Abbott, Color Reporters, 19:30-20:15
BFO14: Color Reporters
Color Reporters krachtig in degelijkheid
Bertolf Lentink zag een derde solo album niet zo zitten. Met gitarist Bas Wilberink schreven ze een tweetal nummers die het begin zouden vormen van het nieuwe project Color Reporters. Afgelopen maart kwam de plaat uit, die krachtiger en robuuster is dan het solowerk van Bertolf.
Het concert:
De act:
Ze bestaan nog maar net, Color Reporters. Een aantal schrijfsessies samen met gitarist Wilberink zorgden voor de honger naar iets anders dan naar een derde soloalbum van de hand van Bertolf. Zo geschiedde. In maart 2014 bracht de band - vijf man totaal- de plaat uit en ging op toernee. Het geluid schuurt soms tegen de Amerikaanse westcoastrock aan, en ergens hangt een zweem van The Beatles. De naam is ontleend aan een nummer van Elliott Smith. Bovenal veel harmonische samenzang, catchy melodieën en een dikke grijns.
Het nummer:
Het is wellicht een cliche, in dit geval wel waar. Wanneer de laatste track wordt ingezet, Sing for Massachusetts, voelt het een beetje alsof het publiek wakker wordt geschud. Weg is het lieflijke, weg is het brave. Bertolf en zijn kompanen maken het eindelijk een beetje spannend, en zo op deze zwoele avond is dat ook wel even nodig. Het nummer is sneller, wat rauwer en blinkt uit door het fijne gitaarwerk. Jammer dat het pas aan het einde pas spannend wordt.
Het publiek:
Het is af te vragen wie er vooral op de naam ‚Bertolf’ afkwam, en niet zozeer op de band zelf. Het grootste gedeelte van de tijd wordt er geluisterd, af en toe geglimlacht en enthousiast geklapt. Even verslapt de aandacht wanneer een tiental jongeren hun meegenomen bank besluit te verplaatsen, met redelijk wat vertoon, dan keert men zijn blik weer naar het podium. Maar het komt niet echt los, op geen enkel moment. Wellicht dat het aan de ietwat brave tonen ligt, misschien ook wel aan de onbekendheid die nog heerst rondom het repertoire van Color Reporters. Het publiek oogt tam, in tegenstelling tot een bezwete Bertolf die vriendelijk lachend door blijft spelen.
Het oordeel:
Oerdegelijk, is een woord dat opkomt. ‚Goed, gewoon goed.’ En dat is het ook. Nergens schiet het er echt boven uit, maar nergens wordt ook een slippertje gemaakt. Opvallend is vooral het verschil met het solowerk van Lentink: live wordt nog veel duidelijker dat alles wat grootser van opzet is dan het eerdere werk. Het is een prima uitvoering, waar alles aan klopt. Misschien dat dat het nu juist is. Want het enige dat mist, is een flinke scheut spanning.