Als je wilt kun je gemakkelijk een driedubbele flik flak maken in het Metropool donderdag 26 maart. Zo rustig is het. Hoewel de bands die vanavond het podium bestijgen niet verkeerd zijn, laat het publiek het massaal afweten. Het is half tien en de zaal is voor een kwart gevuld waarvan minstens de helft met Almeloërs. Het lijkt erop dat Judy and the Crackheads een handje vol fans heeft gedumpt in de donkere zaal in Hengelo.
“Wie is Judy?” schreeuwt iemand vanuit de zaal. “Wij zijn allemaal Judy en we zijn ook allemaal crackheads.” De toon is gezet. Judy and the Crackheads speelt strak en lekkere Rock ’n Roll. Het duurt even voor de heren los komen maar op de muziek valt amper wat aan te merken. De gitarist speelt strakke solo’s, ondanks zijn buikgriep, en de zanger gooit de meeste rauwe teksten de zaal in. Het publiek reageert mild, niemand durft uit zijn dak te gaan. Ook de vier crackheads geven niet de show die ze gewoonlijk geven. De zaal is te groot voor het explosieve karakter van de band. De jongens hebben een kleine zaal nodig vol met mensen, want dan kunnen ze stuiteren. En stuiteren kunnen ze als de beste.
Drie kerels klimmen op het podium. Een blouse, een polo en een blote bast. Met de scheiding nog vers in het haar worden de instrumenten omgegooid. Na het eerste gitaarloopje en het zien van een prachtige gitaar zijn alle misplaatste vooroordelen snel vergeten. The Wrong Jeremies klinken lekker. De zanger heeft een mooie cleane stem, de bassist rockt de bas en de drummer maakt het gewoon af. Ze zijn goed, maar enthousiasme is ver te zoeken. Met een sarcastische glimlach vertelt de zanger: “We hebben de zaal bijna leeg gespeeld.” Het is inderdaad ook moeilijk om enthousiast en energiek te zijn in een bijna lege zaal. Achttien toeschouwers die één voor één naar buiten druppelen. Waar het precies aan ligt? Aan de kwaliteit van The Wrong Jeremies zeker niet.