Drie jonge jongens in een pak op de groei gekocht die speelden als doorgewinterde rockers. In maart 2009 zag ik DeWolff voor het eerst tijdens Red Ribbon Rock. Misschien waren het juíst de te grote pakken die zorgden voor een sprakeloos Atak. Wie verwacht immers dat jochies van amper 14 en 16 jaar oud een concert weggeven alsof ze al decennia lang niets anders doen. Nu, ruim twee jaar later, sta ik in het Metropool naar diezelfde jochies te kijken met één groot verschil: de heren zitten strak in het pak.
De afgelopen twee jaar is de psychedelische rock ’n roll formatie gegroeid op vele fronten. In de tijd dat de jongste van het stel, drummer Luka, hoogstwaarschijnlijk zowel de baard in de keel als op z’n kin kreeg en niet alleen figuurlijk is gegroeid, maakte DeWolff menig podium onveilig. Hun bomvolle tourschema en bezoekjes aan De Wereld Draait Door plaatste de jongens steeds meer in de public eye. Hun optreden op Pinkpop in 2010 en het plekje op het podium van het komende Sziget Festival in Boedapest verraden het succes van DeWolff. Maar vanavond, 15 juli, spelen ze nog gewoon op Twentse bodem voor het laatste concert van deze tour.
De zaal van het Metropool is lekker gevuld en het testosterongehalte heeft duidelijk de overhand. Het zijn vooral eind twintigers die zijn gekomen voor een avond pure rock ’n roll. Qua uiterlijk is DeWolff redelijk standvastig. Net als twee jaar terug zitten de mannen strak in het pak, nu weliswaar strakker. Ze gluren de zaal in vanachter hun lange manen en stampen de maat met hun chique stappers met gewaagde luipaard- en slangenprint. Het uiterlijke vertoon verraadt veel van de muziek die de mannen maken. Knetterharde rock geïnspireerd op de eind jaren zestig en begin zeventigen jaren.
Dewolff staat als een huis. De heerlijk rauwe stem van zanger Pablo schalt vol zelfvertrouwen door de speakers. Het kan bijna niet anders dan dat hij 20 sigaretten per dag rookt om er zo’n sexy oude mannenstem aan over te houden. De jaren hebben Pablo goed gedaan. Zijn stem heeft meer body en meer variatie. Toch is niet de zang het belangrijkste bij DeWolff. Juist de lange instrumentale stukken typeren de Limburgse band. Minutenlang ramt Luka aan een stuk door op de drum, leeft Robin zich uit op zijn Hammondorgel (die zorgt voor het sixties-gevoel) en dansen de vingers van Pablo de tango op de hals van zijn gitaar. Heerlijk, de zaal gaat mee in de vibe van het trio. Er valt amper iets aan te merken op de muzikale prestaties van de mannen, maar als er dan toch iets gezegd moet worden gaat dat over de interactie met het publiek. Het optreden heeft een Artic Monkeys-achtige stijl, oftewel Pablo gooit de lyrics de zaal in verstopt achter zijn donkerblonde gordijntje en ook Luka en Robin gaan helemaal op in de muziek. Het moet desondanks gezegd worden dat het solo-optreden van Pablo op bierflesjes veel goedmaakt. We gaan nog veel meer horen van DeWolff, en wie weet van het bierflesjesorgel. Als de heren blijven groeien zoals ze al hebben gedaan dan zijn ze zonder twijfel here to stay.