Bij binnenkomst is het al best druk en Bells of Youth speelt al, een vijfkoppige female only band. Ze maken lekkere pop-rock. De ene keer zijn het best rustige liedjes, de andere keer energiek en stevig en soms maatschappij-kritisch. De zaal deint lekker mee, maar de grote zaal van Metropool voelt nog wel een maatje te groot aan voor de band. Gewoon binnenkort terugkomen in de kleine zaal, gaat het dak er gewoon lekker af.
De dame om wie het allemaal draait vanavond: Stefany June. Vanavond wordt haar self-titled debuutalbum gereleased. Achterin de zaal kun je het album dan ook kopen, zelfs in een door Stefany zelf gemaakte special edition in leer. Ook kun je vette t-shirts kopen, en ze zelfs laten customizen door fashion designer Bas Timmer. Tussen de bands door draaien twee dj's dansbare plaatjes.
Na lang wachten start het optreden. In het donker klinken geluiden vanaf twee kleine podia waarop de gitarist en de toetsenist/percussionist van de band plaats hebben genomen en een soort van oerwoudgeluiden maken. Stefany zelf staat in bontjas op het podium dat als een soort van catwalk is ingericht, met al het publiek vlak voor het podium. Ze start met het lekkere uptempo 'Made of Steel'. Daarna speelt ze 'Dipsy Diver', het meest ontoegankelijke nummer van het album. Of dat de beste keus is als tweede nummer valt over te twisten. Sowieso doen de uptempo nummers van het album het live het best, zoals 'Anything We Wanna', 'Burning Like a Firefly', 'To The Limit' en 'Is it the Whiskey'. Stefany haalt visueel alles uit de kast, met glimmende doeken achter het podium, rook uit trommels, een megafoon, en met zelfs een danseres op het podium in ballad 'Youngblood', terwijl Stefany liggend op het podium zingt.