die zijn composities de tijd geeft om zich te ontvouwen, en daarbij niet bang is om een stuk te beginnen met een lange bas- dan wel slagwerkintro. Op de meer ongedurige luisteraar kan één en ander nog wel eens meanderend overkomen en aanleiding geven tot enig stoelgeschuifel, maar de meer geduldige luisterkinderen worden beloond met een aantal mooie, veelal enigszins droeve composities. Na de pauze blijven we nog even in stemmige sferen, maar het laatste stuk is zonder meer vrolijk te noemen, en ook de toegift draagt er toe bij dat we goedgemutst de Paradox kunnen verlaten.