Hardrock, indie, iets ertussen in of totaal iets anders? Deze jongens vallen niet in een hokje te stoppen. Dat zou tevergeefs zijn, want daar zullen ze zich gelijk weer uitbreken. Om toch een poging tot vergelijking te doen is Death Letters te zien als Placebo on distortion. Een prachtig stemgeluid wat te vergelijken valt met die van Brian Molko, hoewel iedere vergelijking afbreuk doet aan de uniekheid ervan. Hij weet de tonen te pakken die op de gevoeligste manier een unieke intense sfeer kunnen neerzetten. Maar dan knalt de distortion erin en die gaat hard.
Het is alsof de band eerst een zaadje plant waar een heel mooi fragiel ogend bloemetje uitgroeit, vervolgens wordt dit lieve bloemetje helemaal platgestampt. De schrik is even groot, maar als dan blijkt dat het bloemetje het overleeft in het geweld, zoals de kracht van de zangers stem overeind blijft in het geschreeuw, is het alleen maar sterker en nog mooier.
De kracht van de band ligt in deze afwisseling. Moeiteloze overgangen van geweld naar kwetsbaarheid houden het interessant, hoewel er toch een variatie gezocht zal moeten worden om ook boeiend te blijven. Een enkele keer komt er een intense vocale bridge voorbij, die kan zorgen voor kippenvel, daar kun je alleen maar meer van willen.
Het gros van het publiek blijkt vooral een voorkeur te hebben voor het harde knallende werk van de jongens... Want knallen dat kunnen ze en nog goed ook. Aan energie ontbreekt het de jongens niet, ook al wordt het podium maar door twee man bezet, de impact is er niet minder door. Het drumstel krijgt het zwaar te verduren als boksbal van de energieke Victor. De gitaar van Duende ondergaat niet minder. Niet op een liefdesloze manier, maar in de relatie tussen deze muzikanten en hun instrumenten wordt passie op een ruige manier getoond. Dat er passie is, is goed te voelen.
De band is vernieuwend zonder dat je er lang aan moet wennen, ze zijn ruig en kwetsbaar tegelijk. Een uitzonderlijk lekkere combinatie waarbij ze een erg goede balans hebben gevonden. Wel zal de band moeten blijven vernieuwen om niet eentonig te worden.
Het voorprogramma werd verzorgd door Poor John. Een band die bewijst dat country van het platteland komt. De Twentse rockers brengen het zuid-USA gevoel naar Hengelo. Met zijn tweeën hebben ze geen moeite om een hele band te vormen. Een drummende bassist die ook nog wat zingt en een zingende gitarist die ook nog een beetje drumt. Petje af, of baseball cap af. Helemaal voor de gitarist die met zijn plectrum aan zijn duim getapet speelt, uit gebrek aan de rest van zijn rechterhandvingers. Een rockabilly sfeertje, die beter past op een gezellig dorpsfeest dan in het voorprogramma van Death Letters. Behalve een energieke tweekoppige band te zijn hebben ze weinig gemeen met de hoofdact.