BFO14: Wolf in Loveland

Lieflijk doch een tikje brave folk, wordt de de kunst van de luistermuziek beheert

Tekst: Mandy Bezema ,

Zachte harmonische melodieën, subtiel gitaarwerk en een juiste ritmesectie die Wolf in Loveland body geeft. Het zijn kleine liedjes, ontdaan van veel pracht en praal en mooi vanwege de eenvoud. Doet denken aan Iron & Wine, Jose Gonzalez en Angus & Julia Stone.

Het concert:

Wolf in Loveland, Bevrijdingsfestival Overijssel, Muziek Kiosk, 5 mei 2014

De act:

Ze wonnen vorig jaar de Grote Prijs van Zuid-Holland en klauteren momenteel de Nederlandse folkladder op. Vorig jaar kwam de debuutplaat uit, dit jaar toeren ze met het tweede album: We Set Out in the Naked Dawn. Wolf in Loveland’s gezicht is singer-songerwriter Jan Minnaard, een 21-jarige Zeeuw. Een ietwat trage en dragende stem, die al meer lijkt te weten dan zijn 21 jaar doet vermoeden. Toch valt niet te ontkennen dat zijn band het geheel af maakt. Zachte harmonische melodieën, subtiel gitaarwerk en een juiste ritmesectie die de band wat meer body geeft. Het zijn kleine liedjes, ontdaan van veel pracht en praal en mooi vanwege de eenvoud. Doet denken aan Iron & Wine, Jose Gonzalez en Angus & Julia Stone.

Het nummer:

En dan volgt, redelijk in het begin van de set Tattoos. Mooi in al haar eenvoud, maar even heerst de angst dat de schoonheid van het nummer wegvalt door de grote festivalweide waar Wolf in Loveland in staat. Maar niets is minder waar. Waar het op het album soms wat ijler klinkt, lieflijker ook, wint het nummer live juist aan een soort kracht. Het is minder braafjes, wat steviger. De stem van zanger Jan draagt ver, laat een aantal voorbijgangers even stoppen en omkijken.

Het moment:

Hij staat met open mond te kijken, houdt zijn plastic beker losjes vast. Een klein blond jongetje staat in zijn eentje voor de Muziek Kiosk, en gaapt de band aan, vol ontzag. Er wordt geglimlacht op het podium, in het publiek wordt gelachen. Het is de combinatie van de gitaartonen, de harmonische samenzang en de zon die nét weer aan kracht wint, die ervoor zorgt dat het publiek voor eventjes betoverd is.

Het publiek:

Ze beginnen een kwartier te laat, wat te wijten is aan de act die voor Wolf in Loveland speelt. De weide voor de Kiosk oogt dan ook leeg, op een aantal mensen na die in kleermakerszit op het gras zitten. Liever lijkt men in de zon te zitten, wat niet geheel te verwijten valt. En toch. Want wanneer de band begint met spelen, druppelen de mensen langzaam voor de Kiosk, uit de zon, dichtbij de muziek. Een enkeling beweegt mee, er wordt vooral geluisterd. Iets dat Wolf in Loveland ook lijkt te definiëren: de kunst beheersen van de luistermuziek. 

Het oordeel:

Ze zijn goed, spelen strak en het feit dat ze te laat starten is niet aan hen te wijten. Het geheel oogt in orde, zowel de band als de nummers. Toch is er iets dat een beetje haakt, ondanks de schoonheid die de nummers hebben. Het is braaf, zo lief, zo langzaam soms ook. In een kleine intieme zaal een gegeven dat goed werkt, op een festivalweide zorgt het ervoor dat de aandacht soms een beetje verslapt. En toch. Wolf in Loveland is wél een band van formaat, veelbelovend en met ruimte voor groei.