Popronde Enschede leunt vooral op de gevoelige snaar

Maar er blijft genoeg over voor de liefhebbers van rock & roll

Tekst: Ruben Eijsink / Foto's: Marieke Waalwijk & Willem Stolk. ,

Popronde is een landelijk rondreizend festival dat elk najaar in de periode september tot en met november plaatsvindt in een 32-tal steden. Op donderdagavond 25 oktober was Enschede aan de beurt. Het aanbod bestond dit jaar uit een opmerkelijk groot aantal singer-songwriters. De helft van de line-up gebruikte minimale middelen om het publiek te bekoren. Na veel de gevoelige snaar te hebben gehoord, was de gierende gitaar een prettige afwisseling.

Bij café Rocks, dit jaar het 3voor12/Overijssel podium, is het buiten meestal drukker dan binnen. Gelukkig zijn er veel mensen die willen roken en socializen, want de ruimte in de rockers hangout is beperkt. Helemaal als je bedenkt dat de ingang zich pal naast het podium bevindt en dat je dan bijna crowdsurfend naar de bar moet om een biertje te bestellen. Twente speelt vanavond dus het optreden van John Coffey begint een half uur later dan gepland. Daar was even geen rekening mee gehouden in de programmering. Snel even naar de tweedehands boeken- en platenwinkel Kruimeltje om Angela Moyra aan het werk te zien. Deze Indonesisch/Brits/Nederlandse schone wisselt schattige ukelele songs af met niet al te grensverleggend liedjes op gitaar. Ze zingt mooi en een aantal opstartproblemen aan het begin van twee nummers maakt haar eigenlijk alleen maar extra lief.

Geen opstartproblemen bij John Coffey die inmiddels met het eerste nummer bezig zijn. Ze knallen er meteen vol in. Met enige buzz op zak spelen deze jongens met snorren en lange haren de zweetdruppels aan het plafond. De mix van hardrock, een snufje hardcore en screamo gaat er goed in. Al is het catchy hardrockgehalte bij vlagen net iets te aanwezig. Het is de enige harde band in deze Popronde eigenlijk. Het deelnemersveld wordt in Enschede grotendeels gedomineerd door de singer-songwriters. Het is zoeken naar de bands.  

Je moet er even een paar minuten voor fietsen, maar dat is zeker niet voor niks. In het Mystiek Theater staan en zitten The Pignose Willy’s heerlijke smerige groovy garage rock ‘n roll te produceren. Het mag geen wonder heten dat onze eigen Ottoboy instemmend meeknikt op de vuige nummers van dit tweetal. De ene Willy zit achter een aangepast drumstel, met allerlei tamboerijnen vastgetaped aan zijn broek. Tevens is de drummer ook de gitarist en zanger. Nou ja zingen, hij klinkt als een verroeste uitlaatpijp die wel wat smeerolie kan gebruiken. Dat past er dus perfect bij. Zijn collega Willy, gekleed in stemmig pak en hoed dragend, bespeelt op gedreven wijze de mondharmonica. Deze gaat door een versterker die hij graag tot elf opschroeft. Soms resulteert dat in een feedback solo waar Sonic Youth nog wat van zou kunnen leren. Heel erg gaaf, deze vunzige broertjes van de Blues Brothers.

Terug naar Kruimeltje. Tijd voor ander koek. Met een piep in de oren kijken we hoe het duo Birdt zich klaarmaakt om hun klanken langs de boeken te laten zweven. In eerste instantie bestond Birdt alleen uit Bardt van der Dennen, maar tegenwoordig laat hij zich vergezellen door Janne Mansens. Na een aantal nummers wordt duidelijk dat vooral de viool en de tweede stem van Mansens de muziek glans geven. De nummers zijn simpel, maar doeltreffend van aard en op de americana leest geschroeid, met altijd een melancholische ondertoon. Kruimeltje wordt er helemaal stil van. Slechts een pruttelende koffiemachine is een iets minder stille getuige. 

Stilte. Die is in het Bolwerk ver te zoeken. Een jongedame in de twintig die zich Sue the Night laat noemen, probeert boven het luide geroezemoes uit te komen, dat soms omslaat naar schreeuwend bier bestellen aan de bar (echt waar). Het lijkt alsof ze zich nauwelijks aan de mensen stoort in het stamcafé van Willem Wilmink. Doorgaans met haar ogen dicht begeleidt ze zichzelf met minimaal gitaarspel en haar eigenzinnige volle, maar soms ijle stem. Beïnvloed door haar held(inn)en uit de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw weet ze nog een aantal mensen stil te krijgen. Er klinkt nog een ssshhh! ergens achterin de zaal, maar die is tevergeefs. En ach soms gaan muziek en pratende mensen best goed samen.

Eigenlijk zouden ze pas na middernacht spelen, maar de jongens van COPPERSKY staan al voor het begin van Pauw & Witteman in de Saxionzaal van Atak te rocken. Het publiek is terughoudend, maar dat zijn deze vier vrienden op het podium niet. Vooral de zanger heeft er zin in. Muzikaal gezien gaat het niet heel veel verder dan het intelligentere broertje van Go Back to the Zoo vermengd met elementen van Amerikaanse en Engelse indierock. De bands zijn spaarzaam vanavond en eigenlijk is iedereen al lang blij dat ze naar een goed stevig rockend bandje kunnen kijken.

Terwijl de Popronde 2012 in Enschede zijn einde nadert staan de stoere mannen van The Brave in café de Pijp onvermoeid garagerock in de stijl van The Strokes en The Soft Pack te spelen. Bij hun pakkende songs dreigt soms de verveling toe te slaan, maar op de één of andere manier blijven ze boeien. De a-typische zanger, die soms doet denken aan Ian Curtis, hangt niet de rockster uit. Dat is wel zo prettig om naar te kijken.