Winteroffensief in Atak

De kwaliteit verschilt, het enthousiasme is standaard groot

Tekst: Ruben Eijsink / Foto's: Marieke Waalwijk. ,

Een hand vol bandjes kijken voor weinig geld op een zaterdagavond. Het is de premisse van een vermakelijke avond die ook voor dit offensief geldt.

De kwaliteit verschilt, het enthousiasme is standaard groot

Na het overweldigende succes van het vorige offensief in de herfst, is de zaal vanavond niet helemaal uitverkocht. De zaal is wel lekker vol. Het systeem dat bands de tickets zelf moeten verkopen werkt deze keer minder goed, maar misschien heeft het ook gewoon met het weer te maken. Dit keer gooit de offensieven werkgroep van Atak het over een visuele boeg. Tussen de bands door worden er informatiefilmpjes geprojecteerd. Een erg toffe verbetering. Zo sta je in de oefenruimtes onder Atak je nummers te bedenken, zo sta je op het podium van de Saxionzaal, een aantal meters schuin daar boven. Na een lekker optreden in het Atak café is deze Enschedese bluesrock formatie blijkbaar toe aan groter podium. Of dat terecht is? De band speelt behoorlijk strak en de songs steken best geinig in elkaar. Soms komt er een vlaag van de vroege Bettie Serveert sfeer voorbij waaien. Het grote probleem is de geloofwaardigheid. De manier waarop de, altijd spannend geklede, zangeres tegen de gitarist probeert op te schuren roept vragen op. Hebben we hier te maken met een popacademie zangeres? De lekker groovende nummers kunnen niet verhullen er iets niet klopt bij No Shit Sherlock. Een voorspeelavond van een muziekschool of popacademie hadden ze waarschijnlijk plat gespeeld. Het winteroffensief was eigenlijk een paar nachten vorst te vroeg om niet door het ijs te zakken. Een basversterker met gedoofd rood licht. Een zwarte bak wordt het podium opgesleept. De mannen met colbertjes van Deacon staan klaar om de rock-o-meter iets hoger doen uit te slaan. Opvallend aan deze band is de afwezigheid van de basgitaar. Daarvoor in de plaats staat er een hammondorgel die niet echt lekker wordt uitversterkt. Hoofdingrediënt is stonerrock, maar de invloeden van Johnny Cash zijn nooit ver weg, getuige ook de cover die ze van de country-held spelen. Als je stoner speelt loop je het risico, al dan niet bewust, in die typische Josh Homme (frontman van Queens of the Stone Age) manier te vervallen. De gitaarspelende zanger van Deacon doet soms denken aan de roodharige Amerikaan, maar lijkt ook vooral z’n eigen ding te doen, om dat woord maar eens te gebruiken. Deacon mag het allemaal wel iets vetter en viezer brengen. Maar de minpuntjes worden makkelijk overschaduwd door de belangrijkste factor: plezier. De jongens hebben er zichtbaar plezier in, dat ze ook over weten te brengen op het publiek. Je pikt ze er toch zo tussenuit. Niet flauw bedoeld, maar je merkt het wel meteen. Er staat weer zo’n band op de planken die ervoor opgeleid wordt. Stefany June is zo’n typische popacademie band die vervelend goed is. Geen noot wordt vals gespeeld, de hele set lijkt aan repetitie aan elkaar te hangen. Het één voor één opkomen, de backingtracks, niets wordt aan het toeval overgelaten. Grote verrassing is, de dame van het moment, Stefany June zelf. Deze frisse zomerwind met een opzienbarend stemgeluid dartelt rakelings langs alle conservatorium-achtige conventies. Muzikaal steekt het natuurlijk erg goed in elkaar, maar het klink ook eigenlijk best leuk. Met ‘Summer’ hebben ze zelf erg hitgevoelig nummer in handen. De helft van de songs komen uit een Macbook. Achtergrondkoortjes en soundscapes worden op deze manier ook live ten gehore gebracht. Het boet in aan spontaniteit, maar je staat wel te luisteren naar een erg compleet geluid. Jammer dat Stefany June een stel hipsters, die er met gemak een fles shampoo per week doorheen jagen, om zich heen heeft verzameld. In een wat spontanere indiepop band zou deze frivole dame wellicht beter uit de verf komen. Solace Within is overduidelijk de hardste en snelste band van de avond. De aankondiging van de Hengelose metalcoreband moet worden afgekapt door het luide gejuich van de meegereisde aanhang. De band komt in het begin een beetje rommelig over, dat waarschijnlijk veel te maken heeft met een onervaren front of house technicus. Solace Within krijgt hun overwegend jonge aanhang (denk brugklas) goed in beweging. Naarmate de set vordert, weten ze onder leiding van het strakke slagwerk en de stuwende riffs steeds overtuigender hun songs te brengen. Gitarist Leon beleeft zijn laatste optreden met de band en dat valt te merken. Met z'n draadloze set maakt hij gebruik van de gehele zaal om z'n vingervlugge riffs ten toon te stellen. Vanaf het balkon staat hij als een ware rockgod op het publiek noten uit te strooien. Fantastisch om te zien. Het is een waar metalcircus bij Solace Within. Een aantal 13-jarige fans wagen nog een pitje op te starten, maar ze zijn eigenlijk al best moe. Moe gerockt door de meest meedogenloze band van de avond. Als afsluiter spelen ze een nummer die ze nog nooit samen hadden gerepeteerd. Een laatste creatieve uiting van Leon in Solace. Drummer Robin is er niet helemaal zeker van of dat wel goed zou gaan, maar zijn vrees is onterecht. Het kakelverse nummer wordt keihard genaild. Een mooi einde van een bonte show. De vanuit Eibergen opererende rockformatie speelt swingende grooverock zonder al te veel poespas. De biografie vermeldt dat de band al sinds 1996 actief is, sinds 2006 kent de band z'n huidige line-up. Het zaalgeluid is tijdens deze laatste overduidelijk beter. Dat heeft waarschijnlijk te maken dat de hoofdtechnicus van Atak achter de knoppen en schuiven staat. Dialogue houdt de vaart er goed in en speelt hun set erg degelijk. Eigenlijk is het gewoon goed. Het rockt en de nummers staan als een huis. Een gedegen afsluiter van de avond. Ook deze keer zijn er weer prijzen te verdelen. Elke band moest 60 tickets verkopen. De band met de meeste aanhang in de zaal kreeg een beloning: 12 uur studiotijd in de oefenruimte studio van Atak. Die eer gaat naar Solace Within. De tweede prijs, een optreden bij Mozart Avenue, gaat naar No Shit Sherlock.