Tommy Ebben: ‘Ik ben echt even toe aan iets anders’

Over The Boss, creatief talent in Utrecht en de switch naar elektronica

Tekst: Karin Spanjersberg / Foto's: Helmi Eshuis. ,

Zijn hart ligt bij de rootsy folkrock, maar dit jaar gooit Tommy Ebben het eens over een andere boeg: op zijn volgende album zullen veel elektronische invloeden te horen zijn. Verder is hij druk met het creatieve project Knalland en tributes aan enkele van zijn muzikale voorbeelden. Met een geslaagd akoestisch optreden in Almelo laat Tommy daarnaast zien dat hij ook solo uitstekend uit de verf komt.

Het is snel gegaan met Tommy Ebben. In 2009 nam hij in eigen beheer een verzameling demo’s op, waarna hij tekende bij Goomah Music. De beide albums, die hij vervolgens uitbracht met zijn band The Small Town Villains, werden zeer goed ontvangen. Momenteel werkt Tommy aan zijn derde album, waarvan hij op Eurosonic al een voorproefje gaf. Op de Zwarte Cross brengt hij dit jaar tributes aan Bruce Springsteen en Oasis. Met deze undercoversessies kwam Tommy de afgelopen weken al in actie in Deventer en Amsterdam. Vanavond speelt Tommy voor de derde keer in anderhalve week voor Overijssels publiek, deze keer een akoestische sessie in Paco Plumtrek.

Stripheld
Voorafgaand aan zijn optreden vertelt Tommy waarom hij zich zo verbonden voelt met deze artiesten. Vooral op zijn eerste album 'Dreamless Slumbers' is te horen dat naast de grote singer-songwriters ook The Boss voor Tommy een bron van inspiratie is. “Vroeger vond ik Bruce erg over the top met z’n stadionrock en die pompeuze muziek. Ik snapte dat niet helemaal. Tot ik eens goed naar 'Nebraska’ luisterde. Dat was in de tijd dat ik met mijn eerste album bezig was. Zijn teksten zijn films op zich, personages komen steeds terug. Inmiddels vind ik hem fantastisch. Eigenlijk is Bruce een soort stripheld: stoer en met een groot moreel besef, opkomend voor de kleine man.”

De liefde voor Oasis bestaat al langer. Tommy groeide op in het Land van Maas en Waal (“Mensen vragen wel eens: bestaat dat echt? Ja, dat bestaat echt!”). Hij luisterde in die tijd veel naar Britse bands, vooral het oudere werk. Toen ontdekte hij Oasis. “Helemaal zelf, het was de eerste band die niet uit mijn vaders platencollectie kwam. Oasis, dat zijn de Beatles en de Stones, maar dan harder.”

Blues en country volgden, maar pas na zijn studie is Tommy zelf serieus met muziek aan de slag gegaan. Hij studeerde geschiedenis in Groningen (“Ik heb het afgemaakt. Niet heel rock ‘n’ roll hè?”), deed een master journalistiek, verhuisde vervolgens naar Utrecht en koos voor een onzeker bestaan in de muziek. “Als beginnend muzikant moet je aardig wat offers brengen. Maar ik doe nu wel datgene wat ik het allerliefste doe.”
 

Minder veilig
Tot nu toe zat Tommy vooral in de hoek van de americana. “Met mijn volgende album wil ik daar uit. Het zit nog steeds in mijn hart, maar ik ben echt even toe aan iets anders. Mijn nieuwe liedjes zijn in de kern wel folky. Ze beginnen met gitaartokkels, maar dan komen er heftige drums en synths. Mijn band is ook nieuw, de Villains staan even in de koelkast. Ik ben erg enthousiast over mijn nieuwe richting. Ik vind het ook heel spannend. Het is minder veilig, zo anders dan mensen van me gewend zijn. Goomah laat mij hierin trouwens helemaal vrij, wat erg fijn is.” Het nieuwe album staat gepland voor na de zomer. “En hopelijk een EP in april of mei. Ik heb me er in ieder geval bij neergelegd dat ik dit jaar wat minder zal optreden.”

Tommy is ook erg enthousiast over Knalland, het project dat hij lanceerde met buurman en collega-muzikant Casper Adrien. “Casper en ik werkten mee aan Lorrainville, het Facebook-project van producer Guido Aalbers. Zoiets wilden wij doen in Utrecht.” De beide muzikanten wonen in Kanaleneiland. Die wijk stond lang bekend als probleemwijk, maar inmiddels is het een plek waar creatief talent elkaar weet te vinden. De jonge band Mister and Mississippi woont er ook. “We wilden eerst alleen een CD’tje opnemen, maar inmiddels organiseren we ook feesten en een festival. Subsidie krijgt Knalland niet, wel een onkostenvergoeding vanuit de woningbouwcorporatie. Die stimuleert het project enorm.” Ook de gemeente Utrecht is erg te spreken over Knalland. De burgemeester uitte zijn waardering zelfs in een handgeschreven brief.

Kwaliteit
Paco Plumtrek staat bekend als het kleinste podium van Almelo. Het ademt de intieme sfeer van een kroeg, maar dan zonder het achtergrondgeluid dat vaak zo storend aanwezig is bij optredens. Men komt er echt voor de muziek. Akoestische sessies staan centraal en met Tommy Ebben heeft programmeur Henk Lammers wederom kwaliteit in huis gehaald.

Tommy speelt twee sets van elk zo’n drie kwartier. De sfeer van het gevoelige openingsnummer Sunday Love wordt ook opgeroepen met liedjes als 'I Wish I Was A Carpenter' (van het Lorrainville-album) en het bijna buitenaards mooie 'Eurydice', dat voortkomt uit Tommy’s liefde voor de Griekse mythologie. De rauwheid van zijn stem komt vooral goed naar voren in ‘Raynie, My Son’, ‘Louisiana’ en de stevige countrysong ‘She Won’t Tell’, ooit door Vodafone gebruikt in een commercial. Bij de nieuwe nummers is het in deze setting wat lastig om je voor te stellen hoe ze klinken in een elektronisch jasje, hoewel ‘Golden’ toch een aardige indruk geeft. Ook covers zijn goed vertegenwoordigd: van Bruce Springsteen uiteraard, Tom Waits, Bob Dylan en The Tallest Man On Earth. ‘Illinois Blues’ van Skip James is bijna een eeuw oud, maar klinkt springlevend in de versie van Tommy.

Het publiek spreekt na afloop lovende woorden. Misschien wat veel covers, maar dat lijkt dan ook het enige puntje van kritiek. Tommy Ebben laat zien dat hij zich uitstekend kan meten met zijn muzikale voorbeelden. Zijn talent heeft lang mogen rijpen en inmiddels heeft het een weg naar buiten gevonden. Hopelijk gaan we nog veel van Tommy horen.