‘Muziek is mijn klei’

Chris Chameleon over de tour, de terugkeer van Boo! en zijn visie op het Afrikaans.

Tekst: Ioana Danila / Foto's: Karin Spanjersberg ,

Een half jaar geleden gaf Chris Chameleon met een gelegenheidsband enkele rockconcerten in ons land. Momenteel reist hij met een nieuwe theatertour door Nederland en een deel van België. In Almelo sprak 3voor12 met Chris over zijn tour, de terugkeer van Boo! en zijn visie op het Afrikaans.

Chris Chameleon over de tour, de terugkeer van Boo! en zijn visie op het Afrikaans.

Je bent op dit moment bezig met je tweede theatertour in Nederland. Welke elementen heb je toegevoegd of veranderd?

Ik speel nummers van mijn nieuwe album dat ik eerder dit jaar heb uitgebracht. Ook speel ik deze keer een aantal nummers op de basgitaar. Ik ben heel voorzichtig met variëren op muzikaal gebied: ik heb eerst een bepaalde bekendheid nodig voordat ik mij dat soort dingen kan veroorloven. Deze tour ben ik begonnen met enkele optredens in België. Belgisch publiek is wat rustiger, wat afwachtender dan Nederlands publiek, maar hun waardering is vergelijkbaar.  

 

Je doet bijna 30 optredens in iets meer dan een maand. Hoe bereid je je daarop voor?

28 optredens in 35 dagen. Een ongewoon druk schema, en dat is soms best zwaar. Maar ik doe het al twintig jaar zo. Ik ben ‘gig fit’. Ik leef gezond. Eigenlijk is het heel simpel: ga gewoon niet elke avond drinken. Veel artiesten maken er een gewoonte van om zich iedere avond lam te drinken. Dat houd je niet vol. Dat geldt trouwens voor iedereen, ongeacht het werk dat je doet. Gelukkig voel ik niet de behoefte om te drinken of high te worden. Verder loop ik bijna iedere dag hard. Die dingen helpen mij om met een dergelijke drukke planning om te gaan.

 

Wanneer beschouw je een optreden als geslaagd? Waar let je dan op bij het publiek?

Daarvoor neem ik het publiek niet als richtlijn. Soms heb ik het gevoel dat ik een verschrikkelijk optreden heb gegeven en dan blijkt het publiek er erg positief over te zijn. Ik ga me daardoor echter niet beter voelen. Het gebeurt ook dat ik een goed gevoel overhoud aan een optreden met weinig publiek of met heel rustig publiek, omdat het naar mijn idee lekker ging. Ik lees ook geen recensies of artikelen over mijn werk. Ik vind dat je je niet moet laten leiden door dat soort dingen. Wat je doet en wat je voelt kun je daar beter niet door laten beïnvloeden.

 

Je speelt nu vijf jaar als soloartiest. Eerder maakte je deel uit van de punkband Boo! Hoe was voor jou de verandering van publiek?

Vanuit muzikaal oogpunt verschilt datgene wat ik nu doe radicaal van wat ik met Boo! deed. Voor mijzelf is dat echter niet zozeer een verschuiving geweest: ik heb altijd al een brede interesse in muziek gehad. Ik luister veel naar muziek en dat kan van alles zijn, variërend van Tsjaikovski tot System of a Down. Daarover heb ik het op een gegeven moment in mijn show en ik verduidelijk dat met voorbeelden die ik speel. Wat ik daarmee probeer te laten zien is dat muziek is als klei. Van klei kun je maken wat je maar wilt: een luipaard, een mobiele telefoon… Als je maar weet hoe je van klei iets kunt maken, dan kun je alles maken. Muziek is mijn klei. Dus of ik nu folk of punk speel, rock of akoestischdat maakt allemaal niet uit.

 

Nu we het toch over Boo! hebben: Boo! is weer bij elkaar na vijf jaar. Hoe is dat zo gekomen?

Een combinatie van factoren. Ik laat mezelf graag op verschillende manieren zien in plaats van mezelf op één vorm toe te leggen. Als artiest kan ik mezelf dan op al die verschillende manieren blijven laten zien. Dit is een van de redenen waarom ik heb besloten om terug te komen met Boo! Op die manier kan ik mezelf laten zien van een kant die anders misschien verkeerd uitgelegd zou kunnen worden. Het einde van Boo! was niet mijn beslissing. Ik werd gedwongen om de geneugten van het alleen-zijn te ontdekken door het feit dat mijn collegas uit de band ermee ophielden. Het dwong mij tot een nieuwe manier van denken en doen, wat overigens goed heeft uitgepakt. Ik heb met de jongens gepraat. Met Ampie Omo heb ik dit jaar al eens samengewerkt voor een Chris Chameleon-show. Ook met Leon heb ik gepraat, voor het eerst sinds 2004. Het was goed om het uit te praten. Toen dat achter de rug was, bleek dat Leon geen interesse had om weer te gaan drummen. Riaan van Rensburg – een fantastische drummer – is zijn vervanger. In februari 2010 nemen we een album op in Amsterdam en dan zijn we hopelijk in augustus/september terug voor een tour.

 

Je lijkt een ambassadeur van de Afrikaanse taal te zijn. Wat betekent het Afrikaans voor jou?

Ik houd van het Afrikaans. Mijn liefde voor het Afrikaans zit in mijn overtuiging dat iedere taal een eigen ‘ik’ heeft. In elke taal zitten dingen die je niet kunt zeggen in een andere taal. Als een taal uitsterft, laat het een gapend gat achter in de ecologie van de mensheid. De mensheid is daarbij de grote verliezer, of zij zich er nou van bewust is of niet. Het Afrikaans is de taal waarin ik ben geboren, de taal die mijn hart en geest heeft gevormd, de taal waar ik enorm veel van houd. Met ‘houden van’ bedoel ik dat het de enige taal is waarbij ik me uiteindelijk volledig op mijn gemak voel, zowel verstandelijk als gevoelsmatig. Ik ben Afrikaans. Als ik het Afrikaans uit mijn leven zou bannen zou ik mezelf zodanig veranderen dat het een gapend gat achterlaat in mijn eigen ecologie.

 

Hoe zie jij de ideale toekomst van het Afrikaans?

Ik zou graag zien dat iedereen die Afrikaans als moedertaal heeft ernaar streeft om het fatsoenlijk te spreken. Ieder Afrikaans huishouden zou zijn nageslacht in het Afrikaans moeten opvoeden. Verder zou ik graag zien dat alle academische instellingen Afrikaans blijven en ook dat alle bewegwijzering in het Afrikaans blijft. Het kost enorm veel geld om dat soort dingen te veranderen. In een land dat niet in staat is zijn bevolking van voedsel te voorzien is het uitgeven van geld om de Afrikaanse taal ondergeschikt te maken aan andere talen in feite een belediging van het volk.