DeWolff trekt nieuwe registers open

Fascinerende show in Rotterdamse kerk

Tekst: Kees-Jan Visser Foto's: Wim Barzilay ,

Als je naar een concert van DeWolff gaat, weet je van tevoren zo goed als zeker dat je getrakteerd gaat worden op een meeslepende psychedelische bluesrockshow. Als het ook met de extra’s goed zit, zoals een sterk voorprogramma (Mother’s Cake) en een prachtige locatie (Arminius), heb je zo goed als zeker een topavond. En dat werd het zondag de 18e december.

Prachtig is de ruimte zeker die Rotown voor deze concertavond heeft geregeld. De remonstrantse kerk aan het Museumpark is een gebouw waarin je rustig een half uurtje met ontzag kunt rondkijken. Het houtwerk, de koepel, het imposante kerkorgel, waaronder het hedendaagse instrumentarium dat staat opgesteld bijna in het niet valt. Dat geldt zeker niet voor het geluid dat Mother’s Cake eruit perst. Het ronkende rockgeweld dondert meteen tegen de eeuwenoude muren op. De muizen op zolder zoeken verschrikt een veilig heenkomen. De Oostenrijkse band, op uitnodiging van de Limburgse collega’s vier keer in hun voorprogramma, brengt een flink volle kerk in drie kwartier vastberaden in de stemming voor de hoofdact van de avond. Met rauwe rock, de bezwerende hoge zang van de frontman, snelle gitaar-riffs en verrassende tempowisselingen. Het is rock, het is blues, het is funk, het is metal. We puffen even na en zijn klaar voor DeWolff.

Het nieuwe DeWolff, welteverstaan. Na acht jaar touren en groeien zat de band een beetje op een ‘crossroad’ in zijn ontwikkeling. Ze namen de afslag naar een eigen label (Electrosaurus Records) en een vernieuwde sound. Na een live-album (‘Live & Outta Sight’) volgde een nieuw studioalbum, ‘Roux-ga-roux’, met een nieuw geluid. Natuurlijk, de basis blijft de ijzersterke in de sixties gewortelde psychedelische bluesrock. Maar we horen nu ook een smakelijke dosis southern rock doorklinken. Als rond tienen de band het podium onder de preekstoel beklimt, klimmen er twee achtergrondzangeressen mee en een extra gitarist. Die laatste speelt alleen in het openingsnummer mee. De dames zullen gedurende de anderhalf uur durende show nog een aantal keren afgaan en weer opkomen. Hun meerstemmige inbreng is verfrissend. Ook drummer Luka levert een vocale (solo)bijdrage in een paar nummers. Hij blijkt over een lekker venijnige ‘schreeuwrockstem’ te beschikken. 

Wat er ook deze avond weer vanaf druipt, is hoe bizar goed het trio op elkaar is ingespeeld. Tijdens de virtuoze ‘gesprekken’ tussen Hammond en gitaar, tijdens de uitgesponnen instrumentale stukken. De twintigers hebben er dan ook al heel veel muzikale vlieguren op zitten. Zanger Pablo vertelt dat DeWolff volgend jaar zijn tienjarig jubileum viert en prijst de kalender aan waarop de bandleden zich fysiek en mentaal (bijna) blootgeven. Na ‘Don’t You Go Up The Sky’, destijds door drie pubers op de plaat gezet, is het geschreeuw en gefluit om een toegift dermate groot dat het niet te negeren valt. In de kerk hangt het enthousiasme van een evangelische gemeente. Die toegift, ‘Love Dimension’, heeft een toepasselijke gospelsound en voorganger Van de Poel beklimt nog even de preekstoel. DeWolff klonk vertrouwd goed, maar trekt ook boeiende nieuwe registers open. Rotterdam hoorde en zag dat het goed was.