Dear Ellinor; mystieke warmte in een knusse setting

Muziek, voedsel en vooral een positieve sfeer in Dok H20

Tekst: Joost Kleine Schaars ,

Dear Ellinor wil zich presenteren als een band die welkom is op zwoele avonden, het liefst in huiskamerlijke cafésettings. De expressiviteit komt duidelijk naar voren door de voltallige band: zangeres Gerdine Vermeer, Gerben Kroeze op gitaar, basgitarist Bjarni Skúli Ketilsson (Baski), Dick Weelink achter de drums en toetseniste/achtergrondzangeres Jonneke Siebrand. Vanavond speelt ook een trompettist (Wilfried Kroes) mee als gastmuzikant. Voor Dear Ellinor zijn bijgeluiden allemaal even welkom. Of het nu de stromende IJssel in de verte is, joelende kinderen of keukengeluiden op de achtergrond; ze maken er zelfs een jamsessie van en implementeren van alles.

De band is echt op volle sterkte gekomen door de drummer die na twee audities is gevonden. De belangrijkste drijfkrachten blijven Gerben en Gerdine. Het is een duidelijke verzameling geweest op de weg die Gerben en Gerdine zijn ingeslagen. Een weg die steeds duidelijker werd en waar elke keer iemand zich bij de groep aansloot die nu Dear Ellinor heet.

In Dok H20 begint de avond als een speeltuin, vol met lachende kinderen; iets wat ook ingenieus is verwerkt in de videoclip van hun nummer ‘Smile’. Een zangpartij in dat nummer sluit naadloos aan bij de spelende kinderen: “The lust for life in the eyes of a child”. Dat is tekenend voor de komende twee uur, in de bijzondere setting rondom etenstijd. Tijdens een ingelaste pauze wordt er een interview bij ze afgenomen. Wanneer er gevraagd wordt naar een aantal inspiratiebronnen, wordt er al gauw één kordaat antwoord gegeven. “Ik hoor altijd Sigur Ros”, vertelt toetseniste Jonneke. Haar jazz-voorkeur is onder meer hoorbaar in ‘Queen of Nothingness’: een subtiel toetsenspel dat samensmelt met de andere instrumenten.Ook Bob Dylan is een inspiratiebron voor de band. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van twee tekstschijvers, wat een gezonde vibe in stand houdt. Met die basis en hun instrumenten verenigen ze het melancholische van Bob Dylan en het mystieke van het IJslandse Sigur Ros. “De diversiteit van onze nummers ontstaan doordat we in de eerste plaats twee tekstschrijvers hebben en in de tweede plaats veel verschillende types met diverse achtergronden in de band hebben met allemaal ruime bandervaring”, legt Gerben uit. Hij noemt de combinatie van Bob Dylan en Sigur Ros als inspiratiebron. “Echter in zijn eigen nummers laat Gerben, en ook ik, zich inspireren door zaken uit het dagelijkse leven die variëren van diepe gedachten tot de oppervlakkigheid van het bestaan met een dikke knipoog”, aldus Gerdine.

Elk bandlid heeft zo zijn eigen voorkeur voor een genre, iets wat ook bijdraagt aan de diversiteit van Dear Ellinor. Zodra zij allen het podium betreden komt dit allemaal samen. Kleinschaligheid, zoals hier in Dok H20, werkt voor de band positief. De kracht komt niet alleen uit de instrumenten, maar voornamelijk uit de sfeer naar voren. Iets anders dan een ‘smile’ is moeilijk waarneembaar in iets wat zelfs uitmondde in een jamsessie.
Met nog genoeg andere inspiratie op de plank hopen ze een breed publiek te bereiken. Gemiddeld treden ze nu twee keer in een maand op. Wie de band wil omarmen kan aangenaam verrast worden, en dan komt de ‘smile’ vanzelf.