Column Leen Steen: De laatste stuiptrekkingen van een stervende Dinosaurus

Over Idols en idols

Leen Steen, ,

We worden weer vergast op een nieuwe serie van Idols. Nou heb ik dat programma maar twee keer bekeken en was ik meteen genezen, maar dat geldt helaas niet voor het ‘grote’ publiek dat maar geen genoeg lijkt te krijgen van het leedvermaak veroorzaakt door idioten zonder talent. En dat alles om uiteindelijk de geboorte van weer een paar eendagsvliegen te moeten aanschouwen.

Over Idols en idols

Idols heeft niets, maar dan ook niets, te maken met de ontdekking van talent; op zijn best worden hier uitvoerende artiesten in de spotlights gebracht en dat is een héél ander slag dan artiesten dat zelf iets creëren. Het heeft vooral te maken met het verlangen van de platenindustrie naar de tijden van vóór The Beatles toen bijna alle muzikanten hun platen vulden met een groot aantal covers waartussen slechts een paar zelfgeschreven songs prijkten. The Beatles was de eerste band die alleen eigen werk opnamen; toentertijd was dat revolutionair. Daarna werd het steeds normaler dat bands hun eigen materiaal schreven totdat onder dreiging van de opkomst van punk eind jaren zeventig de platenmaatschappijen begonnen met zogenaamde prefab pop; dat was ook al zo’n krampachtige poging om de aan de artiesten verloren macht terug te winnen. Wat mij betreft is een ieder die zich voor een dergelijke schaamteloze vertoning als Idols leent een enorme loser en verdient ook niet beter dan na drie uitgemolken hitjes uit het door een grote Publisher beheerde oeuvre weer keihard op de keien gegooid te worden of per auto in de orkestbak van een Joop van den Ellende musical te storten. Maar ook hier is het grote publiek het niet met me eens; het maakt tegenwoordig blijkbaar niet meer uit op wat voor manier je op de TV verschijnt, het feit alleen dat mensen je gezicht van de TV herinneren is al genoeg om tot held uitgeroepen te worden. Wat je er nou precies op deed weet men de dag erop toch al niet meer; ze zien blijkbaar zoveel gezichten dat het dan allang weer vergeten is. Hetzelfde geldt voor al die covers; mensen hebben nauwelijks benul van muziekgeschiedenis want ook hier laat de herinnering mensen in de steek; het klinkt alleen bekend en dus worden er weer enkele duizenden cd’s van verkocht. Zelfs bij de redactie van Idols zijn ze compleet de weg kwijt want ze kondigen 'you can't hurry love' domweg aan als een nummer van Phil Collins terwijl het een song van the Supremes was die 20 jaar na dato door meneer Collins gecovered werd... Geen enkele van de door de jaren heen in de popmuziek bekend geworden musici zou de eerste ronde van Idols overleefd hebben zag ik in een filmpje op You Tube en gelijk hebben ze. En ondanks de ergernis die talentenshows bij mij veroorzaken moet ik toch elke keer weer stiekem glimlachen als zo’n door Idols klaargestoomde ééndagsvlieg de hitlijsten beklimt. Het is namelijk niets meer dan de zwanenzang van een eens machtige industrie die zich voor onze ogen afspeelt. Dit is de een van de weinige marketing strategieën die ze nog rest; eis alle aandacht op voor een stel technisch goed onderlegde naar faam hunkerende hoeren die je contractueel tot de laatste cent kan uitplukken. En dan wil de overheid tegelijkertijd iets aan gedwongen prostitutie doen? Wat is the fucking difference? Uiteindelijk is het een teken aan de wand dat er op deze krampachtige manier nog geprobeerd wordt geld te verdienen aan muziek. Wat er begin jaren tachtig al door de underground werd voorspeld is nu waarheid aan het worden; de grote labels verliezen hun aantrekkingskracht in een rap tempo. Je zou wel gek zijn als je als zichzelf respecterend artiest nog bij een groot label tekent. De kans dat zo’n label je echt steunt en je een paar platen laat maken die niet meteen succesvol hoeven te zijn; een zogenaamde diepte investering, is zeer klein. Een band als Queen brak pas met hun vierde album echt door; dat is tegenwoordig ongehoord; instant succes of meteen terug op de keien is nu het devies. Maar terwijl onderaan de markt de échte beloftes voor de toekomst genegeerd worden merken de door diezelfde industrie groot gemaakte coryfeeën als bijvoorbeeld Radiohead dat ze een label als EMI helemaal niet meer nodig hebben. Er wordt dus niet bijgetekend en de band doet gewoon alles voortaan zelf en maakt daarmee dubbel winst; een groot gedeelte van de opbrengst waar eerst allerlei tussenfiguren als marketingmensen en andere managers van moesten leven verdwijnt nu in de zak van de bandleden zelf of in het slechtste geval van mensen die ze in ieder geval zelf hebben kunnen uitkiezen. En daarnaast krijgen ze enorm veel respect door hun actie om hun cd voor een door de fans zelf bepaalde prijs aan te bieden. Dat zou een label als EMI nooit en te nimmer gedaan hebben. De belangstelling voor muziek is echt niet minder geworden. Sterker nog; in een pas geleden uitgevoerd onderzoek bleek dat jongeren naar muziek luisteren nog hoger waarderen dan het hebben van seks! Alleen geldt net als bij seks dat als je de keus hebt tussen gratis of betaald, die keuze niet bepaald moeilijk is. Die maffe managers in de muziek industrie denken echt dat alle mensen die muziek kopen achterlijke idioten zijn. Zet al die stupide acties van de laatste 15 jaar maar eens op een rij: Eerst vervangen ze vinyl door een wegwerp product als de CD en tegelijk voorzien ze niet dat een digitaal product veel makkelijker en zonder verlies aan kwaliteit kan worden gekopieerd. Philips, de uitvinder van de Cd voorzag dat in tegenstelling tot de rest van de industrie wél al meteen en verkocht zijn dochter, platenmaatschappij Polygram meteen na de introductie van de CD aan Bertelsman/Sony. En jawel, niet lang nadat de cd het vinyl daadwerkelijk had verdrongen en ouderwetse platen alleen nog in speciaalzaken werden verkocht werd de mp3 uitgevonden. De industrie dacht dat cd tracks voor altijd té zwaar zouden zijn om via het Internet doorgegeven te worden maar men ging voor de tweede keer op zijn bek. En in plaats van ervoor te zorgen dat de industrie in ieder geval op goede voet bleef staan met de bron van alle winste de muzikanten, werden oud en nieuw talent ook nog eens de duimschroeven aangedraaid door artiesten te dwingen contracten te tekenen die hen tot niet meer dan legkippen reduceerden; bijna alle rechten moesten worden afgestaan zodat de voor auteurs toch al karige verdiensten helemaal in de zakken van managers verdween. Dat alles alsof het grote publiek nooit daarvan zou horen en daardoor niet een nog grotere hekel aan de grote platenmaatschappijen zou krijgen. Om het nog gekker te maken worden mensen die muziek downloaden opeens bedreigd met vervolging en zelfs uitsluiting van toegang tot Internet; hoe prachtig kan je de sympathie van het publiek verkwanselen; deze verdient echt de schoonheidsprijs. Vervolgens wordt ook alleen nog infantiele idioten gepromoot. Mensen die niets anders dan wegwerp crap maken. Hoeveel cd’s heb jij in de kast die je na 10 luisterbeurten nooit meer hebt gedraaid? En wéér denken ze dat het publiek dat zomaar pikt. Als laatste nagel aan de doodskist schieten de prijzen van live concerten van de grotere namen tot hemeltergende hoogtes, want ze hebben het nog steeds niet door. Momenteel gaat het nog voor de wind in de live sector; maar hoe lang nog als dat zo doorgaat? Je kunt nu eenmaal moeilijk als consument 1x per week 60 tot 100 euro voor een concertkaartje uitgeven. Hoeveel domheid kan je in een bedrijfstak kwijt? De industrie is rijp om uit te sterven; meer dan rijp. Dat is hier dan ook de conclusie; de grootschalige muziekindustrie is een stervende dinosaurus die geen meteoor inslag meer nodig heeft om voorgoed van de planeet te verdwijnen.