Column Leen Steen: 'Wat verdient Rotterdam nou eigenlijk?'

"Van de jaar subsidie die Watt kreeg kan je wel 10 van dit soort kleinere clubs laten draaien"

Tekst: Leen Steen ,

Rotterdam staat op een kruispunt; de stad kan kiezen tussen het krampachtig mee proberen te doen met de, nu toch wel bewezen, onzinnigheid van de schaalvergroting in de popmuziek of in één klap een voorsprong van tientallen jaren nemen door verschillende kleinere podia op te richten. Kleine(re) podia dus, en geen nieuw groot podium dat volgens mij gedoemd is te mislukken.

"Van de jaar subsidie die Watt kreeg kan je wel 10 van dit soort kleinere clubs laten draaien"

Rotterdam staat op een kruispunt; de stad kan kiezen tussen het krampachtig mee proberen te doen met de, nu toch wel bewezen, onzinnigheid van de schaalvergroting in de popmuziek of in één klap een voorsprong van tientallen jaren nemen door verschillende kleinere podia op te richten. Kleine(re) podia dus, en geen nieuw groot podium dat volgens mij gedoemd is te mislukken.

Ik verwacht dat alle grote Nederlandse steden de komende jaren blijven zuchten onder exploitatietekorten van de nieuw gebouwde Megazalen. Rotterdam heeft nu de kans een (nieuw) soortgelijk debacle te voorkomen en de stad te worden die voorloopt op een verwachte trend; de aandacht van het publiek voor muziek en de bands die de muziek maken zal groot blijven maar deze gaat steeds verder versnipperen. Deze trend is overal op het Internet in blogs, gemaakt door mensen in de muziek industrie, te volgen.

En je ziet nu al dat het aanbod van bands die genoeg publiek trekken om de grote zaal van een podium van 1000-1500 man te vullen tanende is.
De echt grote bands spelen alleen nog op grote festivals of in stadions en verder zijn er duizenden bands die muzikaal erg goed zijn maar hooguit een zaal ter grote 250-500 man uitverkopen. Dit is geen Rotterdams, geen Nederlands, maar een mondiaal probleem. Het middensegment in de wereld van tourende bands die zalen zoals Watt had (1500 man) is aan het wegvallen en dat is een trend die nog verder door zal zetten.

We gaan op een bepaalde manier terug naar de tijden dat de muziekindustrie nog niet mondiaal opereerde; de tijd voordat muziek big business werd. In de sixties was er in elke stad en elke streek een scene die zich ontwikkelde zonder veel af te weten van wat er een paar honderd kilometer verderop gebeurde en waardoor er binnen een trend als beat en later rock per streek speciale afsplitsingen ontwikkelden. Je had in de USA de New York sound, de L.A. sound en the Philly sound. Een kenner kon horen uit welke streek een band kwam. De muziekscenes zullen zich steeds meer richten op lokale bands. En Nederland is klein genoeg om een nationale bandscene te onderhouden; vergeleken met de USA is het land zo klein dat we geografisch in dit land één scene vormen. En daarnaast hebben we tegenwoordig het internet. En ondanks dat het steeds moeilijker wordt om op het web door de bomen het bos te zien, zullen altijd manieren uitgevonden worden om liefhebbers de weg te wijzen naar nieuwe bands, trends en muzikale ontwikkelingen. Een nieuwe Twitter, Facebook noem maar op.

Maar Watt was nog maar net verdwenen of er verscheen een motie van de PvdA voor de oprichting van een soortgelijk poppodium. Er is niets geleerd; de tekenen aan de wand worden zoals zo vaak genegeerd. Rotterdam heeft nieuwe poppodia nodig die het gat van Watt opvullen, maar naar mijn mening niet het gat dat achtergelaten is door de grote zaal, maar juist het gat van de kleine zaal en de Basement. De echt aansprekende concerten die in de grote zaal van Watt georganiseerd zijn in de complete tijd dat de zaal open was kan je op de vingers van één handen tellen: The Stooges, Morrissey, Public Enemy en George Clinton (allemaal ouwe meuk met verder alle respect aan de Igster en Homorrissey, hoor) en verder nog Franz Ferdinand en The Eagles of Death Metal. Hoe ik ook mijn best doe, meer optredens in Watt waar mensen over napraten herinner ik me niet. Er stonden elke week wel rijen mensen voor Watt, maar meestal niet om concerten te bezoeken want die kwamen voor de dance programmering. Maar er is geen gebrek aan dance in de stad en die mensen stonden er vooral omdat Watt goedkoper was dan de commerciële clubs en misschien omdat het er iets meer relaxed aan toe ging.

Zet wat mij betreft daarom niet in op een groot podium zoals Watt was maar zoek het in een of meer zalen voor 250 tot hooguit 500 man. Stel je het gebied voor in het centrum tussen de Binnenweg, Witte de Withstraat, Mauritsweg en -straat en de Kruiskade en kijk eens goed wat er nu al aan potentieel goede clubs zit of komt; Rotown, Exit, de Unie en over en jaar ook Worm. Concentreer je daar op en kijk of er in deze straten nog plekken te vinden zijn voor nieuwe clubs. Dan krijgt Rotterdam een uitgaanscentrum dat de potentie heeft uit te groeien tot een nationale en misschien wel wereldwijd bekende hotspot. Een uitgaansgebied waar het publiek van club naar club kan trekken op zoek naar het aanbod wat het best past bij hun smaak of waar ze die avond toevallig zin in hebben. Rotterdam moet clubs willen hebben waar elke avond rijen mensen voor de deur staan.Waar je vroeg aanwezig moet zijn omdat je anders kans hebt dat je er niet meer in komt.

Er is niets mis met exclusieve optredens op kleinere locaties. Neem een voorbeeld aan Londen. Daar zijn honderden clubs met een capaciteit die in verhouding niet veel groter zijn dan die van Rotown en het publiek staat te dringen om daar naar binnen te mogen. Ze komen om bands te zien waarvan ze nog niet veel meer weten dan dat er een goede buzz over deze groepen rond gaat; dat de pers lovend over ze schrijft en dat hun vrienden aangegeven hebben naar het optreden te gaan. Ook zijn mensen graag bereid meer entree te betalen als ze een bekendere band in een kleine intieme setting kunnen zien. De kick dat je ‘erbij’ was is in dit geval altijd groot.

En dat kan voor een fractie van de kosten dat een groot podium gaat kosten. Van de jaar subsidie die Watt kreeg kan je wel 10 van dit soort kleinere clubs laten draaien.

Rotterdam verdient dat er keuzes gemaakt durven te worden. Bestrijd de versnippering met concentratie. We kunnen hier uit prestige overwegingen achter alle andere Nederlandse steden blijven aanlopen en het volgende grote podium debacle gaan financieren of een keuze maken die op de lange termijn beter, slimmer en goedkoper is en méér mensen met artistieke ambities en visies hier in de stad houdt of naar deze stad doet trekken.