Een thuiswedstrijd zoals de liefhebber dat graag noemt in het oosten. Zo nu en dan barst het in Enschede los van duivelse vocalen en vuige gitaarklanken. Vanavond lijkt er echter minder animo te zijn voor zo’n avond dan normaal. Het vindt allemaal plaats in de Saxion zaal in Atak, en die lijkt veel moeite te hebben om de gaten in het publiek op te vullen. De fanatiekelingen vooraan en de eenzaam verdeelde hoopjes mensen die er wel staan, worden opgewarmd met het uit Nederland afkomstige Massive Assault en Death Squad.
Death metal, maar dan old school
Met de Scandinavische veteranen Entombed als hoofdprogramma
Er staat metalliefhebbend Twente een drieluik van bands te wachten in Atak. Drie bands brengen ode aan een genre dat vooral in de jaren negentig hoogtij vierde. Kunnen de muzikanten echter een avond lang het publiek boeien?
Met de Scandinavische veteranen Entombed als hoofdprogramma
Massive Assault neemt geen tijd om de trainingspakken uit te doen, het kan ook zonder, meent de band. Er staat een vijftal op de planken, waarvan twee zangers met een microfoon in de handen voetstapjes improviseren. Ze lijken bewust te kiezen voor een presentatie die met veel rommeligheid gepaard gaat. Muzikaal deugt het gelukkig wel, al hadden de intermezzo’s van boerende klanken niet per se gehoeven. De neutrale bezoeker zal zich waarschijnlijk geërgerd hebben en gelijk zal die ook krijgen.
Het is een verademing wanneer er met Death Squad wel een degelijke band staat. Een die met twee gitaristen, bassist, drummer en een vocalist de koers houdt. De eerste tegenslag laat echter niet langer op zich wachten, want ondanks de vernieuwde indruk verandert er weinig ten opzichte van de vorige band. Vooral op muzikaal vlak begint de eenzijdigheid toe te slaan, en is het ploeteren door de hevige partijen klanken. Wellicht was slechts één voorprogramma genoeg geweest.
De Zweedse heren van Entombed lijken door de ongemakkelijke situatie in het voorprogramma een extra taak gekregen te hebben. De dorst moet gelest worden en gezien de 23 jaar lopende ervaring van de band moet dat lukken. Aan professionaliteit in de presentatie en vakmanschap in de instrumenten ontbreekt het de band geen enkele moment. Vooral in de balans tussen de gitaristen, die elkaar regelmatig de kans bieden om van rhythm over te schakelen naar lead, is er sprake van een hoogtepunt. Ook het publiek heeft zich ondertussen vermenigvuldigd waarmee de kleine zaal fraai gevuld is. Het is moeilijk voor te stellen dat iemand in de zaal niet op de wenken bediend wordt.
De vraag blijft echter waarom er twee bands nodig zijn om het publiek op te warmen met hetzelfde. Een overbodige luxe waar enkel de fanatiekeling geen moeite mee zal hebben.