Hank & Lily en Mucho Maestro in WaterFront

Rammelend Canadees duo legt het af tegen voorprogramma

Daniel Baggerman, ,

Hank Pine and Lily Fawn zijn vleesgeworden stripfiguren. Het duo uit Victoria, Brits-Columbia (voor de topografische nitwits onder ons, dat is in Canada) deed zaterdag WaterFront aan als onderdeel van een Europees tourneetje. Rotterdammers Mucho Maestro, zelf ook bijna een komisch trio, hadden de eer hun voorprogramma te verzorgen.

Rammelend Canadees duo legt het af tegen voorprogramma

Het kan raar lopen op een zaterdagavond. Mucho Maestro, bestaande uit Mike, Jan-Jaap en Guido staat als voorprogramma op het on-zaterdagse tijdstip van half negen voor een bijna lege zaal, op een legertje voornamelijk vrouwelijke jonge fans na, een puike show te geven. Het trio, wat pas een dik jaar op de planken staat bewijst hier dat het in korte tijd een spectaculaire groei heeft doorgemaakt. Vanaf de opener France, een punky shuffle, laten de drie mannen in halflange jassen zien dat ze hun cabaretesque mix van Tom Waits, Primus en Kaiser's Orchestra tegenwoordig goed in de vingers hebben. Wat direct opvalt is dat heel de band, ondanks de halflege zaal, enthousiast en zelfverzekerd op het podium staat. De wisselwerking tussen de stemmen van Jan-Jaap (rokerige rocker) en Mike (clownesque punker) wordt goed uitgespeeld. Ook drummer Guido, voorheen nog wat schuchter achter zijn trommels verscholen, heeft er duidelijk een hoop lol in en houdt met meesterbassist Jan-Jaap de basis strak en compact. Of de band de theatrale sketches tussen de nummers nog wel nodig heeft is een beetje de vraag, het publiek reageert doorgaans met een obligaat "spelen!" in plaats van de beoogde lach. Maar spelen doen ze ook gewoon, en de setlist van twaalf nummers wordt vlot afgewerkt. Voorlopig moeten we het nog even doen met de demo, die voor het symbolische bedrag van twee euro bij optredens wordt verkocht en ook gratis te downloaden is op de site van hun label Dying Giraffe Records, maar platenbaas Wouter de Vries verzekert me dat hun eerste volwaardige album in september het levenslicht zal zien. Terwijl de drie heren vliegensvlug hun spullen in de gereedstaande bus dumpen om diezelfde avond hun show bij de voorronde van de Grote Prijs van Zuid-Holland in Leiden nog eens over te doen loopt de zaal zachtjes aan vol met een wat ouder, en vooral mannelijk publiek. Het duo Hank Pine and Lily Fawn vindt hun oorsprong in de gelijknamige comic, over een duister figuur met duikbrilletje en een masker wat zijn dode vriendinnetje in een vuilniszak meezeult en een bosnymph met een hertegewei. Op papier belooft dit heel wat en zeker de imposante lijst instrumenten die het duo zegt te beheersen lijkt een recept voor een legendarisch avondje muziek. Het begin is inderdaad veelbelovend, hoogblonde Lily neemt voor op het podium plaats achter haar zingende zaag en lange Hank begeleidt haar op gitaar in een duister instrumentaal nummer. Er wordt al direkt een sfeer neergezet die inderdaad doet denken aan mistige moerassen waar giegelende elfjes vol tatoeages je meelokken. Na het eerste nummer verruilt Lily haar zaag voor een minimale drumkit, waarachter ze staand een onvast ritme inzet. Hank's zang wordt door een microfoon in zijn masker versterkt, wat een behoorlijk originele vondst genoemd mag worden. De muziek van de twee begeeft zich hier richting punky garageblues, maar ook uitstapjes naar country en regelrechte pop worden niet geschuwd. Na een nummertje of vijf bekruipt me langzaam het gevoel dat de beloofde rijkdom aan instrumenten ergens in de moerassen van Brits-Columbia is achtergebleven, hoewel er nog wel een nummertje met onhandig tap-dansintermezzo voorbijkomt. Ook al is dat misschien te veel eer, het bezitten van een paar tapschoenen maakt je duidelijk nog geen danser. Maar Lily weet ook dit met een dosis blonde charme aardig te verbloemen. Dit is duidelijk een structureel probleem bij de twee Canadezen, Lily drumt alsof ze haar kitje pas een week in huis heeft en ook gitarist Hank laat nogal wat steken vallen. Tel daarbij op dat het stemmen van een gitaar niet tot Hank's prioriteiten behoort, wat het optreden langzaam aan tot een beschamende vertoning laat verworden. Het publiek zit de freakshow wat gelaten uit, maar bij de eerste toegift, het nummer Jackson van Johnny Cash, beginnen de eerste schuchtere dansers zich te laten zien. Wat voor Lily blijkbaar als een hele schok komt, waarop ze haar tekst volledig vergeet en het nummer door Hank opgepikt moet worden. Positief nieuws is dat Hank eindelijk besluit zijn gitaar eens te gaan stemmen, wat helaas zo'n tien nummers te laat komt. Bij de tweede toegift, een misplaatste ode aan David Hasselhoff, wordt duidelijk dat kortgerokte Lily thuis de broek aan heeft als ze fijntjes laat weten dat Hank er heel andere helden op na houdt. Na een laatste eigen nummer is het stripverhaaltje eindelijk uit en verlaten we de zaal met het gevoel dat we met bands als Mucho Maestro in onze handjes mogen knijpen.